Amerikaanse neocons bereiden comeback voor

De organisatie met de kleurloze naam Foreign Policy Initiative (FPI) is het geesteskind van de neoconservatieve goeroes William Kristol, Robert Kagan en Dan Senor. De denktank is nog weinig in de openbaarheid getreden, maar analisten zien er een opvolger in van het Project for the New American Century (PNAC).
Het PNAC werd vooral bekend met grote campagnes, voor en na 11 september 2001, die opriepen tot een aanval op Saddam Hoessein. De denktank leverde Bush een deel van zijn regering: vice-president Dick Cheney, minister van Defensie Donald Rumsfeld, en diens plaatsvervanger Paul Wolfowitz.

Onmisbare natie

Volgens het mission statement van het FPI “blijven de Verenigde Staten de onmisbare natie voor de wereld”. Het vindt dat niet te veel ambitie, maar te veel isolationisme het probleem is, en roept daarom op tot meer diplomatieke, economische en militaire betrokkenheid in de wereld. Er doemen namelijk flinke bedreigingen op, zoals schurkenstaten, autocratieën en terrorisme, en natuurlijk de uitdagingen van de opkomende machten – China en Rusland.
Hierin is de invloed van Kristol en Kagan zichtbaar, die al jaren pleiten voor een alliantie van democratische staten tegen het autoritaire blok van Moskou en Peking.
De eerste bijeenkomst, op 31 maart, zal gaan over Afghanistan. Naast voormalig presidentskandidaat John McCain zullen verschillende neoconservatieve sprekers oproepen tot een verhevigde aanpak in Afghanistan. Dat is ironisch, aangezien het juist deze mensen waren die na de aanval op Afghanistan in 2001 snel wilden doorgaan met Irak, waardoor de Taliban en Al-Qaida konden blijven bestaan.

Militarisering

“Dit doet me denken aan het Project for the New American Century,” zegt Steven Clemons van de New America Foundation. “Net als het PNAC zal het een uitlaatklep zijn voor mensen die voor een verdere militarisering van de VS zijn, en die de wereld verdelen tussen de goeden en slechten.”
Al vanaf de oprichting in 1997 riep het PNAC op tot het omverwerpen van Saddam Hoessein. Daags na de aanslagen van 2001 vroeg het president Bush om de oorlog tegen terreur te verbreden tot Irak en Hezbollah in Libanon. In 2002 noemde het Arafat een “rader in de machine van het terrorisme” en vroeg het de regering te stoppen met de steun aan het Israëlisch-Palestijnse vredesproces.
De oprichting van het FPI kan betekenen dat de neoconservatieven weer hoop krijgen op een agressieve buitenlandpolitiek. Die willen ze hebben uitgedacht zodra ze weer aan de macht komen in het Witte Huis.