Het alfabet van onze tijd

Hoe zeg je iets over onze tijd, die oceaan van feiten die de menselijke werkelijkheid uitmaken? Een lijst van alfabetisch gerangschikte begrippen die naar elkaar verwijzen, en dus een netwerk vormen, leek John Vandaele geen slecht idee. Daarom schreef hij Het alfabet van onze tijd als een kleine encyclopedie, met woorden en begrippen als structuur. Het boek verscheen begin oktober, maar MO* kreeg natuurlijk het voorrecht van een voorpublicatie.

  • Klaas Verplancke www.klaas.be Klaas Verplancke

Het alfabet van onze tijd is geen theorie van alles, maar een overzicht van de trends en belangen die de wereld vormgeven. De aanpak laat toe in een kort bestek heel diverse elementen in het grote verhaal te betrekken. Sommige woorden, die maar een paar zinnen krijgen, voegen er kleine accenten aan toe, terwijl andere woorden, die veel plaats innemen, een van de grote lijnen mee schragen. Er lopen immers verschillende lijnen door het boek, die samen inzicht verschaffen in dit tijdperk. In dit essay is het uiteraard onmogelijk om het hele boek te vertellen, maar met enkele belangrijke woorden kunnen we wel de manier van werken evoceren. De vet gezette woorden vormen in het boek een lemma en worden er dus toegelicht.

Anders

Anders is misschien wel het belangrijkste woordje van het boek. Niet enkel omdat een epische crisis van het kapitalisme zoals we die nu meemaken altijd leidt tot veranderingen, maar ook omdat er nog fundamentelere verschuivingen aan de gang zijn.

De manier waarop wij in het Westen de wereld ervaren, zal diepgaande veranderingen ondergaan. We zullen niet meer on top of the world zijn – de realiteit en het gevoel van dominantie en beheersing die het Westen een paar eeuwen kende, zullen afkalven.

Om twee redenen. De eerste grote verandering is dat de economische dominantie van het Westen afneemt. De economie van de meeste ontwikkelingslanden groeit nu sneller dan die van de rijke landen. China wordt over enkele jaren ‘s werelds grootste economie. En aangezien het productievermogen van een land uiteindelijk ook de basis is van politieke en militaire macht, gaat de economische verschuiving ook gepaard met een machtsverschuiving.

Die verschuiving van West naar Oost is al decennia bezig en zal nog decennia doorgaan, ook al heeft de financiële crisis het proces danig versneld.

Decennialang was het materiële comfort dat we in het rijke Noorden evident vonden voor vier vijfde van de wereldbevolking schier onbereikbaar. Daar komt nu verandering in en wie jarenlang de Noord-Zuidkloof betreurde, kan daar alleen maar blij om zijn. Met dien verstande dat groei nog geen menselijke ontwikkeling voor allen is. In veel opkomende landen is de ongelijkheid enorm: veel mensen voelen er weinig of niks van de goede tijden.

De tweede verandering is dat de almaar groeiende mensheid met haar almaar groeiende bedrijvigheid steeds meer op de natuurlijke rijkdommen van de aarde, inclusief haar klimaatsysteem, drukt. De overtuiging dat we de aarde naar willekeur kunnen beheersen, en gratis eindeloos van haar rijkdommen kunnen blijven genieten, moet plaatsmaken voor het besef dat die aarde eindig is: grondstoffen worden schaarser, net als water en ruimte,…

Die grote veranderingen zullen onvermijdelijk ook leiden tot ideologische verschuivingen: het mensbeeld en het wereldbeeld van veel mensen zal wijzigen. Al was het maar omdat de opkomende landen een heel andere ‘bagage’ meebrengen. Ook de ecologische crisis vraagt om een herbezinning over tal van zaken: consumptie, groei, rijkdom, solidariteit,…

De financieel-economische crisis doorprikt dertig jaren van neoliberale illusies, het allesverblindende geloof in de markt. De slinger gaat terug in de richting van een grotere rol voor overheden allerhande.

Briljant

‘Met glans, schitterend’, vrijwel altijd figuurlijk. Zo valt ook het lobbywerk van de banksector tijdens de voorbije 35 jaar te omschrijven…

Crisis

We worstelen momenteel met drie crisissen. De eurocrisis die we over onszelf hebben afgeroepen. Een ecologische crisis waarbij we eigenlijk best wat minder economische groei zouden hebben, en ten slotte is er de financieel-economische crisis die juist smacht naar wat meer groei en die feitelijk veel weg heeft van die typische overproductiecrisis die Karl Marx lang geleden al beschreven heeft.

In 1992 noemde de Belgische marxist Ernest Mandel de zogenaamde kredietinflatie al een groot probleem. ‘De wereldeconomie drijft naar welvaart op een oceaan van schulden. Schulden van de overheid, de ondernemingen en de consumenten moeten de inwendige tegenstellingen van de economie tijdelijk overbruggen. Het betekent concreet dat de productiecapaciteit sneller groeit dan de inkomens van de verbruikers.’ (De Morgen, 4 januari 1992).

Mandel signaleert hier hetzelfde basisprobleem als de econoom Raghuram Rajan, volgens The economist de meest invloedrijke econoom sinds 2008: dat een groot deel van de werkende bevolking zijn inkomen ziet afbrokkelen. Dat leidt tot spanningen die de politiek dan volgens Rajan met krediet wil oplossen. Bien étonné de se retrouver ensemble, zit vermogensbeheerder Geert Noels min of meer op dezelfde golflengte: ook hij vindt een economie die steunt op almaar meer schulden niet duurzaam.

Democratie

Blijft de minst slechte van alle bestuursvormen, maar ze verkeert in ernstige moeilijkheden. Mondiaal kapitalisme zet de democratie onder druk. De economie opereert mondiaal terwijl de democratie nationaal en lokaal opereert. Als mondialisering immigratie verwekt, of meer ongelijkheid, is het niet eenvoudig om daar op nationaal niveau wat aan te doen. Mensen vertonen wel de neiging daartoe en willen zich juist in tijden van globalisering terugtrekken in de vertrouwde gemeenschap. ‘Maar zo ga je de welvaartsstaat niet redden’, stelt filosoof en econoom Philippe Van Parijs, hoogleraar aan de UCL en aan de Universiteit van Oxford.

‘Vroeger functioneerde de markt binnen het kader van de nationale democratie. Toen kon de democratie die markt sterk beïnvloeden. Nu ligt dat anders. Het gevolg is dat staten langzaam in bedrijven veranderen: ze concurreren met elkaar om kapitaal en mensen. Vandaag is het eerder de markt die de regels oplegt aan de democratie dan omgekeerd. Democratie moet dus leren functioneren op een hoger niveau en dat stelt ons voor grote mentale en institutionele problemen. De democratie was gemaakt voor de stad en later voor een staat.’

Er zijn dus twee mogelijkheden. Of de politiek legt de mondiale markten weer stil – adieu mondialisering –, maar dat zal gepaard gaan met een wereldwijde recessie. Of de democratie leert op dat hogere niveau functioneren. Met alle problemen van dien. Die hogere niveaus staan ver van de mensen af, zijn vaak nogal ingewikkeld, waardoor mensen er zich moeilijk mee identificeren.

Ecologische economie

Is het aanvaardbaar dat bankiers enorme vergoedingen ontvangen, terwijl mensen die wel nuttig werk doen in scholen en ziekenhuizen veel minder worden betaald?
In wezen vinden de ecologische economen dat zowel de (materiële) schaal van de economie als de verdeling van de welvaart niet door de markt maar door de maatschappij bepaald moet worden. Binnen die grenzen kan de markt opereren, want dat kan hij het efficiëntst.

Klimaatbeleid is een poging om de schaal – in dit geval de maximale uitstoot van CO2 – vast te leggen. Progressieve belastingen en sociale uitkeringen zijn dan weer manieren om de inkomensverdeling aan de markt te onttrekken.

Mensbeeld

Manier van kijken naar de homo sapiens die in de loop der eeuwen evolueerde. Vaak werd ze sterk beïnvloed door religieuze stelsels, maar nu kan ze ook worden gevoed door de menswetenschappen.

De grondlegger van de evolutieleer, Charles Darwin, hoewel een denker uit de negentiende eeuw, speelt daarin nog altijd een rol. Kun je de gebeurtenissen van de twintigste eeuw begrijpen zonder de evolutietheorie? Lenin had nog maar de macht gegrepen om de klassenloze maatschappij te vestigen in wat de Sovjet-Unie zou worden, of daar begon het interne getouwtrek om de macht al. Het zou uiteindelijk uitmonden in grootschalige zuiveringen onder Stalin.

Elke communistische partij, elke politieke partij, elke organisatie, hoe verheven ook haar doelen, is het toneel van machtsstrijd, en het gevecht om het juiste plaatsje in de hiërarchie – zij het dat de strijd niet overal even hard wordt uitgevochten.

De studie van de mensapen leert ons dat competitie en hiërarchie inderdaad kenmerkend zijn voor onze soorten. Competitie om vrouwtjes, zodat de sterkste zich kan voortplanten. Competitie om voedsel is de elementaire strijd om het overleven. Het feit dat die neigingen zich in alle culturen voordoen, lijkt erop te wijzen dat ze in onze genen zitten.

Maar het is lang niet het enige dat in onze genen zit. De mens is niet alleen maar een egocentrisch monster; hij heeft andere pijlen op zijn boog. Darwin zelf vermoedde dat al en het is wat de hedendaagse darwinisten en evolutiepsychologen ons leren, heel anders dan de vroege sociaal-darwinisten die de evolutieleer gebruikten om ongelijkheid te rechtvaardigen.

Ook veel liberaal economisch denken berust op een beperkte lezing van de evolutieleer om een maatschappelijk model te reduceren tot de markt of een rabiaat kapitalisme zoals dat van de Amerikaanse denkster Ayn Rand en haar supporter Alan Greenspan (voorzitter van de Centrale Bank van de VS tussen 1987 en 2006 en toen een van de machtigste mannen op aarde). Rand vond het de morele plicht van een mens om alleen aan zichzelf te denken.

Dat alles is veel te kort door bocht. Ten eerste is het gevaarlijk om uit een mensbeeld eenduidig af te leiden welke maatschappij het best bij de mens past. Ten tweede is de mens meer dan een competitiebeest. De mens en de mensapen zijn ook empathische wezens, en ze hebben zoiets als een rechtvaardigheidsgevoel, dat wel eens zeer diepgeworteld zou kunnen zijn. Verder blijkt de mens ook in staat tot medeleven.Medeleven gaat verder dan inleven: boven op het besef van hoe de ander zich voelt, komt de aandrang om die ander te helpen, om zijn of haar situatie te verbeteren. Ook daartoe is de mens in staat, als je de evolutionaire psychologen leest, maar dat gevoel is veel minder automatisch dan de inleving of empathie.

Roze plastic paardjes

Komen elk jaar en masse met de stoomboot uit China: als speelgoed, als representatiegeschenk, als randprul… Symbool van verkwisting in tijden van globalisering.

Rechtvaardigheid

Ook in onze samenleving broeit een rechtvaardigheidsprobleem. Als ik onze scholen zie en de leerkrachten die er werken, dan stralen die heel dikwijls inzet en kwaliteit uit. Hoewel leerkrachten in België goed betaald worden, krijgen ze absoluut niet de verbijsterende bedragen die bankiers en balgoochelaars versieren. Idem voor onze ziekenhuizen en hun verplegend personeel, dat mensen bijstaat in hun donkerste uren.

De inzet van leerkrachten en verplegers bewijst dat mensen wel degelijk bereid zijn het beste van zichzelf te geven zonder dat ze miljoenen euro’s verdienen. Als we erkennen dat goed onderwijs, en dus leerkrachten die zich inzetten, superbelangrijk zijn voor de toekomst (zie scholen) en dat we allemaal beter worden van een samenleving met geschoolde en gezonde mensen – onderwijs en gezondheidszorg zijn daarom ook een publiek goed –, dan roept het vragen op over het sociaal contract van onze samenleving. Is het aanvaardbaar dat bankiers, die soms bijzonder weinig bijdragen tot de samenleving – en soms veeleer schade aanrichten –, enorme vergoedingen ontvangen, terwijl mensen die wel nuttig werk doen in scholen en ziekenhuizen veel minder worden betaald?

Komt daar nog bij dat peilloos rijke mensen in tijden van klimaatverandering en toenemende schaarste het slechte voorbeeld geven: naarmate het water stijgt, wordt eclatante consumptie ongepast.

Er zijn ook rijke mensen zoals de Amerikaan Warren Buffet, die beseffen dat ze hun rijkdom deels te danken hebben aan de samenleving, en vinden dat ze best wel iets terug mogen doen, en daarom de helft van hun vermogen wegschenken. Buffet ergert zich ook aan het feit dat hij als een van de rijkste mensen ter wereld maar half zoveel belastingen betaalt als zijn secretaresse. De belastingen vergroten dus de ongelijkheid: de staat als hoeder van de rijken. Dat is het gevolg als het kapitalisme de democratie oppeuzelt.

Zen

Nu we met zeven en binnenkort met negen miljard gedreven mensen op de planeet moeten zien te leven, zijn zen en zuinigheid zaken die hier en nu nuttig kunnen zijn in de rijke landen van het Westen. Ook al moeten we dan leren om ons te uiten op andere manieren dan door middel van de spullen die we bezitten, het verlangen om ons van anderen te onderscheiden zal blijven. Daar is ook niks mis mee; het is de basis van veel creatiefs.

Maar tegenover die ongebreidelde drang staat het best ook iets anders. Een levensbeschouwing die ons een plaats geeft als mens onder de mensen, dier onder de dieren, op onze planeet onder de planeten, die de honger naar status en onderscheiding wat kan relativeren. Het Oosten, het oude Oosten en misschien ook het nieuwe Oosten – al is het nu in de greep van materialisme – kunnen ons daar een en ander over leren.

Het alfabet van onze tijd door John Vandaele is uitgegeven door Houtekiet. 216 blzn. ISBN 978 90 8924 227 3

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.