Vlaamse politici over het Europees Parlement (2)

Vier Vlaamse Europarlementsleden beantwoorden enkele prangende vragen over de instelling waarin ze de voorbije vijf jaren actief waren: het Europees Parlement.

Welk dossier van de voorbije vijf jaar illustreert volgens u het beste het belang van het EP?


Ivo Belet (CD&V): Het belangrijkste dossier is zeker het klimaatdossier, waarin de 20/20/20 ambitie verankerd werd. Het EP heeft een essentiële rol gespeeld in het tot stand komen van dit dossier én in het handhaven van de timing ervan. Bijna even belangrijk vind ik de Reach richtlijn over de chemische stoffen, waaraan het EP twee jaar gewerkt heeft. Sommigen vinden dat die richtlijn niet ver genoeg gaat, maar ze is wel de beste die er bestaat.
Onlangs zei een Belgische diplomaat me dat het EP zich de voorbije jaren echt heeft ontpopt tot een vechtparlement. Ook als de Raad er niet uit geraakt, blijft het EP vechten tot er een oplossing gevonden wordt om de richtlijn er toch door te krijgen -of, soms, om ze ook tegen te houden. Zo zijn we er bijvoorbeeld in geslaagd de havenrichtlijn in de vuilnisbak te kieperen omdat ze echt een gebrek aan sociale bescherming bood. Het debat over de arbeidstijdenrichtlijn werd door bepaalde regeringen -met name de Britse- gebruikt om de opbouw van een sociaal Europa te blokkeren. Op zo’n moment houdt het EP terecht het been stijf.
Ik ben lid van de commissie energie en heb in die hoedanigheid bijvoorbeeld hard meegewerkt aan de debatten over de autobanden -een detail misschien, maar erg belangrijk voor het terugdringen van de C02 uitstoot van wagens. Ik heb daarbij uiteraard goed geluisterd naar wat de betrokken industrie daarover te zeggen had, want het zou toch dom zijn om de eigen industie met zoveel normen en condities te beladen dat ze helemaal door de knieën zou gaat.
Ze heeft het nu al zo moeilijk. Ik bedoel: wij  moeten niet in splendid isolation wetten maken, maar midden het spanningsveld dat de reële samenleving is. Trouwens, het simpele feit feit dat het EP een wetgeving uitvaardigt, zorgt al voor een enorm zweepslageffect. Dezelfde auto-industrie die de hele tijd beweerde dat 2012 te vroeg was om de normen ingang te doen vinden, adverteert nu al volop met gewone gezinswagens die de normen halen.
Annemie Neyts (Open VLD): De dienstenrichtlijn die door het EP grondig gewijzigd werd, is een heel goed voorbeeld van het belang van het Europees Parlement. Idem voor Reach en het telecompakket, spoorwegen, post, elektriciteit…
Heeft de liberale fractie bij de dienstenrichtlijn niet moeten inbinden?
Annemie Neyts (Open VLD): Dat zou zo zijn indien wij het bij het begin volledig eens geweest waren met het voorstel van mijnheer Bolkestein. Quod non. We delen het objectief wel dat diensten overal aangeboden en toegenkelijk moeten kunnen zijn. Maar Bolkestein ging daar nogal met de grove borstel door.
Betekent dat dat de ideologische scheidslijnen in het EP minder scherp zijn dan in de nationale parlementen?
Annemie Neyts (Open VLD): Het grote verschil bestaat er in dat in nationale parlementen er een absolute scheiding is tussen leden van meerderheid en oppositie, waarbij de eersten de regering door dik en dun steunen, terwijl de anderen zonder meer tegen zijn. Die tweedeling kan echter op basis zijn van heel verschillende coalities. In het EP zijn we juist heel sterk georganiseerd op basis van politieke fracties, elk met hun eigen visie.
Al wordt de visie van zo’n Europese politieke fractie gevormd door de verschillen binnen de fractie te wikken en te wegen. Christendemocratie in Nederland is wat anders dan in Italië, liberalisme in Finland is niet hetzelfde als in Catalonië. Je hebt dus wel degelijk ideologische identificaties, maar die is ruimer dan in de individuele lidstaten. Elk debat begint daarom met het zoeken naar een gemeenschappelijk standpunt binnen de fractie. Alle Europese instellingen functioneren op basis van het streven naar consensus.
Europese politiek is daarom veel meer gericht op het punt in het centrum waar verschillende meningen elkaar vinden, en minder op conflict en confrontatie zoals in de nationale arenas. Dat is ook van essentieel belang om 27 verder te kunnen gaan. Veel politicologen stellen dat die consensus houding verantwoordelijk is voor het gebrek aan politieke belangstelling.
Bart Staes (Groen!): Er zijn de afgelopen legislatuur vele kleine en grote politieke veldslagen geweest. We duwden rond landbouwbeleid, pesticidengebruik, energie- en klimaatbeleid, de relaties met Israël, … Maar een historisch gevecht, niet in het minst omdat het ook buiten het EP zoveel weerklank kreeg, was het dossier rond de Bolkestein-richtlijn, die we als EP herschreven hebben, hetzelfde met de latere havenrichtlijn. Het EP heeft zo een heel concrete rol gespeeld in het iets socialer maken van de EU die de laatste twintig jaar veel te neoliberaal is geworden.
Europa kiest op sociaal gebied voor de zogenaamde ‘open coördinatiemethode’. Lidstaten beloven hun beleid af te stemmen op de ‘beste praktijken’ van de anderen. Een prachtig principe, maar in de praktijk komt er weinig of niets van in huis. Vertrouwen is goed, controle is beter, luidt het adagium. Terecht. Hadden financiële instellingen ook geen code van goed bestuur afgesloten om te ontsnappen aan een wettelijk kader? We weten intussen waartoe dat casinokapitalisme heeft geleid.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.