Afrikaanse ngo’s bezorgd over neveneffecten Chinese investeringen
Chinese investeerders in Afrika zijn geen wilde weldoeners en richten soms meer kwaad dan goed aan, vinden Afrikaanse ngo’s die deelnamen aan een conferentie in Kaapstad. De Chinezen lenen grote sommen geld uit zonder controles op corruptie en de arbeidsomstandigheden in de Chinese mijnen grenzen aan slavernij.
Miriam Mannak . 16 juni 2008
Afrikaanse burgerorganisaties brachten hun grieven samen op de Jaarlijkse Conferentie over Ontwikkelingseconomie, georganiseerd door de Wereldbank en het Zuid-Afrikaanse ministerie van Financiën, van 9 tot 11 juni in Kaapstad.
“De Zambiaanse burgerorganisaties zijn het erover eens dat internationale investeringen nodig zijn voor ontwikkeling en dat het niet uitmaakt of het geld uit Europa of uit China komt”, zei Stephen Muyakwa, een landbouweconoom van het Zambian Civil Society Trade Network.
“Maar met de Chinese hulp en leningen zijn er enkele problemen. De Chinese leningen zijn niet erg transparant en ze komen zonder voorwaarden voor de besteding van het geld. De Afrikaanse regeringen mogen er dus mee doen wat ze willen en dat werkt corruptie in de hand. Je kan niet zomaar een blanco cheque aan de minister van Financiën geven en erop rekenen dat alles in orde komt.
Hoewel het Chinese geld zonder al te veel condities komt, doen Afrikaanse regeringen er goed aan waakzaam te zijn, vindt Muyakwa. “Het is al vaker gebeurd dat China een mijn opeist of een aandeel in een bosreservaat, gewoon zomaar. Je kan de mensen niet eerst doen geloven dat er geen condities zijn, en dan opeens iets in ruil vragen.”
Chinese gastarbeiders
Een andere vaak gehoorde klacht is dat de Chinezen nauwelijks voor nieuwe jobs zorgen omdat ze hun eigen arbeiders meenemen. “Nog niet zo lang geleden sloten China en Kameroen een akkoord over de bouw van wegen en infrastructuur als sportvelden en –stadions”, zegt Marie Tamoifo Nkom van het African Youth Diaspora Forum. “Iedereen was tevreden want Kameroen heeft dringend nood aan sportinfrastructuur voor de jeugd. Maar de vreugde was snel verdwenen toen de Chinezen met hun eigen arbeiders kwamen aanzetten en van de extra jobs niets in huis kwam.”
“Toen twee jaar geleden bij een mijnongeluk in Zambia 50 kompels om het leven kwamen, was er dan weer geen enkele Chinees bij”, weet Muyakwa. Voor het zware werk schakelen de Chinezen bij voorkeur Afrikanen in. De werkomstandigheden grenzen vaak aan slavernij.
“Toen een Zambiaanse minister vorig jaar een Chinese mijn wilde bezoeken, werd haar de toegang aanvankelijk geweigerd. Volgens de Chinezen was het ‘hun’ mijn. Uiteindelijk kreeg de minister toch een rondleiding. Toen ze zag dat de arbeiders als beesten werden behandeld, ging de mijn een tijdje dicht, maar nu is ze weer open. De meeste kompels waren halfnaakt en hadden geen stofmaskers, helmen of veiligheidsschoenen.”
Volgens het Internationaal Monetair Fonds steeg de export van Afrika naar China tussen 2001 en 2006 met meer dan 40 procent. De Afrikaanse import uit China steeg in dezelfde periode met 35 procent. Het totale handelsvolume wordt op 55 miljard dollar (35 miljard euro) per jaar geschat en zal naar verwachting groeien tot 100 miljard dollar (64 miljard euro) tegen 2010.
“De Zambiaanse burgerorganisaties zijn het erover eens dat internationale investeringen nodig zijn voor ontwikkeling en dat het niet uitmaakt of het geld uit Europa of uit China komt”, zei Stephen Muyakwa, een landbouweconoom van het Zambian Civil Society Trade Network.
“Maar met de Chinese hulp en leningen zijn er enkele problemen. De Chinese leningen zijn niet erg transparant en ze komen zonder voorwaarden voor de besteding van het geld. De Afrikaanse regeringen mogen er dus mee doen wat ze willen en dat werkt corruptie in de hand. Je kan niet zomaar een blanco cheque aan de minister van Financiën geven en erop rekenen dat alles in orde komt.
Hoewel het Chinese geld zonder al te veel condities komt, doen Afrikaanse regeringen er goed aan waakzaam te zijn, vindt Muyakwa. “Het is al vaker gebeurd dat China een mijn opeist of een aandeel in een bosreservaat, gewoon zomaar. Je kan de mensen niet eerst doen geloven dat er geen condities zijn, en dan opeens iets in ruil vragen.”
Chinese gastarbeiders
Een andere vaak gehoorde klacht is dat de Chinezen nauwelijks voor nieuwe jobs zorgen omdat ze hun eigen arbeiders meenemen. “Nog niet zo lang geleden sloten China en Kameroen een akkoord over de bouw van wegen en infrastructuur als sportvelden en –stadions”, zegt Marie Tamoifo Nkom van het African Youth Diaspora Forum. “Iedereen was tevreden want Kameroen heeft dringend nood aan sportinfrastructuur voor de jeugd. Maar de vreugde was snel verdwenen toen de Chinezen met hun eigen arbeiders kwamen aanzetten en van de extra jobs niets in huis kwam.”
“Toen twee jaar geleden bij een mijnongeluk in Zambia 50 kompels om het leven kwamen, was er dan weer geen enkele Chinees bij”, weet Muyakwa. Voor het zware werk schakelen de Chinezen bij voorkeur Afrikanen in. De werkomstandigheden grenzen vaak aan slavernij.
“Toen een Zambiaanse minister vorig jaar een Chinese mijn wilde bezoeken, werd haar de toegang aanvankelijk geweigerd. Volgens de Chinezen was het ‘hun’ mijn. Uiteindelijk kreeg de minister toch een rondleiding. Toen ze zag dat de arbeiders als beesten werden behandeld, ging de mijn een tijdje dicht, maar nu is ze weer open. De meeste kompels waren halfnaakt en hadden geen stofmaskers, helmen of veiligheidsschoenen.”
Volgens het Internationaal Monetair Fonds steeg de export van Afrika naar China tussen 2001 en 2006 met meer dan 40 procent. De Afrikaanse import uit China steeg in dezelfde periode met 35 procent. Het totale handelsvolume wordt op 55 miljard dollar (35 miljard euro) per jaar geschat en zal naar verwachting groeien tot 100 miljard dollar (64 miljard euro) tegen 2010.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Interview
-
Wereldblog
-
Nieuws
-
Nieuws