Amerikaanse antifeministen gaan Iraakse vrouwen opleiden

Ze zijn tegen overheidsgesubsidieerde kinderopvang, tegen betaald zwangerschapsverlof, tegen gelijk werk voor gelijk loon en tegen quota voor vrouwen in overheidsdiensten. Toch zal het Independent Women’s Forum (IWF) samen met het Meridian International Centre, de International Republican Institute (IRI) en de National Democratic Institute (NDI) subsidies krijgen om samen met Iraakse partners vrouwen voor te bereiden om op te komen tijdens de verkiezingen, hen aan te moedigen te stemmen, hen media- en zakentraining te geven en om centra op te richten voor netwerking en advies. Paula Dobriansky, de vice-staatssecretaris voor Mondiale Zaken, maakte de lijst van uitverkoren organisaties vorige week bekend.

De stafleden van de organisatie bestaan grotendeels uit voormalige Republikeinen met veel ervaring in bestuursfuncties en lobbywerk. Maar inzake de promotie van democratie, internationale zaken of het Midden-Oosten hebben de kaderleden van het IWF zeer weinig ervaring.

Een inside deal, vindt de voorzitter van de Feminist Majority Foundation, Eleanor Smeal. Vice-staatssecretaris Dobriansky is vroeger nog lid geweest van de adviesraad van het IWF. Bovendien telt de lijst van oprichters van de organisatie namen als Lynne Cheney, de echtgenote van de Amerikaanse vice-president Dick Cheney, en de minister van Werk Elaine Chao.

Het IWF werd in 1991 opgericht door een aantal rechtse Republikeinse vrouwen als tegengewicht tegen wat zij het radicale feminisme noemden van de Nationale Vrouwenorganisatie (NOW), een Amerikaanse actiegroep met zo’n 500.000 leden. De organisatie wil naar eigen zeggen strijden tegen de ideologie van het radicale feminisme die de vrouw in een slachtofferrol duwen.”

Ze heeft in de loop der jaren een aantal controversiële standpunten ingenomen. Zo heeft de organisatie zich verzet tegen regeringsprogramma’s om seksuele discriminatie te bestrijden in onderwijsinstellingen die overheidssubsidies krijgen. Het IWF was ook een fervent tegenstander van de VN-Conventie tegen de Eliminatie van Vrouwendiscriminatie, gedeeltelijk omdat die overheden het recht zou geven om wetten van gelijk loon voor gelijk werk af te dwingen. Zoiets vondt het IWF inefficiënt en onethisch, want tegengesteld aan de principes van de vrije markt. Het IWF tekende ook bezwaar aan tegen de eis van de VN-Conventie dat overheden betaald zwangerschapsverlof en kinderopvang moeten garanderen, en maakte een probleem van de aanbeveling voor dat vrouwen op alle overheidsniveaus vertegenwoordigd moeten zijn. Ironisch genoeg heeft de regering-Bush dat laatste in Irak juist gesuggereerd. Het staat in de wet die het door de Amerikanen aangevoerde interim-bestuur goedkeurde.

Het IFW werd eerder verdacht partijdig te zijn, omdat het steevast de standpunten van de Republikeinse Partij verdedigt en prominente Democraten aanvalt. In mei van dit jaar fulmineerde het nog tegen de Democratische presidentskandidaat John Kerry omdat die het hoofd van het Pentagon Donald Rumsfeld had gevraagd af te treden omwille van het mishandelingschandaal in de Iraakse Abu Ghraib-gevangenis. Het IFW stelde dat Kerry de zaak onder de aandacht bracht om geld te verdienen. Enkele weken eerder had de organisatie een petitieactie gevoerd tegen de bittere politieke dikdoenerij van de Democratische leden van de 9/11-commissie. Het IFW vond dat de commissie voor John Kerry werkte, in plaats van voor alle Amerikanen.

Het IFW zegt dat het voor de officiële subsidietoekenning al begonnen was 150 Iraakse vrouwen te werven die willen deelnemen aan een bewustmakingsprogramma. De organisatie wil in december ook een vijfdaagse conferentie organiseren in de Jordaanse hoofdstad Amman. (ADR/MM)