Het leven zoals het is: studentenhome

Ik weet niet of u weleens een paar jaren heeft gesleten in een studentenhome… Ik niet, maar wanneer ik er op bezoek ging, was mijn indruk steeds dat het weliswaar bevorderlijk is voor je sociale contacten, maar dat zo’n grote doos met kleine kamertjes en veel buren, dus procentueel meer kans op buren die je komen lastigvallen op momenten dat je daar geen zin in hebt, voor mij persoonlijk niet de ideale leefomgeving is.
Ben ik blij dat ik de springuren/ avonden/ zondagen van mijn universitaire carrière niet moet slijten in één van de studentenhomes aan de Unikin! Als meisje zou ik de keuze hebben tussen home 80, 150 of “Home Vatican”. Hoewel, kiezen komt er niet echt aan te pas, je moet het plaatsje zien te bemachtigen dat je kan krijgen en de ouderejaars krijgen voorrang. In Home Vatican zitten in regel de laatstejaars studentes, die de plaatsen hebben ingenomen van de religieuzen. Tot 1971 was de universiteit, toen Lovanium, immers katholiek. Nu studeren de priesters en nonnen bij voorkeur aan de Katholieke Universiteit van Kinshasa, een privé-instelling en vergeleken bij de Unikin een oase van rust, discipline, ijver en properheid.
Voor de jongens zijn er de homes 1 tot en met 8 en de homes 10, 20 en 30. We gaan op bezoek bij Leon en Costa, de twee neven van Stijn die samen een kamer hebben in home 10. Op het eerste gezicht denk je: “ça va”, weliswaar “un peu”, zoals alles hier, maar er staan twee bedden (volledig doorgezakt en met een dunne, oude matras), achter een gordijn is de douche, er staat een stereo-installatie en een televisietoestel en in een hoekje allerlei keukenspullen. Maar de verborgen gebreken zijn niet te verwaarlozen.
Er is uiteraard geen stromend water, vandaar die vier emmers die ook achter het gordijn staan, en ze slapen hier met zes personen. Zes personen op twee miserabele bedden. Wat de tv betreft, Stijn heeft uit zijn interviews geleerd dat de universiteit op een bepaald moment televisietoestellen heeft uitgedeeld om de studenten kalm te houden. Wanneer ze naar een Chapions League-match aan het kijken zijn, denken ze immers niet aan betogen of protesteren, zo luidt de redenering.
We zitten nog geen vijf minuten, of Costa komt al met twee cola’s aandraven, gekocht in één van de kamers. Alle studenten proberen hier immers op één of andere manier een handeltje op te zetten om hun studies te kunnen betalen. Vandaar hangt het in de gangen van de homes vol met briefjes als “chambre 112, coca, fanta, maltina”, of “vente flash disk, chambre 203”. Wat een gezellige bedrijvigheid, ben je in het begin geneigd te denken. Maar als je erbij stilstaat is het intriest hoe deze studenten moeten proberen een iets te verdienen met het verkopen van gsm-kaarten, het bakken van wafels of het omtoveren van hun kamertje in een drankendepot.
In alle kamers is het dan ook een constant heen en weergeloop. De toiletten zijn hier op de gang, maar in sommige homes zijn er geen, en zijn tussen de gebouwen kris kras zeilen gespannen om de toiletten af te bakenen. Op dezelfde plaatsen zijn ook de wasdraden gespannen, waar het frisgewassen linnengoed lekker hangt te drogen.
In de meisjeshomes is de toegang verboden voor jongens. De enige mannelijke exemplaren die je er vindt, zijn enkele middelbare schooljongens die waarschijnlijk de job van hun leven hebben gevonden en als taak hebben meisjes uit hun kamer te gaan halen wanneer er beneden een jongen op hen wacht. Ik word in de gebouwen rondgeleid door de studentes, die me hun kamer tonen, waar dan een stuk of zes à acht giechelende meisjes op bed zitten en me bestoken met vragen als wat kom jij hier doen en het is hier zeker wel een beetje anders dan in België. In de meeste kamers staat een stapelbed, de bezetting varieert van vier tot zes personen.
Daarnaast zijn er ook enkele slaapzalen met een stuk of vijf stapelbedden en een stuk of twintig bewoners. Waar vroeger de cafetaria of de ontspanningsruimte was, zijn nu slaapzalen. In sommige homes wordt op de kamer gekookt, in andere is er een “keuken” (zonder stromend water en mits meebrengen van je eigen vuurtje). Soms is er tevens een studiezaal. Studeren op zo’n bloedhete, overvolle kamer is inderdaad onmogelijk. Daarom zijn er enkele studiezalen, en brandt er ’s avonds ook in de auditoria licht, zodat de studenten daar heen kunnen trekken om zich over de boeken te buigen.
Home 150 is al gerehabiliteerd, dit betekent dat het er min of meer bewoonbaar uitziet, maar het probleem van de overbevolking blijft. Er is nu een douche op elke kamer, maar geen stromend water, dus daarvoor moeten ze nog steeds naar de kraan beneden. Home 80 is er nog veel erger aan toe. In veel kamers staat er gewoon geen glas meer in de ramen, zodat de studentes in feite buiten slapen.
De staat van de douches en de wc’s op de gang is miserabel. Wanneer ik mijn fototoestel boven haal - mezelf voorzeggend dat het voor een goede zaak is: deze indrukken aan andere mensen over te brengen, maar me een ordinaire rampentoerist voelend – duiken ze plots allemaal de kleerkast in. Daar halen ze dan feestelijke uitgaanskledij uit, een ketting en oorbellen, en de schoenen halen ze van de muur (waar soms wel twintig paar sandalen met hun hakje in de luchtgaten, uitsparingen in de muur zijn gehangen). Hun kapsel ziet er al dag in dag uit piekfijn uit, staaltjes van coiffeurvakmanschap.
“Kinshasa, la belle” mag dan wel “Kin, la poubelle” zijn geworden, de mensen blijven hun lichaam piekfijn onderhouden. Iedereen is keurig gekleed, de mannen lopen op deftig gepoetste schoenen, de vrouwen op elegante sandalen. Kapsalons, schoenenpoetsers, schoonheidssalons, kleermakers, plaatsen waar je je nagels kan laten lakken, je kan er niet naast kijken. De helft van de reclame op tv gaat over crèmes die je huid lichter maken, niet meteen bevorderlijk voor de gezondheid, maar wel enorm populair.
De nostalgie naar het “Kin, la belle”van toen is trouwens groot. Bij Leon en Costa zond de tv videoclips uit van bekende Zaïrese zangeressen, vooral uit de jaren tachtig. Op een bepaald moment zag je beelden van de hoofdstad zoals ze toen was, en de kreten  (“Regarde, comment c’était belle! Si propre, les bâtiments en bon état, si peu de gens, les taxis étaient tous en jaune!”) waren niet van de lucht. Ik vraag me soms af hoe het komt dat deze jongeren zo’n bewondering hebben voor de properheid toen, maar nu toch doodleuk heel de campus blijven volgooien met papier, plastiek, allerlei vuilnis.
De wegbermen, trottoirs en grasveldjes liggen bezaaid met de kleine plastieken zakjes waarin “eau pure” wordt verkocht. Een vrouw die pas eind jaren negentig is afgestudeerd en de campus heeft verlaten en met wie we er nu terug langs rijden, barst bijna in tranen uit wanneer ze dit ziet: “Wat is er met die mooie bloemen gebeurd, die vormden hier de letters “Unikin”, waar zijn die mooi onderhouden grasveldjes naartoe?”
Het is het resultaat van een staat die geen middelen heeft, proffen die niet meer betaald worden, een universiteit en proffen die zelf op zoek moeten naar geld en dus veel studenten toelaten, want hoe meer inschrijvingen, des te meer geld. Het resultaat van overbevolking: ongeveer 30 000 studenten in een infrastructuur die berekend was op hoogstens 5000. Het is massaonderwijs geworden, kwantiteit die volgens velen ten koste gaat van de kwaliteit.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.