Afghanistan in chaos

Vandaag een verplichte rustdag, op de eerste plaats omdat Salih een training moet volgen voor zjn nieuwe job als persverantwoordelijke bij een humanitaire organisatie -en omdat het uiteraard niet aangeraden is om gewoon op eigen houtje de stad te beginnen doorkruisen. Bovendien moest ik nog wat telefoons doen ivm mijn terugtocht naar Kaboel -die nog altijd niet helemaal rond is.
Wellicht blijf ik tot donderdag in Kandahar. Deze namiddag heb ik dan zitten wachten op Bashir om nog een paar mensen te zien, maar het was wachten op Godot. Met alleen een aantal telefoonnummers in handen ben je toch vrij kwetsbaar, zeker als die niet thuis geven. Het heeft me wel de kans gegeven om te zien hoe gemilitariseerd het verkeer wel is, met voortdurende sirenes van de Afghaanse politievoertuigen en regelmatig het luidruichtiger getoeter van de ISAF militairen die eisen dat alle voertuigen stoppen en van de weg rijden als zij langskomen met hun Humvees, tanks, vrachtwagens en ander rollend materieel.
Die voortdurende aanwezigheid in het straatbeeld maakt ook heel tastbaar hoe diep de kloof is tussen de militaire uitgaven (en hun beperkte resultaten) en de economische stilstand en wijdverbreide armoede van de mensen. Een dilemma, uiteraard, maar niet gespeend van symbolisch belang. Of om het met de woorden van Commandant Sergeant Majoor Savusa van de ISAF (in de ISAF Mirror van september 2008): ‘Perceptie. In de meeste gevallen wordt perceptie gelijkgesteld aan realiteit. De acties van de troepen kunnen een strategische impact hebben op deze missie.’
Om toch een vruchtbare bijdrage te leveren aan de kennis van de Nederlandstalige mensheid vandaag, hierbij een soort recensie van Descent into chaos. The UNited States and the Failure of Nation Building in Pakistan, Afghanistan and Central Asia, het jongste boek van Ahmed Rashid dat normaliter in het Nederlands verschijnt in januari.
Ahmed Rashid schreef gedurende meer dan twintig jaar artikels over maatschappelijke ontwikkelingen in Pakistan, Afghanistan en Centraal-Azië. Die gecumuleerde kennis kreeg de vorm van een boek dat begin 2001 verscheen. Taliban. Militante islam, olie en fundamentalisme in Centraal-Azië werd door de kleine club mensen die zich in de regio specialiseren met lovende kritieken onthaald. Voor echte publieke interesse was het wachten op 11 september. Toen werd het boek met een klap (excuses voor de term) dé referentie voor iedereen die meer wou weten dan dat er een Oorlog ophanden was, en dat “wij” niet zouden falen in onze strijd tegen het Kwaad. Met Jihad.
De opkomst van het moslimfundamentalisme in Centraal-Azië dat in 2002 gepubliceerd werd, richtte Rashid de blik resoluut op de landen die de komende tien jaar bepalend zullen zijn voor de stabiliteit van de wereld. De uitschakeling van de Taliban en Al-Qaeda lost de problemen in Centraal-Azië immers niet op, zei Rashid in een interview dat ik toen met hem had. Dat interview verscheen trouwens onder de titel: ‘De toekomst belooft chaos’.
Rashid heeft tussen 2002 en 2008 twee ernstige ziektes overwonnen, en vooral heel veel gewerkt en gereisd. Als journalist, maar ook als specialist die geconsulteerd wordt door de Navo, door sommige delen van de Amerikaanse regering, door de Afghaanse regering, door de VN en vele anderen. Rashid vertelt het verhaal van Afghanistan en Pakistan sinds 2001 dan ook niet als een geïnteresseerd buitenstaander, maar als een journalist die tegelijk deelnemer was. Onder zijn vrienden telt hij onder andere Hamid Karzai (al belet die vriendschap niet dat de auteur de Pakistaanse president in toenemende mate mee verantwoordelijk acht voor het falen van de heropbouw van het land) en Laskhar Brahimi (de Algerijnse diplomaat die drie jaar lang Special Representative van de secretaris-gerenraal van de VN was in Afghanistan).

De man die Rashids vaderland Pakistan regeerde van 1999 tot begin 2008, generaal Musharraf, heeft hem nooit om raad gevraagd - en dat is jammer. Rashid vertelt dat hij in 2007 ten kantore van de president geroepen werd om “met aandrang te vragen” onmiddellijk te stoppen met het schrijven van artikels over de band tussen de Taliban en de Pakistaanse militaire inlichtingendienst ISI. Hij eindigt de beschijving van die tweeënhalf uur durende confrontatie zo: ‘De ontmoeting overtuigde me dat hij zichzelf zag als een meester in spin, en dat hij tragisch genoeg geloofde dat spin de absolute waarheid was.’

De basisstelling van Descent into chaos is dat er goede kansen waren in 2002-2003 om Afghanistan uit de vicieuze cirkels van geweld en oorlog te lichten en op weg te zetten naar echte sociale en economische ontwikkeling. Rashid zegt dat een overgroot deel van de bevolking blij was met de val van het Taliban-regime en hoopvol gestemd was dat de internationale gemeenschap voor veran dering zou zorgen -een stelling die ik in Kaboel en Kandahar ook telkens herhaald hoor.
De redenen waarom die hoopvolle mogelijkheden verspeeld werden en het land -en buurland Pakistan- in de wanhopige chaos van vandaag terechtgekomen zijn, zijn veelvuldig. In grote lijnen ziet Rashid twee clusters van verklaring. Eén: de neoconservatieve ideologie van Rumsfeld, Wolfowitz, Cheney en andere cruciale beslissers in Washington. Die ideologie ging er van uit dat de VS de taak hadden om schurkenregimes uit de weg te ruimen, maar niet om de langdurige en kostelijke verantwoordelijkheid van natie-opbouw op te nemen.
Om de noodzakelijke orde in het “nieuwe” Afghanistan te verzekeren, deden ze een beroep op krijgsheren -waardoor de centrale staat niet in staat was te functioneren, de mensen vervreemd werden van Kaboel en de internationale gemeenschap én de Taliban een perfect propagandawapen in handen gespeeld kregen. De voornaamste reden waarom Afghanen in 1995 de komst van de Taliban verwelkomden, was immers om af te geraken van uitgerekend deze krijgsheren en hun brutale en egoïstische mores.
Twee: De obsessie van Washington met Irak. Rashid stelt, op basis van interviews en documenten, dat de VS de jacht op Al Qaeda kopstukken de facto opgaven in maart 2002. Toen werden Arabisch en Perzisch sprekende Special Operation Forces teruggetrokken uit Afghanistan om te trainen voor Irak en werden de spionagesatellieten geheroriënteerd van Afghanistan naar Irak. Gevolg: er werden géén bruikbare inlichtingen verzameld in de zuidelijke provincies Kandahar, Uruzgan, Helmand en Nimroz (waar de opstand nu het ergst is), en ook niet aan de andere kant van de grens in Quetta (waar de Taliban openlijk hun nieuwe hoofdkwartier vstigden). Dat alles bleek toen de Navo de ISAF-controle overnam eind 2005.
Deze twee basisredenen worden versterkt en gecompliceerd door het feit dat de VS absoluut nood hadden aan generaal Musharraf in Pakistan om hun War on Terror verder te zetten. Musharraf op zijn beurt versterkte die afhankelijkheid door niét op te treden tegen de Taliban, Al Qaeda, Centraal-Aziatische militanten en de veertig Pakistaanse extremistische groepen die gemene zaak met hen maakten.
De heropstanding van de Taliban maakte hem nog onmisbaarder, en bovendien waren de Taliban een instrument om de macht van de Noordelijke Alliantie in de nieuwe Afghaanse regering te bevechten -die NA wordt door Pakistan namelijk gezien als een veel te dichte bondgenoot van aartsvijand India. Rashid toont overtuigend aan dat het beest dat door Pakistan gecreëerd werd intussen bijt in de handen van wie het voedde. In 2007 pleegden islamisten in Pakistan 56 zelfmoordaanslagen die 640 doden maakten, tegenover 6 zulke aanslagen in 2006.
Ahmed Rashid schuift echter niet àlle schuld van de chaos in de schoenen van de Verenigde Staten en hun bondgenoot Musharraf annex ISI. Ook de Afghaanse spelers in dit drama krijgen hun deel van de informatieve klappen. Enkele voorbeelden uit Descent into chaos van wat misliep in Afghanistan zelf:
De warlords zorgden heel goed voor zichzelf. Ismael Khan (was gouverneur van Helmand) verdiende tussen drie en vijf miljoen dollar per maand door tolheffing in Islam Qila (Iraans-Afghaanse grens). Gul Agha Sherzai (door de Amerikanen op de zetel van gouverneur van Kandahar gezet) verdiende 1,5 miljoen $ per maand door het leveren van bouwmaterialen, benzine… aan de Amerikanen. Generaal Fahim zou in die periode een persoonlijk inkomen vergaard hebben van 1 miljard $ per jaar (volgens een anonieme paper uit de regering Karzai).
In 2002 werd de totale opbrenst van douane geschat op 500 miljoen $, slechts 80 miljoen kwam in de staatskoffers terecht.
In het nieuwe ministerie van Defensie (onder generaal Fahim) waren 30 van de 34 directoraten in handen van Pansheri’s. Idem voor inlichtingendiensten. Geen wonder dat de Pathanen zich vervreemd voelden van de nieuwe regering.
Maar ook de internationale hulpprogramma’s zijn vaak niet efficiënt. In 2003 werd met het beschikbare hulpgeld van 2,9 miljard $ slechts voor 110 miljoen dollar projecten afgewerkt. Bearing-Point kreeg een contract van 98 miljoen$ om het ministerie van Financiën te renoveren; daarvoor deed het een beroep op 50 consultants die elk tot 500.000$ per jaar kostten (inclusief beveiligingskosten).
Ook de overheid presteert slecht en lijdt steeds meer onder corruptie. ‘Het ministerie van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de politie, werd een centrum voor drugshandel. De politieposten in de papaverregio’s werden per opbod verkocht aan de hoogste bieder -dat liep soms op tot 100.000 dollar voor een job met een salaris van 70$ per maand.’
Deze opsomming is verre van volledig, maar geeft tegelijk een idee van de fouten die voor de huidige problemen zorgen, én van de onschatbare waarde die dit boek heeft voor al wie wil meepraten over de toekomst van Afghanistan, Pakistan en Centraal-Azië. Wat dat laatste betreft, alvast deze waarschuwing op bladzijde 404: zo lang de huidige leiders in Centraal-Azië aan de macht blijven, is er geen beterschap in zicht, en blijft met name Oezbekistan een kruidvat dat elk moment kan ontploffen. Het Westen bereidt zich best voor om de gevolgen van zo’n explosie op te vangen, zegt Ahmed Rashid. En hij kan het weten. (gg)
Descent into chaos. The UNited States and the Failure of Nation Building in Pakistan, Afghanistan and Central Asia door Ahmed Rashid is uitgegeven door Viking / Penguin Group. 484 blzn. ISBN 978 0 670 01970 0

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.