Ongelijkheid remt armoedebestrijding in Zuid-Amerika

Chili heeft het al klaargespeeld: nog amper 4,7 procent van de bevolking leeft er in extreme armoede, vergeleken met bijna 13 procent in 1990. Voor andere Zuid-Amerikaanse landen is de halvering van de armoede - de eerste Millenniumdoelstelling - nog ver weg. De grote bezitsongelijkheid is de belangrijkste hinderpaal.





Zuid-Amerika is rijk genoeg om de bittere armoede in één klap weg te werken. In Brazilië, het grootste land van de regio, zou het volstaan dat de rijkste 20 procent van de bevolking vijf procent van haar weelde afstaat aan de armste bevolkingslaag om 26 miljoen mensen uit de armoede te halen. Daardoor zou het aandeel van de arme Brazilianen in de bevolking met tweederde verminderen.

De halvering van de armoede is één van de acht millenniumdoelstellingen, een reeks internationale voornemens rond de grootste problemen waarmee ontwikkelingslanden kampen. De eerste doelstelling, de extreme armoede halveren tegen 2015, legt de lat voor veel Zuid-Amerikaanse landen hoog, al zijn die landen helemaal niet zo arm.

Het beste voorbeeld is Argentinië, in de jaren 90 het land dat er sociaal-economisch het beste voorstond van heel Zuid-Amerika. Maar toen sukkelde Argentinië in een recessie, die in 2001 tot een financiële ineenstorting leidde. In 2002, op het hoogtepunt van de crisis, zat meer dan de helft van de Argentijnen onder de armoededrempel; ruim de helft daarvan moest rondkomen met minder dan één dollar per dag, de grens van de absolute armoede. In 1992 was amper 22,6 procent van de Argentijnen arm en 4,5 procent extreem arm.

De meeste Zuid-Amerikaanse landen zijn de voorbije jaren wel meer aandacht gaan besteden aan armoedebestrijding en aan sociale programma’s in het algemeen. Dat was een reactie op de verscherping van de sociale problemen in veel landen. Armoede werd een politiek thema, en dat bracht in veel landen progressieve bewindslui aan de macht.

De bescheiden economische groei in Argentinië heeft het aantal mensen dat een beroep moet doen op die programma’s al gereduceerd van 2,2 tot 1,5 miljoen. In De regering van de in 2003 aangetreden president Néstor Kirchner begon ook voedselhulp te verdelen. Werkloze gezinshoofden krijgen nu ook een maandelijkse uitkering van 150 peso (42 euro). Een Ontwikkelingsprogramma stelt 425.000 zelfstandigen en kleine bedrijven kredieten en gereedschap ter beschikking. Via het Familieprogramma krijgen een kwart miljoen moeders een beurs om ervoor te zorgen dat ze hun kinderen op school houden. Maar critici vinden dat allemaal oplapwerk - alleen goede werkgelegenheid kan Argentinië volgens hen uit de armoede halen.

Brazilië lanceerde al in de jaren 90 een reeks van programma’s om de armoede terug te dringen. Ook dat land geeft onder meer uitkeringen aan arme gezinnen die hun kinderen naar school blijven sturen. Andere initiatieven probeerden het inkomen van de armste inkomensgroepen op te krikken. Met een Nul Honger Plan schakelde de linkse president Luiz Inácio Lula da Silva meteen na zijn aantreden begin 2003 in een hogere versnelling. Meer dan zeven miljoen arme Braziliaanse gezinnen krijgen nu een uitkering die kan oplopen tot 95 real (32 euro) per maand. De bedoeling is tegen eind 2006 alle 11,2 miljoen arme gezinnen in Brazilië in het programma op te nemen. Het Nul Honger-initiatief levert ook voedselhulp, leert mensen lezen en schrijven en zet arme gezinnen op weg in de landbouw. De bittere armoede in Brazilië wordt daardoor gemilderd, maar de extreme bezitsongelijkheid blijft.

Een ander land dat nog steeds met armoede kampt ondanks spectaculaire initiatieven, is Venezuela. President Hugo Chávez gebruikt de almaar stijgende inkomsten uit de olie-export sinds 2003 ook om een hele rist alternatieve sociale programma’s te financieren. Zowat 15 miljoen Venezolanen - op een totale bevolking van 26 miljoen mensen - kunnen gesubsidieerde levensmiddelen kopen in een keten van overheidswinkels. Vier miljoen kinderen en jongeren zijn in het schoolsysteem geloodst, een half miljoen daarvan met beurzen. 15.000 artsen uit Cuba leveren gezondheidszorgen in de armenwijken.

In de meeste Latijns-Amerikaanse landen lagen de Millenniumverklaring van de VN en de doelstelling om de armoede te halveren, niet aan de basis van de sociale programma’s die de voorbije jaren zijn ontwikkeld. Een uitzondering is Uruguay. Toen de linkse regering van president Tabaré Vázquez er in maart aan de macht kwam, lanceerde ze meteen een armoedebestrijdingplan met als doel de belangrijkste millenniumdoelstellingen waar te maken. Uruguay stond ooit bekend als het Zwitserland van Zuid-Amerika, maar duikelde de voorbije jaren in een economische crisis die de werkloosheid deed stijgen tot 17 procent. De export, de lonen en de deviezenreserves gingen de dieperik in. Een derde van de bevolking zit nu onder de armoedegrens. (PD/MM)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.