Tanzania blijft arm, ondanks economische groei

Ondanks jarenlange economische groei blijft Tanzania achter als het gaat om belangrijke ontwikkelingsdoelen zoals veilig water, inkomen en gezondheid. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Nationaal Bureau voor de Statistiek in Tanzania.
Het aantal mensen dat in Tanzania onder de armoedegrens leeft, daalde van 35,7 in 2000/01 naar 33,3 procent vorig jaar. Het aantal mensen dat moet leven van 1,10 dollar per dag of minder, steeg in de laatste zes jaar echter met een miljoen, tot 12,7 miljoen. Volgens de onderzoekers hangt dit samen met de jaarlijkse bevolkingsgroei van 2,6 procent.  

Tanzania is een van de Afrikaanse landen die de meeste ontwikkelingshulp ontvangt. Bijna 40 procent van het budget voor 2008/09 komt van buitenlandse donoren. Zij investeren graag in het land, omdat het politiek stabiel is en werkt aan corruptiebestrijding en fiscale hervormingen.

De economische groei in Tanzania, de op twee na grootste goudproducent van Afrika, is 7 procent per jaar sinds 2001. Toch blijft het een van de armste landen in de wereld. Op de Human Development Index van de Verenigde Naties, die wordt samengesteld op grond van verschillende sociale en economische indicatoren, staat Tanzania op de 159 ste plaats van 177 landen.

Platteland



Dat er nauwelijks vooruitgang is geboekt op het gebied van armoedebestrijding, komt onder meer doordat de verdeling van welvaart onevenwichtig is. De armste inwoners van het land profiteren daardoor nauwelijks van de economische groei, zegt Paolo Zacchia, econoom van de Wereldbank en werkzaam in Dar es Salaam. Plattelandbewoners zijn het slechtst af, omdat zij het zonder allerlei diensten moeten stellen die in de stad wel beschikbaar zijn, zegt hij.

Het onderzoek van het Nationaal Bureau voor de Statistiek laat zien dat Tanzania achter ligt in het traject op weg naar het behalen van de Millenniumdoelen van de Verenigde Naties (MDG’s), zegt Zacchia. De Millenniumdoelen zijn acht doelen op het gebied van armoede en honger, moeder- en kindersterfte, bestrijding van ziekten zoals hiv/aids, gendergelijkheid en duurzaamheid. Alle gestelde doelen zouden voor 2015 bereikt moeten worden.

“Op grond van het onderzoek kun je je afvragen hoe effectief het overheidsbeleid op het gebied van armoedebestrijding is, en de internationale steun daarvoor”, zegt Zacchia. Tanzania zal tientallen jaren van solide economische groei nodig hebben, om mensen uit armoede te verheffen en voor (sociale) basisvoorzieningen te zorgen, zegt Mugisha Kamugisha, commissaris voor beleidsanalyse bij het ministerie van Financiën.

Tientallen jaren wachten duurt echter te lang voor Shaibu Hamade (50), een vader van vier kinderen die omgerekend 72 euro per maand verdient met schoonmaakwerk en het doen van wasgoed. Van die 72 euro kan hij amper rondkomen. “Op de meeste terreinen is het leven de afgelopen jaren moeilijker geworden”, zegt Hamade. “De prijzen zijn hoog. Mensen kunnen zich zelfs de basisbenodigdheden op het gebied van voedsel en transport niet veroorloven.”
Uit de cijfers blijkt dat de huishoudinkomens laag zijn en het verschil tussen de stad en het platteland groot is. Het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking bedroeg vorig jaar ruim 24 euro per maand, vergeleken met ruim 21 euro in 2000/01. Armen in de stad en op het platteland, geven 64 procent van hun inkomen uit aan eten, ongeveer evenveel als in 2000/01.

Weinig Tanzanianen hebben toegang tot basisdiensten. Slechts 58 procent van de inwoners van de grootste stad van het land, Dar es Salaam, kon zich in 2007 leidingwater veroorloven. Zes jaar geleden was dat nog 86 procent. Net als in 2000/01 heeft slechts één op de tien Tanzanianen elektriciteit en meestal wonen deze mensen in de stad. Ten opzichte van zes jaar geleden is er ook weinig veranderd op het gebied van analfabetisme. Ongeveer een kwart van de volwassenen is nooit naar school geweest en kan niet lezen of schrijven.

Tanzania slaagde er wel in om de kindersterfte terug te dringen. Onder kinderen jonger dan vijf jaar, daalde het aantal sterfgevallen met 24 procent tussen 2000 en 2005. Ook gingen er meer kinderen naar de basisschool - 86 procent van de zeven tot dertienjarige zit op school, vergeleken met 61 procent in 2000/01. Veel jongere kinderen gaan echter voortijdig van school af. Voor kinderen uit arme gezinnen zijn de kosten van vervoer en maaltijden op school soms te hoog. Ook gaan ze vaak van school af om werk te zoeken, als een gezin extra inkomsten nodig heeft.  

De kern van het probleem ligt ook volgens de Tanzaniaanse premier Mizengo Pinda op het platteland. Tachtig procent van de mensen daar leeft van de landbouw, maar de sector heeft te kampen met een gebrek aan investeringen en moet werken met primitief materiaal. “We moeten de landbouw versterken en alles wat gewone mensen op het platteland kunnen: vee houden, landbouw, tuinbouw. Dan kunnen we de armoede echt verminderen.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.