Conflictbeheersing en strijd tegen de armoede centraal op AU-top

De Afrikaanse Unie (AU) eist in de eerste plaats een rol op bij de vredeshandhaving op het continent. De in mei opgerichte Vredes- en Veiligheidsraad van de AU maakt aan de verzamelde staats- en regeringsleiders in Addis Abeba zijn eerste aanbevelingen over. Volgens medewerkers van Mbeki heeft de raad standpunten klaar over de ontwikkelingen in de Sudanese crisisregio Darfur en over de conflicten in Burundi, Congo en Ivoorkust.

In Darfur, waar een miljoen mensen op de vlucht zijn voor een conflict tussen twee rebellenbewegingen, het regeringsleger en Arabische milities die waarschijnlijk gesteund worden door de Sudanese overheid, heeft de Afrikaanse Unie momenteel 23 waarnemers ter plaatse. Binnenkort zal die missie versterkt worden met nog eens 60 medewerkers. Alpha Konaré, de voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse Unie, reisde op 3 juli naar Darfur voor een bemiddelingspoging tussen de rebellen en de Arabische milities. Konaré schat dat de waarnemersmissie 26 miljoen dollar nodig heeft om naar behoren te kunnen functioneren.

Op de AU-top zal ook een resolutie worden besproken over de oprichting van een Afrikaanse vredesmacht. De Vredes— en Veiligheidsraad wil een pan-Afrikaanse troepenmacht van 15.000 manschappen op de been brengen die kan optreden om oorlogen te voorkomen, strijdende partijen te ontwapenen, toe te kijken op vredesakkoorden en om humanitaire operaties uit te voeren of te begeleiden. De vredesmacht zou tegen 2010 operationeel moeten zijn. In eerste instantie zouden Zuid-Afrika, Nigeria, Kenia en Egypte troepen leveren.

De tweede grote uitdaging is de strijd tegen de armoede. De Wereldbank schat dat de helft van de Afrikaanse bevolking, meer dan 350 miljoen mensen, moet rondkomen met minder dan een dollar per dag. Volgens Trevor Manuel, de Zuid-Afrikaanse minister van Financiën, lijken maar vier Afrikaanse landen de Millenniumdoelstellingen te zullen halen – acht ambitieuze ontwikkelingsdoelstellingen in verband met armoedebestrijding, gezondheidszorg en onderwijs die in 2000 door de internationale gemeenschap werden vastgelegd en tegen 2015 in werkelijkheid zouden moeten worden omgezet. Maar het aantal extreem arme mensen in Afrika zal volgens Manuel bijvoorbeeld pas binnen honderd jaar gehalveerd zijn.

De Afrikaanse Unie probeert wel sneller uit het moeras te komen. De Unie keurde daartoe onder meer het New Partnership for Africa’s Development (NEPAD) goed, een programma dat bij de rijke landen meer investeringen en ontwikkelingshulp moet losweken in ruil voor beter beheer en democratisering in Afrika. Maar sommige voornemens in dat verband vallen in slechte aarde bij lidstaten als Libië, die geen meerpartijensysteem kennen.

Op de top van de Afrikaanse Unie wordt de komende dagen ook gelobbyd over het land waar het nieuw opgerichte Pan-Afrikaanse Parlement zal gaan zetelen. Zuid-Afrika en Egypte lijken voorlopig de sterkste kandidaten. (PD)