De overheid in Peking wil de stijgende voedselprijzen het hoofd bieden door terug te keren naar de aloude politiek van autarkie: zelf genoeg produceren om iedereen eten te geven. Maar dat wordt steeds moeilijker, nu steden landbouwgebied inpalmen en arbeiders van het land weglokken.
In Dorli op het platteland van het Indiase Vidarbha in de staat Maharashtra zijn de katoenboeren terneergeslagen. Ze hebben nauwelijks inkomsten. In Hol, duizend kilometer verderop, bloeit de landbouw.
De snel stijgende rijstprijzen zorgen stilaan voor ernstige problemen in verschillende Aziatische landen. Hulporganisaties kunnen niet langer voldoende rijst aankopen om de armste bevolkingslagen te helpen.
India schrapt de schulden van kleine boeren. De overheid maakt daarvoor vijftien miljard dollar vrij de volgende drie jaar. Niet iedereen profiteert mee van de maatregel.
India maakte dit weekend bekend dat het massaal zou investeren in onderwijs en gezondheidszorg voor zijn landbouwbevolking en dat het de schulden van 40 miljoen boeren zou kwijtschelden. In Peking wordt dat nieuws opgepikt door voorstanders van een privatisering van de landbouwsector, die vinden dat China meer moet doen om de boeren te laten deelne ...
Het gaat India economisch voor de wind, maar ongeveer 70 procent van de 1,1 miljard Indiërs merkt daar nog weinig van. Landloze Indiase boeren en sociaal achtergestelden protesteren.