Milieubeweging heeft geen goed oog in walvistop

Milieuorganisaties achten de kans klein dat de jaarvergadering van de Internationale Walvisvaartcommissie een compromis oplevert dat de jacht op walvissen terugdringt.
De 61ste jaarvergadering van de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) is gisteren (22 juni) begonnen op het Portugese eiland Madeira. Delegaties van de 85 lidstaten zetten er hun aanslepende dispuut voort over het verbod op commerciële walvisvangst dat de IWC in 1986 instelde.

Patstelling


Japan, IJsland en Noorwegen willen dat verbod zo snel mogelijk zien verdwijnen; de VS, de Europese Unie en Australië houden er aan vast. Beide groepen hebben ongeveer evenveel andere lidstaten achter zich. Dat verlamt de IWC. Voor belangrijke wijzigingen aan de IWC-conventie die de walvisvaart regelt, is immers een drievierdemeerderheid nodig.
Dit jaar wordt een compromisvoorstel van de IWC bestudeerd, waarbij Japan minstens een deel van zijn walvisvangst voor wetenschappelijke doeleinden in de Zuidelijke Oceaan zou opgeven in ruil voor de toelating in zijn eigen kustwateren op walvissen te mogen jagen.
Milieuorganisaties zijn tegen dat voorstel. Samen met de landen die tegen de jacht op walvissen zijn, vinden ze dat het vangstverbod nog moeten worden aangescherpt. Maar hun verwachtingen zijn niet hoog gespannen. “Ik geloof niet dat dit de bijeenkomst van de doorbraak wordt”, liet Remi Parmentier van het Amerikaanse Pew Whales Conservation Project bij het begin van de conferentie horen. Sara Holden, een campagnevoerster van Greenpeace die zich toelegt op de bescherming van walvissen, gelooft ook niet dat er een einde komt aan de patstelling. “Mijn grootste vrees is dat de delegaties er vrede mee zullen nemen om nog een jaar verder te onderhandelen, terwijl er walvissen blijven sterven.”

Buitenlandse handel


Japan, IJsland en Noorwegen vangen ongeveer 2000 walvissen per jaar. IJsland en Noorwegen aanvaarden het moratorium gewoon niet. Japan roept een uitzonderingsbepaling van de IWC in die de jacht om wetenschappelijke doeleinden toelaat. De drie landen zeggen dat verscheidene soorten weer talrijk genoeg zijn om de commerciële walvisvaart en de handel in walvisvlees opnieuw toe te laten.
Japan, dat zelf walvissen vangt rond de Zuidpool en in het noordwestelijke deel van de Stille Oceaan, begon vorig jaar ook walvisvlees in te voeren. Het ging maar om een paar ton uit IJsland en minder dan 10 ton uit Noorwegen, maar beide landen hopen dit jaar meer walvisvlees naar Japan te kunnen exporteren.
“Dat illustreert de wanhoop van de walvisindustrie: ze raken hun producten niet kwijt in Noorwegen en proberen ze daarom in het buitenland te verpatsen”, zegt Truls Gulowsen, de coördinator van Greenpeace in Scandinavië.
Maar dat maakt de vooruitzichten van de tegenstanders van de walvisvaart er niet beter op. Volgens Reece Turner, een andere walvisexpert van Greenpeace, zal Denemarken in naam van Groenland de toelating vragen om tien bultruggen te vangen. Inheemse kustbewoners van Groenland mogen al een aantal andere walvissoorten vangen voor eigen gebruik.
De regering van IJsland trok het quotum op vinvissen dat het land zelf instelt, begin dit jaar op van 49 tot 150. Daarnaast wil IJsland tot 100 dwergvinvissen laten bovenhalen. “Samen met de jaarlijkse vangst van Noorwegen lijkt het erop dat de Europese landen voor de eerste keer meer walvissen zullen vangen dan Japan nu doet”, zegt Turner.

Bedreiging blijft


De milieubeweging oordeelt dat walvissen een bedreigde diergroep blijven. “De grote walvissen op onze planeet worden geconfronteerd met meer bedreigingen dan ooit”, zegt Patrick Ramage, de directeur van het walvisprogramma van het Internationaal Fonds voor Dierenwelzijn.
Greenpeace vindt ook dat het verbod gehandhaafd moet worden. Walvissen sterven ook doordat ze verstrikt raken in visnetten of worden aangevaren. Als die aantallen niet snel teruglopen, dreigt de huidige vangst de westelijke grijze walvis deze eeuw nog te doen uitsterven, waarschuwt Greenpeace. Om dezelfde reden blijft een herstel van de bestanden van de noordkaper uit.
Greenpeace zegt dat er geen markt meer is voor walvisvlees in Japan. Asia Trading Co., de Japanse handelsonderneming die vorig jaar walvisvlees invoerde uit IJsland en Noorwegen, zegt geen plannen te hebben dat dit jaar weer te doen. Volgens Greenpeace hebben die grootste drie vishandelaars in Japan gezegd dat ze zelfs geen Japans walvisvlees meer hoeven.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.