Autonomie als verklede eis, oneffectief ontsluierd

Autonomie moet de laatste twee jaren zowat het meest uitgesproken woord geweest zijn in Bolivia. Ofwel ben je er voorstander van, ofwel tegenstander. Neutrale meningen of verslaggeving over het thema zijn nauwelijks te vinden. Toch weten vele Bolivianen zelf nauwelijks waar het allemaal om draait. In een opiniestuk tracht ik bij te dragen aan de politieke discussie. Autonomie: de echte beweegreden ontsluierd.
Autonomie heeft objectief als taak de staat dichter bij de burger te brengen en zo processen van besluitvorming te democratiseren. Het gaat uit van de filosofie dat, indien men het bestuur op een lager niveau en dichter bij de burger brengt, dit bestuur effectiever zal kunnen voldoen aan de noden van haar burgers. Zo zouden burgers zich sneller identificeren met de staat en het bestuur.
Maar Bolivia heeft steeds een sterk centralistisch systeem gekend. Eisen tot meer autonomie waren dan ook reeds aanwezig sinds de onafhankelijkheid van Bolivia. Toch zijn deze steeds genegeerd geweest door dit centralistische systeem. Vanuit een objectief gezichtspunt zou meer autonomie in Bolivia dus leiden tot een meer aanvaarde staatsvorm, waardoor de bevolking de staat sneller zou aanvaarden. Theoretisch zou meer autonomie bijgevolg een effectieve oplossing zijn voor de structurele problemen waarmee Bolivia al decennialang kampt, zoals de zwakke, niet-hegemonische staat en het gebrek aan democratie.
Wat evenwel opviel, was dat deze autonomie-eis in een stroomversnelling kwam toen vooral de oostelijke departementen Santa Cruz, Beni, Pando en Tarija hun privileges in gevaar zagen komen. Tot 2005 zagen zij deze privileges immers verdedigd door de oude politieke orde. De autonomiebeweging werd sterk aangewend sinds 2000, wanneer sociale bewegingen op het politieke toneel begonnen te verschijnen. Dit feit toont aan dat voorstanders van het neoliberale systeem hun voorrechten bedreigd zagen.
Na de verkiezingsoverwinning van MAS voerde deze oppositie haar eisen voor meer autonomie nog op, met als doel de Grondwetgevende Vergadering te doen ontsporen. Hierop hebben zij beslist hun eigen constitutie uit te schrijven die het recht verkondigt de export te controleren en te onderhandelen over internationale akkoorden, die betrekking hebben op hun regio. Ook willen zij de bevoegdheid over verdeling van land en de controle over het landbouwbeleid.
Al deze zaken wijzen erop dat de drijfveer voor meer autonomie voor dezen die deze eis stuwen niet veel te maken heeft met administratieve vereenvoudiging. De regering was zich hier ten volle van bewust. Toch heeft zij over het hoofd gezien dat ook een belangrijk deel van de bevolking voorstander was van autonomie. En dit deel van de bevolking zag in meer autonomie daadwerkelijk een manier om het bestuur dichter bij de burger te krijgen. Dit heeft de regering lange tijd genegeerd, en dit vormt het punt waar zij zwaar in de fout is gegaan.
Men kan niet stellen dat autonomie de eis is van een handvol oligarchische families, wanneer in referendums in de vier oostelijke departementen de ‘ja’-stem duidelijk de bovenhand haalde. Door effectief van bij de start de leiding te nemen in het autonomieproces, had de regering de tactiek van de oppositie kunnen neutraliseren. Zij had een vorm van autonomie kunnen uitwerken in samenspraak met de andere niveaus, zodat de oppositie zich niet meer had kunnen verstoppen achter dit argument. De werkelijke intenties van de oppositie hadden zo aan de oppervlakte kunnen komen.
In plaats daarvan heeft zij eerst de eis genegeerd. Hierdoor stelde zij de oppositie in staat de bevolking te manipuleren. De oppositie kon zich zo immers tonen als de belangenbehartiger van de bevolking. Hierdoor kon zij direct rekenen op een veel grotere basis. Nadien besliste MAS het thema te laten behandelen door de Grondwetgevende Vergadering, maar de eerdere aarzelingen zorgden ervoor dat MAS achter de feiten aanliep. De oppositie had immers nu een middel in handen om alle initiatieven vanuit de regering te boycotten, onafhankelijk of deze initiatieven werkelijke intenties hadden de autonomie-eis in te willigen.
MAS ontwikkelde uiteindelijk effectief een autonomieregime binnen de grondwet. Zij stelde vier autonomieniveaus in, die allen hun eigen bevoegdheden kregen over hun grondgebied. De grondwet stelde dat tussen deze niveaus geen hiërarchie zou bestaan. Het staat vast dat het achterliggende idee van MAS was om de macht van de departementen te laten opwegen tussen deze verschillende niveaus, door bevoegdheden over te dragen naar lagere niveaus. Het voorstel van MAS was zo niet echt als erg constructief te bestempelen. Hierdoor kwam vanuit de oppositie al snel de kritiek dat MAS het ‘verdeel en heers’- principe toepaste.
Maar vanzelfsprekend wil het socialistische beleid van president Morales enkele belangrijke bevoegdheden onder centraal gezag plaatsen. Zo wil de regering een grotere controle krijgen over bodemrijkdommen, om zo te komen tot een evenwichtigere herverdeling van de rijkdom. Daarnaast wil de staat evolueren richting een grotere rol binnen de economie. Maar anderzijds heeft MAS effectief bevoegdheden overgeplaatst naar de andere niveaus, dichter bij de burger. Hieruit kunnen we afleiden dat MAS wel degelijk trachtte tegemoet te komen aan het probleem van een zwakke staat, wiens besluitvorming ver verwijderd was van de Boliviaanse burger.
De discussie over autonomie reflecteert zo het centrale probleem binnen de hedendaagse Boliviaanse samenleving. Het ene deel wil een grotere herverdeling van de rijkdom, terwijl een ander deel van de bevolking baat heeft bij de neoliberale maatschappelijke ordening, vigerend tot 2005. Er zijn dan ook twijfels of de regering effectief haar macht kan opleggen in deze regio’s zonder een risico op geweld. Want net zoals de inheemse bevolking vorige regeringen elke legitimiteit ontnam, zo lijkt deze regering elke legitimiteit te missen bij de overgrote blanke bevolking van de oostelijke laaglanden.
De eerder gehouden referendums begin augustus over het al dan niet aanblijven van president Morales, vice-president Garcia Linera en de negen prefecten lijken hierbij geen soelaas te bieden. Integendeel: dit referendum bevestigt en versterkt alleen maar de al aanwezige breuklijnen. Evo Morales kent nog altijd de steun van zijn inheemse achterban, terwijl oostelijke regionale leiders sterke legitimiteit kennen binnen hun departementen, waar vooral blanke burgers niets willen te maken hebben met die Indio’s van de hoogvlakte. Daarbij is het gevaar op geweld voortdurend latent aanwezig…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2797   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2797  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.