Chavez’ strijd tegen illegale mijnbouw draait uit op bloedvergieten

Hoeveel doden er bij het mijnincident van vorige week vrijdag vielen, is niet duidelijk. Sommige bronnen spreken van zes doden, de overheid houdt het op vier. Volgens getuigen daalden zwaar bewapende Venezolaanse soldaten af in de mijn van Turumbán, op de oevers van de rivier La Paragua, en openden zonder waarschuwing het vuur op de aanwezige kompels. Ze zouden ook meer dan tien kilogram goud hebben geroofd.

Minister van Defensie Raul Baduel zegt dat de soldaten vanuit de jungle werden beschoten, nadat zij illegale mijnbouwactiviteit hadden bespeurd. Op de mijnsite zouden wapens in beslag genomen zijn. De advocaat van de mijnbouwers ontkent dat.

Baduel beval een onderzoek en liet de soldaten in kwestie arresteren. President Hugo Chavez zei dinsdag dat het voorlopige onderzoek naar het incident uitwijst dat het leger over de hele lijn verantwoordelijk is voor de moorden en dat de soldaten voor het gerecht zullen worden gebracht. “Deze regering is niet van plan om de zaak in de doofpot te stoppen. Deze regering respecteert de mensenrechten”, aldus Chavez.

Het brutale incident ontlokte de voorbije dagen gewelddadige straatprotesten in de zuidoostelijke mijngebieden van het land. Woedende mijnbouwers en hun families in La Paragua en Maripa bestormden een legerpost en staken het huis van de burgemeester Carlos Figarelle in brand. Ook enkele jeeps van de overheid van Bolivar en het ministerie van Milieu moesten eraan geloven. De gouverneur van Bolivar heeft de steun van het leger gevraagd om de openbare orde te herstellen.

Marino Alvarado, coördinator van de lokale mensenrechtengroep Provea, vindt het “een positieve ontwikkeling” dat de zaak voor de burgerrechtbank komt.

Oppositiepartijen reageren woedend. Voormalig links gouverneur van de deelstaat Bolivar, Andrés Velásquez, zei “dat zelfs in het geval van illegale mijnbouw niemand het recht heeft om mijnwerkers te doden.”

De slachtpartij en het gewelddadige antwoord van de bevolking zijn een serieuze opdoffer voor Hugo Chavez, die ernaar streeft om de illegale mijnbouw in het land uit te roeien. In augustus verbood hij definitief alle mijnbouw in het bassin van La Paragua, zodat het milieu er de kans krijgt om zich te herstellen. De mijnbouwers worden aangemoedigd zich om te scholen tot landbouwer of toeristengids en krijgen daarvoor ook financiële steun.

In Bolivar leven ongeveer 200.000 arbeiders en hun families van de inkomsten uit de (illegale) mijnbouw. Als een mijnwerker geluk heeft, kan hij op één dag tot 1.500 dollar verdienen, een bedrag dat in de landbouw en toerisme gelijk staat aan drie maandlonen. Weinig inwoners zijn er dan ook happig op om de illegale mijnbouw vaarwel te zeggen. Volgens de overheid hebben voor de slachtpartij al 1.954 mijnbouwers de overstap naar de landbouw of het toerisme gemaakt.