Le samedi à Niamey, c'est le jour de mariage

Zaterdagochtend 6u. Ik vloek eens stevig wanneer mijn wekker afgaat. Waarom toch? Waarom heb ik toch ja gezegd toen ze me vroegen mee te gaan naar het huwelijk van Mamou? Net nu ik eens uit kon slapen. Juist, omdat ik niet wist dat de fatiya al om 7u30 zou plaatsvinden. En omdat ik het wel spannend vond eens een echt Nigerees huwelijk te zien. Dus in plaats van me nog eens om te draaien, kruip ik mijn bed uit, schrik me wakker met een frisse douche, en hijs me in mijn uniform. Het stofje dat door Mamou ’s vriendinnen gekozen werd staat me gelukkig niet al te slecht. Ik ben eens benieuwd wat voor creaties de kleermakers van de andere vrouwen uit hun duim gezogen hebben. Het is ieder geval een leuke gewoonte. Het geeft zowat een ‘Iedereen bruidsmeisje!’-gevoel wanneer alle vrouwen die dicht bij de bruid staan dezelfde pagne dragen.

 

Woorden in cursief staan onderaan uitgelegd.

Het was niet de eerste keer dat ik een uniform voor een huwelijk liet maken. Een paar weken eerder, voor de trouw van Sophie en Ange liet ik al een keer een jurkje ontwerpen, maar nu is het toch anders. Het is geen gemengd huwelijk. Puur Nigerees. En ik vermoed dat ik de enige ‘nasara’ zal zijn. Een Afrikaans pakje uit twee stuks. En voor het geval dat, heeft m’n ‘stylist’ er zelfs de foulard voor op mijn hoofd bij gedaan. Super! Maar nee, bedankt.

7u, bijna stipt, staan mijn collega’s voor de deur. Gelach en goedkeurend gemor voor m’n outfit. Meer gelach wanneer ik door de smalle rok eerder in de auto val, dan me er elegant in neer te vleien. Rondom me is een levendige conversatie aan de gang. Ze spreken Haousa. Hier en daar vang ik een woord op, maar ik ken er nog niet genoeg van om me met het gesprek te moeien. Ik laat mijn blik dan maar afdwalen naar delen van de stad die ik nog niet eerder zag. Een industriezone, een wijk van hutten opgetrokken door mensen die het platteland ontvluchtten, de weg voor ons die meer putten telt dan asfalt.

Wanneer we eindelijk op onze bestemming aankomen, word ik meteen weggeleid naar het kamertje voor de vrouwen. De mannen blijven buiten zitten op hun plastic huurstoel, onder een luifel die hen moet beschermen tegen de zon.
Een beetje ongemakkelijk trek ik m’n schoenen uit en schuifel ik naar binnen. Er is niemand. Ik hoor stemmen in de kamer naast me, maar durf er niet goed binnen te gaan.‘Heleen!’ ‘Viens!’ Het is Mamou die me roept. Met een blik op nieuwsgierig schuif ik het gordijn opzij dat beide kamers scheidt. En daar is ze dan. De bruid. Gewikkeld in een witte sjaal, een prachtig gewaad eronder. De handen en voeten vol henna versieringen. Haar GSM stevig tussen de vingers geklemd, het gezicht op lichtjes verveeld. ‘Walahi! Elle porte l’uniform!’ Ze is er duidelijk blij om dat ik de moeite gedaan heb.
Behalve ikzelf, is er al een handjevol vrouwen. Vrolijk kletsend brengen ze de ochtend door. Elke 5 minuten komt er wel iemand binnen. ‘Salam Aleikum’ ‘Aleikum Salam’. Plots, als uit het niets strompelen twee schreeuwende oude vrouwen de kamer binnen. ‘Walahi!’ Ze roepen namen en zwaaien met biljetten. Ik staar stomverbaasd naar het tafereel. Nadat het zich zo een vijf à zes keer herhaald heeft, vraag ik eindelijk aan mijn buurvrouw wat het allemaal te betekenen heeft. Ze legt me uit dat de vrouwen de deugden van de bruid verkondigen. ‘Hoe behulpzaam ze is en vriendelijk, en al de rest’. De biljetten zijn geschenken van vrienden en familie voor de bruid. Vaak niet veel, maar alles tezamen zeker geen slecht cadeau.

Ik begin me te vervelen. Het gekwetter van de vrouwen waar ik geen snars van snap – ze spreken Djerma-, het feit dat ik niet ontbeten heb, niet weten waar mijn collega’s uithangen en dus niet zeker zijn of ik een lift terug zal hebben… het begint me op de zenuwen te werken. Ik voel me ook niet genoeg op mijn gemak om op m’n uppie een toertje te gaan maken in deze tenue. Dus blijf ik zitten op mijn kussen en kijk wat om me heen. Teveel vrouwen op een kleine oppervlakte. Geen enkele in uniform… . Kleurrijke pagnes, te grote handtassen, opgewonden conversaties. Wanneer ik er echt, echt genoeg van begin te krijgen, word ik ineens iets aangenaams gewaar. De kamer vult zich met heerlijke geuren. Het kan toch niet waar zijn? Om half 9 ’s ochtends??? En toch, jawel! Schotels en schotels met kopto, couscous en schapenvlees in saus. Niets beter dan dat om de moraal wat op te krikken! Snel was ik mijn handen in de plastic teil die me aangereikt wordt en stort ik me op de schotel die ik deel met een stuk of 5 andere vrouwen. Ik plet als een volleerde Nigerese de couscous en kopto tot balletjes en prop ze in mijn mond. Dat smaakt. M’n humeur stijgt met 5% per hap. Stevig ontbijtje.

En net op dat moment verschijnen mijn collega’s in het deurgat. Glimlachend van oor tot oor als ze me zien schranzen op z’n Nigerees. ‘Blijf je nog even of ga je mee?’ Wat zeg je dan, met je hoofd in de couscous en je handen in de saus? Nog even niet dan maar. Niet veel later kom ik tot het besef dat het misschien toch niet zo een goed idee was mijn eetlust te laten primeren op mijn nood aan transport. Ik zit echt een eindje weg van het centrum en weet helemaal niet waar ik hier een taxi kan vinden. Maar blijkbaar is Allah me goedgezind op deze heuglijke dag. De vrouw naast me biedt me aan me mee te nemen tot aan de assemblee national die zich, door een gelukkig toeval, op nog geen twee minuten van mijn huis bevindt. Ik kan het aanbod niet afslaan. Ondanks de vragende ogen van Mamou besluit ik dat het genoeg geweest is. Ik doe zoals de meeste mensen hier. Zodra er gegeten is, bedanken ze vriendelijk en gaan er snel vandoor. Dus, dag en bedankt! Ik doe alles volgens de traditie.

Op de terugweg voel ik me een tikkeltje schuldig dat ik er al vandoor ging. Het jammer dat ik het feest ’s avonds zal misschien. En dan vooral de ontvoering van de bruid. Het moment dat de vrienden en familie van de bruidegom aankomen, stevig moeten onderhandelen over de prijs van de bruid en haar dan ontvoeren, ondanks de tegenwind van haar verwanten, het moet een fascinerend tafereel zijn. Aan de andere kant, hoewel het nog maar 10u is, wil dat wel zeggen dat ik al bijna 3u gebleven ben, en dat volstaat. In de auto praat ik wat na met de 2 vrouwen die me vergezellen. Ze vragen me of het de eerste keer is dat ik hier een huwelijk zie. Wanneer ik ontkennend antwoord, zijn ze uiteraard nieuwsgierig, maar wanneer ik vertel dat het een huwelijk tussen een Nigerees en Belgische was, vinden ze het maar half en half een Nigerees huwelijk. ‘En daarbij, hier is een huwelijk ook een band tussen twee families. Zodra een blanke vrouw met een man van hier trouwt, krijgt de familie hem nooit meer te zien. En da’s niet goed!’ krijg ik te horen. Ach ja. Op alle regels bestaan wel uitzondering denk ik in mezelf.

Wanneer ik thuiskom zit Jhonel op me te wachten. Hij grinnikt wanneer hij me in uniform ziet. Wanneer ik hem vertel dat ik naar een huwelijk was, nodigt hij me spontaan uit de week erop naar het feest van zijn ‘broer’ te gaan. Ik barst in lachen uit. Dat zien we volgende week nog wel…

 

Fatiya = Vers uit de koran dat uitgesproken wordt om te zegenen; vergaderingen beginnen er vaak mee, het inwijden van een huwelijk, …

Pagne = de typische Afrikaanse stoffen waaruit de kleurrijke gewaden van de vrouwen gemaakt worden

Nasara = blanke

Walahi = Djerma: Ik zweer het je!

Salam Aleikum – Aleikum Salam: Vrede zijn me u, met God ; Wordt gezegd wanneer je ergens aankomt, de telefoon beantwoordt,…

Kopto = Groene bladgroente, beetje als spinazie, maar bitterder

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.