Testimonium vitae

Het Franse pensioenfonds, dat me elke maand bijna vijftig euro overmaakt, wil weten of ik nog altijd in het land der levenden verkeer. Tegenwoordig is dat België, een nieuw buitenland voor deze ontwortelde Nederlandse Europeaan.
Ik zit dus vroeg in de morgen, om kwart over zeven, in de wachthal van het gemeentelijk administratiekantoor in Gent. Het Zuid, hebben we leren zeggen, al zijn we vreemdelingen. We zijn al een twintig man en vrouw sterk, ik schat van zes verschillende nationaliteiten. De vreemdelingendienst zorgt ervoor dat we met geldige documenten op zak door Gent kunnen lopen, geen toeristen maar tijdelijk verblijvenden, ‘bijwoners’.
Enkele van de zes loketten zullen om acht uur opengaan. De nummertjes-automaat is nog niet in werking. Drie jaar geleden werd er misbruik van gemaakt door slimme vroegkomers. Ze namen een ticket voor zichzelf, maar ook nog een paar extra om aan langslapers te verhandelen. Nu weten we dat de automaat om kwart voor acht in werking wordt gesteld door een gemeente-ambtenaar, die de tickets eigenhandig de wachtenden ter hand stelt.
Voordat ik de man zie aankomen begrijp ik dat hij gesignaleerd is. Opeens staat iedereen recht om een plek vooraan in de rij te krijgen. Een man voor me – korte baard, wit overhemd – is niet content met de plaats die een ander, drie wachtenden dichter bij het doel, heeft veroverd. Tijdens het wachten heeft hij zeker vijf gsm-gesprekken gevoerd. Hij zal zich te belangrijk vinden om zonder protest een ander te laten voordringen.
Over de hoofden van de tussenstaanders ontstaat tussen de twee een twistgesprek over de rechtmatigheid van hun respectieve plaatsen. De man met de baard spreekt Arabisch, de ander die ik ook als Noord-Afrikaan inschat beurtelings Arabisch en niet al te gebrekkig Nederlands. Welke sociale rancunes worden hier uitgevochten, naast die van een plek in de rij?
Mijn lucky number blijkt 15 te zijn, ik heb me dus niet of met mate voorgedrongen want bij de twintig mensen die er voor me zaten waren enkele koppels. Ook als we allemaal ons nummer hebben blijven de twee – gelukkig vrij vreedzame – vechters hun situaties bespreken. De voorste, nummer 9, zegt dat hij er al om 7 uur 10 was. De man met de baard, nummer 12, kan daar niet met evenveel nauwkeurigheid op antwoorden. Punt voor de ander.
Vanaf nu mogen de volgenden zelf de nummertjes-automaat bedienen. Als een late oost-Europeaan – denk ik – nummer 45 trekt gaat het eerste loket open. Een uur later ben ik aan de beurt. Met de kwistig bestempelde levensverklaring (testimonium vitae) die ik krijg zal dit pensioenfonds weer een jaar tevreden zijn. Maar ik heb nog twee andere pensioentjes uit Frankrijk. En dan nog mijn – wegens langdurig buitenlands verblijf – met een kwart gekorte algemene ouderdomspensioen uit Nederland. Zo breng ik minstens vier keer per jaar een altijd weer avontuurlijk bezoekje aan de Vreemdelingendienst, het Zuid in Gent.
Hoopvol ga ik naar huis. Voor mij aan het loket hadden nummer 9 en nummer 12 hun onenigheid al met een handdruk bijgelegd. Vreemdelingschap verbroedert soms. Gelukkig maar, want als bijbels opgevoede Nederlander weet ik: ‘vreemdelingen zijn we en bijwoners op aarde’.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.