De kracht van zelfwaarde

Veel te veel jongeren met een migratieachtergrond leven met een laag zelfbeeld, zegt Bleri Lleshi in zijn eerste column van dit jaar. In plaats van miljoenen te besteden aan (de)radicalisering, zou het beleid dat geld beter gebruiken om de talenten en de dromen die jongeren hebben, te ontplooien. Want jongeren met zelfwaarde staan te popelen om in deze samenleving verandering mogelijk te maken.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

‘Meneer welke origine heb je?’ is zonder twijfel de meest voorkomende vraag die ik krijg van leerlingen in Brusselse scholen. Eerst laat ik ze raden. In tegenstelling tot volwassenen raden 8 van de 10 jongeren mijn origine na drie pogingen juist. Bij volwassenen is dat met moeite 1 op 20. Het toont aan hoe vanzelfsprekend de diversiteit voor jongeren is. Ze hebben geen idee waar Albanië ligt maar ze hebben wel vrienden van Albanese origine.

Van Palestina tot Angola

De jongeren die ik begeleid, vraag ik soms ook naar hun origine. Ze komen uit de hele wereld. Deze week sprak ik een leerling van Palestijnse origine. Zijn beste vriend is van Congolese origine. Iets later sprak ik met twee meisjes. Ook beste vriendinnen. De een is van Syrische afkomst, de ander is uit Cambodja.

Over hun land van origine hebben ze bijzonder weinig te zeggen. Verder dan het land benoemen komen ze meestal niet.

Hun roots liggen verspreid over de hele wereld, maar ze delen Brussel. Over de stad hebben ze veel te vertellen. Over hun land van origine bijzonder weinig. Verder dan het land benoemen komen ze meestal niet.

De jongere van Palestijnse origine bijvoorbeeld had geen idee wat de West Bank was, Gaza kende hij wel, maar uit welke stad of regio zijn ouders kwamen, kon hij niets zeggen. Hetzelfde geval bij het Syrische meisje. De jongere van Congolese origine wist Kinshasa te benoemen en toen stopte het.

De dag nadien sprak ik met een jongere van wie de roots in vier landen lagen, onder andere Angola en Turkije. Angola is een land met een enorme rijke cultuur en muziek. Ik vroeg hem of hij een aantal Angolese muzikanten kende. Hij wist niets. Zelfs muziekgenres als kuduro, heel populair bij jongeren, waren hem onbekend.

Ik vroeg hem wat hij wist over Angola. ‘Niets’ was zijn antwoord. Hij sprak niet meer dan 10 woorden in het Turks of Portugees. ‘Vind je het niet erg?’ zei ik. ‘Weet ik niet.’, antwoordde hij. Zijn ouders hadden hem die talen niet geleerd en nu had hij er geen zin in. Nederlands en vooral Frans waren voldoende.

Dromen

Zoals u kan raden is het gesprek over de origine van de jongeren snel afgelopen. Een vraag die ik graag stel en belangrijk vind, is de vraag over de dromen die de jongeren koesteren. Heel soms is er iemand die dromen heeft. Bijvoorbeeld om later een eigen garage uit te baten, liefst een Mercedes-garage. Maar meestal weten de jongeren niets te zeggen. Stilte. Ze worden zelfs een beetje zenuwachtig als ik deze vraag stel.

Jongeren die geen dromen hebben, zijn een teken over hoe wij als samenleving er voor staan.

Een situatie waarin ik vaak ben terecht gekomen, maar die desondanks telkens weer hard aankomt. Jongeren die geen dromen hebben, zijn een teken over hoe wij als samenleving er voor staan. Dat deze jongeren geen dromen hebben, heeft te maken met de situatie waarin ze zitten. In de scholen waar ik kom is het een constante.

Migrantenjongeren zitten massaal in het beroepsonderwijs. In feite hebben de jongeren die buiten Brussel op school zitten, zelfs al is dat in het beroepsonderwijs, het gemaakt. Hetzelfde geldt voor zij die technisch onderwijs volgen. ASO daar dromen de jongeren zelfs niet van.

Wat ik zie wordt ook bevestigd door de cijfers. Minstens 70% van de Maghrebijnse jongeren zit in het BSO. De meeste van deze jongeren hebben geen of weinig zelfwaarde. Dit is naar mijn mening een fundamenteel probleem.

Veel van deze jongeren geloven dat ze niet veel waard zijn en niets kunnen bijdragen aan deze samenleving. Ze zien geen perspectieven voor de toekomst en leggen zich vaak daarbij neer.

Als dit niet erg genoeg is, zijn er ook leerkrachten, jongerenwerkers, hulpverleners en beleidsmakers die vrede hebben genomen met deze structurele uitsluiting. Het is bijvoorbeeld daarom dat het onderwijsniveau in vele scholen armzalig is.

De leerkrachten verwijten dit de leerlingen. De leerlingen zullen hier iets mee te maken hebben, maar leerkrachten, directies en politici ook. Het eindresultaat is dat het niveau daalt en dit betekent nog minder zelfwaarde en kansen voor de jongeren. We zitten vast in een vicieuze cirkel.

Willen we uit deze cirkel komen dan is het hoog tijd dat we gezamenlijk in actie komen. Er is veel dat we kunnen doen voor deze jongeren zodat ze aan zelfwaarde winnen.

Ouders die praten

De ouders moeten veel meer over hun land van herkomst spreken. Ik besef dat veel ouders niet de middelen hebben om boeken, dvd’s en ander materiaal te kopen. En ze zullen niet allemaal geschoold zijn.

Aan alle ouders met een migratieachtergrond vraag ik, smeek ik zelfs, om hun kinderen de moedertaal aan te leren.

Maar ze kunnen wel met hun kinderen het gesprek aangaan en op regelmatige basis vertellen over de cultuur, tradities, gewoontes, religies. Over hun belevingen, ervaringen, de vorige generaties, familiebanden, muziek, taal en zoveel meer. Onderzoek toont aan dat praten en voorlezen twee heel effectieve manieren zijn om die kennis en bagage mee te geven aan kinderen.

Aan alle ouders met een migratieachtergrond vraag ik, smeek ik zelfs, om hun kinderen de moedertaal aan te leren. Ik weet dat we al decennia lang horen dat we dat niet mogen doen omdat dit integratie tegenhoudt en ten koste van de taal hier gaat. Maar intussen heeft academisch onderzoek deze goedkope mythe al vaak genoeg ontkracht.

Behalve het onderzoek zijn er ook de honderden, duizenden voorbeelden die het tegendeel bewijzen. Mensen die hun moedertaal beheersen en vlot naar het Nederlands of Frans kunnen overschakelen.

De focus van de ouders moet niet langer liggen op de ene taal of de ander, maar op beide talen, zoveel mogelijk talen zelfs en een zo goed mogelijke beheersing. Belangrijk hierbij is om te vermelden dat hoe eerder de ouders hiermee beginnen, hoe beter. Vanaf de geboorte dus. Dit wordt ook bevestigd door onderzoek.

Positieve erkenning

Behalve de ouders kunnen de scholen ook een belangrijke rol spelen. Inspelen op de moedertaal, maar ook op de verschillende culturen, tradities en de rijkdom aan diversiteit. Door deze te erkennen, zijn we de leerlingen aan het erkennen. Dit zal ervoor zorgen dat ze zich niet schamen over de bagage uit het land van herkomst. Integendeel zelfs, het zal hen meer vertrouwen geven.

‘De enige keer dat mijn land aan bod kwam op school was bij de les over de genocide in Rwanda’, vertelt een leerling van Rwandese origine.

Ik maak dit even concreet. Wat leren jongeren van Congolese origine over Congo op school? Dat België daar beschaving bracht mede dankzij koning Leopold II. Dat diezelfde Leopold van een land een privé-kolonie had gemaakt is slechts een detail. Dat hij verantwoordelijk is voor een van de grootste genocides in de geschiedenis van de mensheid is ook niet belangrijk.

Over genocides gesproken. ‘De enige keer dat mijn land aan bod kwam op school was bij de les over de genocide in Rwanda’, vertelt een leerling van Rwandese origine. Een Roma leerling schaamde zich om mij te vertellen dat ze uit Kosovo kwam en Roma was.

Congo, Rwanda en heel Afrika hebben een rijke cultuur aan tradities, filosofieën, verhalen enzovoort. Waarom komen die niet aan bod? De Roma, Kosovo en heel de Balkan hebben een enorme rijkdom aan dans, muziek en cultuur. Waarom is er geen aandacht hiervoor?

Beeld je even in dat deze zaken wel aan bod kwamen. Dit is niet alleen belangrijk voor de positieve erkenning van de leerlingen, maar ook om leerlingen mee te hebben in de les en ze te informeren over de echte rijkdom van hun eigen roots en die van elkaar.

BSO versterken

Onderwijs kan en moet meer doen. De lijst is heel lang maar ik neem een tweede voorbeeld. Ik sprak over leerlingen in het BSO.

Voor deze leerlingen zijn examens afgeschaft. Hierdoor voelen velen zich als een soort mislukking van wie we niet veel verwachten. Hoe bereiden we deze leerlingen voor indien ze later bijvoorbeeld verder willen studeren als ze geen examens afleggen? Het onderwijs dient om kansen te geven en niet te ontnemen.

Ik denk dat aangepaste examens die rekening houden met de BSO-studie moeten ingevoerd worden. Veel belangrijker dan examens is het inhoudelijk versterken van BSO en TSO door deze leerlingen met meer algemene vakken in aanraking te laten komen.

Door meer kennis te vergaren hebben de jongeren meer zelfvertrouwen, dit leidt tot meer zelfwaarde.

‘Ja, maar ze hebben geen interesse. Ze willen iets met hun handen doen’, hoor je vaak van scholen. Dit klopt niet volledig. Dat ze iets met hun handen willen doen, of iets in de praktijk wil niet zeggen dat ze geen nood hebben aan meer vorming. Integendeel: als we het goed zouden menen met deze jongeren zouden we meer algemeen vormende vakken opnemen in het curriculum van BSO en vaak ook TSO richtingen, gezien het lage niveau van deze richtingen.

Door dit te doen ben ik zeker dat we ervoor zorgen dat de jongeren aan zelfwaarde winnen. Door meer kennis te vergaren hebben de jongeren meer zelfvertrouwen, dit leidt tot meer zelfwaarde.

Talent

Jongerenwerkers, hulpverleners en andere mensen die met jongeren werken moeten veel meer energie steken in het constructieve en positieve verhaal.

Door de huidige obsessie van politici met radicalisering worden hier miljoenen euro’s ingestoken. Jongeren worden geviseerd op hun identiteit en religie. In plaats hiervan kunnen we die miljoenen beter besteden in het talent en de dromen die de leerlingen hebben en deze naar buiten brengen en mogelijk maken.

Het is hier dat mensen die met jongeren werken een essentiële rol kunnen spelen door op zoek te gaan naar het talent en de dromen, door de jongeren te begeleiden en te versterken zodat ze wel perspectieven hebben. Kiezen voor een beleid en werking in deze richting zou een boost geven aan zelfwaarde bij jongeren.

Dat zelfwaarde belangrijk is, zie ik bij jongeren die een zelfwaarde hebben opgebouwd. Vandaag staan ze te popelen om in deze samenleving verandering mogelijk te maken. Dat is de kracht van de zelfwaarde. Kracht die er is, maar waar we te weinig gebruik van maken.

Bleri Lleshi is politiek filosoof en auteur van o.a ‘De neoliberale strafstaat’, EPO, 2014. Op 14 februari verschijnt zijn nieuw boek Liefde in tijden van angst. Zijn blog vind je hier en je kan hem volgen op Facebook en Twitter.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Filosoof, politicoloog & auteur

    Bleri Lleshi is filosoof, politicoloog en documentairemaker en heeft verschillende boeken geschreven, waaronder De neoliberale strafstaat (2014), Liefde in tijden van angst (

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.