Canadese olielobby richt pijlen op Amerikaanse Democraten

Directieleden van het bedrijf Nexen Energy, dat oliebelangen heeft in het noorden van Alberta, en minister Tony Clement, de voorzitter van een Canadese regeringscommissie voor energieveiligheid, ontmoetten vorige week Jason Grumet, de topadviseur voor energie van de Democratische presidentskandidaat Barack Obama. De Canadezen willen ook onder een Democratische president het “energiepartnerschap” tussen Canada en de VS te bestendigen.
De ontmoeting, die plaatsvond achter gesloten deuren tijdens de partijconventie in Denver, volgde op uitlatingen van Grumet en andere medewerkers van Obama die de Canadese olie-industrie deden opschrikken. In juni verklaarde Grumet aan journalisten dat “de hoeveelheid energie die nodig is voor de ontginning van olie uit teerzanden een grotere impact heeft op de klimaatverandering dan klassieke olie”. 
Obama’s ploeg zal grondstoffen ondersteunen die “voldoen aan onze plicht om de CO2-uitstoot terug te dringen, en het is nog maar de vraag of de Canadese olie hieraan voldoet”, zei Grumet vlak voor hij de Canadese delegatie ontving in Denver.
Momenteel komt het grootste deel van de Amerikaanse olie uit Canada, dat meer dan een miljoen vaten per dag levert aan zijn buurland. Ongeveer de helft daarvan stamt uit de teerzanden van Alberta. Dat is de olie met de grootste milieuimpact op de markt, verduidelijkt Simon Dryer van het Pembina Instituut, een milieudenktank. “De ontginning van oliezand zorgt voor driemaal meer CO2 dan gewone olie.”
De productie van olie uit teerzand moet van de huidige 1,2 miljoen vaten per dag naar zo’n 3 miljoen vaten per dag gaan tegen 2018. Het merendeel daarvan zou naar Amerika worden geëxporteerd. De Canadese minister Tony Clement liet de journalisten op de conventie in Denver weten dat “de Canadese regering haar belangen agressiever moet verdedigen bij de Amerikaanse politici”.

Naar China

Canadese oliebazen in Denver uitten licht versluierde dreigementen aan het adres van Obama, door te verklaren dat olie uit teerzand naar China zou worden verscheept als de nieuwe machthebbers in Washington beperkingen zouden opleggen. “Bedrijven in Canada zullen een grotere pijpleiding naar de westkust aanleggen en de olie naar China en India uitvoeren”, verduidelijkte Dwain Lingenfelter van Nexen Energy. “De Verenigde Staten mogen dus het hele plaatje niet uit het oog verliezen”, liet de lobbyist in de krant Toronto Star optekenen.
Dat kan niet echt ernstig genomen worden, vind Simon Dyer van de milieudenktank Pembina Institute. “Die pijplijn naar Azië, via de haven van Prince Rupert, moet door een gebied waar het landeigendom nog steeds omstreden is”, denkt Dyer. “De verbinding (met China) is nog lang niet rond.”
In de toespraak op de partijconventie in Denver waarin Obama zijn kandidatuur aanvaardde, beloofde hij de Amerikaanse afhankelijkheid van olie uit het Midden-Oosten binnen 10 jaar ongedaan te maken. Milieuactivisten in Canada en de VS vinden gesprekken achter gesloten deuren met bedrijfsleiders uit de oliesector niet de beste manier om daaraan te werken.
De huidige Canadese regering teert op politieke en financiële steun van olieproducerende regio’s in het westen van het land. In juli alleen al hadden oliezandbedrijven in totaal 36 ontmoetingen met Canadese ministers en regeringsfunctionarissen, aldus recent onthulde lobbyberichten. Intussen konden milieubewegingen 7 keer vergaderen, meestal met assistenten en andere lagere functionarissen.