Zijn westerse media objectiever dan de Chinese?

Chinese bloggers en ook nogal wat Chinese studenten in het buitenland voelen zich geschoffeerd door de manier waarop hun land geportretteerd wordt in westerse media, nu de Tibet-issue terug is van eigenlijk nooit weggeweest. Zit er een grond van waarheid in wat ze zeggen, of zijn ze na al die jaren dermate gebrainwasht door officiële Chinese media dat ze zich onterecht onheus bejegend voelen ? Het is een vraag die makkelijker gesteld dan beantwoord wordt.
  • John Vandaele Tibetaanse monniken John Vandaele
De afgelopen jaren vertoefde ik in China. Net als veel buitenlanders die er wonen en werken, probeerde ik mijn drang naar informatie te bevredigen via een mix van Chinese en westerse mediaberichtgeving over het land. En wat bleek: Chinese media hebben inderdaad – het tegendeel zou ons verbazen - de neiging om meer positieve aspecten te belichten. Het blijft toch een beetje een dagelijkse “goed-nieuws show”, of we nu over de China Daily, China Today of CCTV spreken.
Het debat is een stuk levendiger geworden dan pakweg 10, 15 jaar geleden, ook door de proliferatie van weblogs en commerciële tv-stations. Problemen worden meer en meer aangekaart, maar altijd weer is er die invalshoek: de Chinese regering probeert er iets aan te doen, we zijn op de goeie weg. Je zult bijvoorbeeld makkelijker een artikel vinden over een geslaagd pilootproject dan over een experiment in een district dat volledig de mist in gaat.  De ‘harmonieuze samenleving’ is het mantra dat Hu tot vervelens toe herhaalt. Sociale stabiliteit vindt men er veel belangrijker dan bij ons, en veel zaken houdt de regering dus liever toegedekt.
Als ik bepaalde Chinese academici mag geloven, zien sommigen in regeringskringen zelfs bijna iets pathologisch in sociaal conflict. Het was dus aan de universiteit lange tijd zowat taboe om sociale breuklijnen echt te gaan onderzoeken, slechts nu begint daar wat verandering in te komen. Soms onder druk van de media, zoals vorig jaar toen er een schokgolf door China ging naar aanleiding van de ontdekking van regelrechte slavernij in bepaalde groeves. Een staaltje van investigative journalism, dat uiteindelijk ook de officiële media niet meer konden negeren. Soms wil ook de centrale overheid van een issue een prioriteit maken, en lees je bijvoorbeeld dagen aan een stuk over vrij zware kritiek op corrupte officials. Uiteraard weet je nooit zeker of het in dat geval om een interne afrekening gaat. Maar, sociale themata die de maatschappij beroeren komen duidelijk veel meer aan bod in de media dan in de jaren ‘90.
Ondanks het feit dat in China vooralsnog de centrale regering de ‘gatekeeper’ blijft van hard core politieke informatie, zijn de China Daily en zeker China Today meer dan leesbare kranten en magazines geworden in de loop der jaren. De ‘Government speak’ irriteert af en toe, maar het zijn niet louter ‘spreekbuizen’ van de regering meer. Wat CCTV betreft, moet ik helaas iets minder positief zijn. Zeker de Chinese versie van de nieuwsbulletins zoemt nogal vaak tergend traag in op het ene na het andere Politbureaulid, het ene al lelijker dan het andere. Close ups die evenredig zijn met hun gewicht in de regering, een ‘voice over’ stem die duidelijk op de regeringslijn zit… Toch een beetje tv dus in Koude Oorlogs-stijl, als westerling moet je ‘kijken naar CCTV’ dus doseren.
Niettemin, het is een bijzonder boeiende oefening om in een ander land eens het openbare debat van nabij te volgen, ik kan het iedereen aanraden; bij terugkomst ga je direct de eigen pers met iets andere ogen bekijken.
Sowieso wil je als westerling echter in het ‘land van het midden’ ook wel eens weten hoe westerse journalisten tegen een en ander aankijken. Je compenseert die positieve bias dus met kranten die online makkelijk te lezen vallen, zoals the Guardian, the International Herald Tribune, the Independent, … ik zeg maar wat. Over het algemeen berichten die kranten vrij correct over China, al is een negatieve focus en enige bias toch nooit echt ver weg. Westerse media corrigeren dus de  Chinese, maar leggen toch de klemtoon op het negatieve nieuws, zij het goed beargumenteerd.
De waarheid (tussen die ‘goed-nieuws en ‘slecht nieuws’ show) ligt me dunkt ergens in het midden. Overigens ben ik er nooit echt helemaal achter gekomen waarom de BBC website bijvoorbeeld niet te raadplegen is op het net in China, terwijl die van CNN dan weer wel. Veel lijn zit er blijkbaar niet in die grote Chinese ‘firewall’. Als je van de drie T’s (Tibet, Taiwan en Tian an Men) wegblijft, kan heel veel op het Chinese net, althans als je informatie wil raadplegen. Je mening verkondigen over heikele kwesties doe je dan weer op eigen risico. Toen ik er vertrok (zomer 2007) begon men net een beleid te implementeren dat tot dan toe enkel in de meer woelige regio’s gehanteerd werd ( Xinjiang, Tibet, …). Je moest je identiteitskaart beginnen voorleggen als je in internetbars wou surfen. Toch een beetje Big Brother dus.
In China moet je dus enige media-gesofisticeerdheid aan de dag leggen, om door het mediabos de bomen te zien. Voor Chinese jongeren is dat niet evident, door de censuur maar ook – belangrijker - wegens de taalhandicap. De Standaard had het in haar ‘rode boekjes’ reeks over meer Chinezen die Engels zouden spreken dan er mensen wonen in de States, meer dan 300 miljoen. Dat moet een grapje geweest zijn. Noties van het Engels, dat wel, maar ik schat dat in China nog altijd niet meer dan een paar tientallen miljoenen Chinezen echt vlot Engels spreken en lezen. Al is de situatie aan de Oostkust wel beter dan in het centrum en westen van het land, en leren ze razendsnel bij. Zo had ik een vriend die elke dag een half uur de New York Times las om zijn Engels wat bij te spijkeren. Hij verwonderde zich trouwens altijd over de ‘wel erg andere klok’ die die krant deed luiden in vergelijking met Chinese media.
Vraag is of het in westerse media anders aan toegaat. Media-gesofisticeerdheid lijkt me in deze tijden van informatie-overvloed echt geen overbodige luxe, misschien zouden ze er zelfs een paar lessen in het middelbaar onderwijs mogen aan wijden. Wat is het patroon dat ik, nu ik terug in België ben, in westerse media aantreft?
Meer ‘intellectuele’ kranten brengen het er vrij goed vanaf. Het duurt soms een tijdje voor je alle relevante informatie krijgt, vanuit de verschillende mogelijke invalshoeken, maar na een paar dagen is dat euvel meestal verholpen. In het begin van een mediagenieke crisis, zoals nu met Tibet, wordt wel nogal snel uitgegaan van een algemene en dominerende ‘storyline’. In dit geval: de Tibetanen zijn de goeien, de underdogs, de Chinezen moeten dus wel de schurken zijn. “Presumed innocent” geldt duidelijk niet voor het Chinese regime. Hu en co worden eigenlijk al veroordeeld nog voor ze goed en wel hun mond hebben opengetrokken. Tja, ik moet toegeven dat ze een beetje hun imago tegen hebben.
Wat mij echter opvalt en mateloos irriteert, is de manier waarop audiovisuele media – zeker in de selectie van reportages, coverpagina’s en beeldmateriaal in kranten – tewerk gaan. Media nemen in het Westen zoals we weten zelf die gatekeeper-functie waar. In de praktijk leidt dat helaas vaak tot schreeuwerige koppen, en altijd weer dezelfde beelden die terugkomen in fotomateriaal, soms paginagroot. De rolverdeling in die reportages is duidelijk. Zie bijvoorbeeld wat ‘le Courrier international’, toch geen boulevardblad, de jongste weken op zijn voorpagina zette: Chinese politie of paramilitaire troepen, die mensen koeioneren en hard aanpakken, of het nu om een oud Chinees vrouwtje gaat dan wel Tibetanen. Je komt echt weg met de perceptie dat het er in China erger aan toe gaat dan in Noord-Korea. Alsof je in het China van vandaag ook geen andere, meer positieve, beelden kunt schieten. Ik vermoed dat het vooral dat is wat Chinese studenten in dit land stoort.
Om een concreet voorbeeld te geven: de rol van China in Afrika. Je kunt tewerk gaan zoals “the Economist” onlangs deed: in een recente ‘special report’ werd bijzonder systematisch en rigoureus de rol van Chinezen in Afrika onder de loep genomen. Wat bleek: als je land per land nagaat wat de Chinezen ervan bakken, brengen ze het er eigenlijk niet beter of slechter vanaf dan het Westen. MO.be liet een gelijkaardige stem horen vorige week, bij monde van een Duitser die voor de Oeso werkt. Waarmee ik de rol van China in Sudan, Angola, Congo etc. niet wil goedpraten.
In een aangekochte Channel 4 documentaire die bij ons via ‘Vranckx’ het scherm haalde, ging de de journalist in kwestie, Aiden Hartley, -  ik hoop dat hij de volgende keer tenminste een paar woorden Chinees heeft geleerd – echter veel tendentieuzer te werk. Aan het begin en eind van zijn reportage kreeg hij wat positiefs over de lippen,  het kostte hem trouwens duidelijk moeite. Zowat alles tussenin was echter negatief gekleurd. “They obviously hate the Chinese here”, siste hij op een bepaald ogenblik tussen zijn tanden. Ik vrees dat dit soort ‘informatie’ er als zoete koek ingaat bij veel Westerlingen.
Ik heb er niks op tegen dat de VRT dit soort reportages aan bod laat komen, alleen, je verwacht toch enig evenwicht. Ik wacht echter nog altijd op een meer genuanceerde reportage. Zo moeilijk kan dat niet zijn, ik hoef op het Tropisch instituut maar een paar collega’s uit Afrika te interpelleren over de rol van Chinezen in hun land, en je krijgt al een veel genuanceerder verhaal te horen.
Inzake Tibet twijfel ik er dus niet aan dat Chinese studenten voor een deel gelijk hebben, Westerse media kunnen behoorlijk ‘biased’ uit de hoek komen. Alle informatie is er, maar je moet er wel naar op zoek – net als in China – je krijgt het niet op een schoteltje aangeboden so to speak. Al schiet de Chinese regering zich wel nogal lomp (tot drie maal toe zelfs) in de eigen voet. Een hardliner Tibet laten runnen is dom, weigeren met de Dalai Lama te praten is erg dom, en buitenlandse journalisten uit de Tibetaanse regio weghouden is gewoon contraproductief. Vooral door dat laatste voed je de geruchtenmolen nog meer, en lijkt het alsof je iets te verbergen hebt. Wat allicht ook zo is, laten we elkaar geen mietje noemen.
Maar de Chinese regering vertrouwt de westerse pers niet, gelooft niet dat ze echt objectief te werk gaat. De paranoia die de Chinese regering tav de Dalai Lama vertoont, kan ons op het eerste zicht vreemd lijken. Al stel ik vast dat terzelfdertijd niemand moeilijk doet als Bush weigert met Chavez of vroeger Castro op de koffie te gaan. De vergelijking loopt een beetje mank, maar slechts een beetje..
Zelf heb ik het ook soms bijzonder moeilijk om ‘realiteit’ en ‘fictie’ van elkaar te onderscheiden. Zo geeft een boek als dat van Michel Chossudovsky ( economieprofessor in Ottawa ), ‘America’s war on terror’, stof tot nadenken. Op basis van ondertussen ‘declassified’ documenten van de Amerikaanse regering, suggereert hij dat Carter de invasie van de Sovjets in Afghanistan min of meer zou uitgelokt hebben, via ‘covert operations’. De Pakistaanse inlichtingendienst zou daarbij voor handlanger gespeeld hebben. Om dan, we kennen de geschiedenis, een aantal maanden later met het grote ‘morele gelijk’ een boycot tegen de Olympische Spelen in Moskou af te kondigen. Het boek leest als een spionageroman, en het is moeilijk in te schatten in hoever het verhaal klopt. Maar van een westers economieprof verwacht je doorgaans toch dat die weet waarover hij het heeft. Het lijkt er dus op alsof je tegenwoordig eigenlijk – en zelfs in het Westen - inzage moet krijgen in ‘top secret’ regeringsdocumenten, om echt te begrijpen wat er gaande is. Irak ligt nog vers in het geheugen.
Als ik dan toch effen mijn verbeelding op hol laat slaan: als een ‘duif’ als Carter via zijn politieke raadgever Brzezinski dit soort operaties al goedkeurde, dan vraag je je af wat een allerminst ‘open’ regering als die van Bush & Cheney allemaal aan geheime projecten lopen heeft. Spelen de Amerikanen heimelijk voor stokebrand aan de Westerse grenzen van China? Je kunt het helaas niet helemaal uitsluiten. Dat de Chinezen daar meer dan een beetje zenuwachtig van worden – Xinjiang ligt op een boogscheut van Afghanistan en Pakistan -, daar kun je dus inkomen. Dat is de achtergrond waarin een nochtans aimabel en erudiet man als Wen Jiabao snoeihard uithaalt naar de ‘Dalai Lama-kliek’. 
Praten met de Dalai Lama is nochtans de enige echte optie voor de Chinese regering. “Après lui, le déluge.”, dat zou ook voor hen duidelijk moeten zijn. Maar de Chinezen vrezen ervoor dat ze met de geestelijke leider het paard van Troje binnenhalen. Separatisme wordt in China in een adem met extremisme en terrorisme genoemd. Je geeft die separatisten een vinger, en het eindigt ermee dat ze je arm afrukken. Je kent dat wel.
Zelf heb ik de indruk dat westerse media te vaak ongenadig hard inhakken op China. Wat China ook doet, het kan niets goed doen, lijkt het wel, of het nu gaat om de eenkindpolitiek, dumplings of speelgoed. Het zit hem niet zozeer in het feit dat dissidente stemmen in westerse media niet aan bod zouden komen, alleeen, ze lijken vaak een doekje voor het bloeden. De westerse perslui doen het omgekeerde van de Chinese pers: ipv echte breuklijnen te proberen toedekken, vergroten ze die vaak uit, en drijven ze tegenstellingen op de spits. Commerciële druk speelt ongetwijfeld een rol, maar soms heeft het toch ook iets van een kudde bizons die niet meer te stoppen valt.
Soms krijg je de indruk dat de tegenstemmen in een debat er wat pro forma bijstaan, kwestie van een zweem van neutraliteit en de veelgeroemde westerse objectiviteit te bewaren. De nochtans uitstekende achtergrondreportages raken wat ondergesneeuwd in een zee van berichten die wel met de algemene teneur stroken. Om nog maar te zwijgen over de ‘selectieve verontwaardiging’ die de pers af en toe parten speelt. Iemand nog iets gehoord over Oost-Congo, sinds die overigens terecht veelgeprezen repotagereeks in De Standaard? Dat bedoel ik. Terwijl je bij wijze van spreken doof en blind moet zijn om niet te weten dat de Vlamingen minder bedeeld werden bij de jongste regeringsvorming.
Jeffrey Sachs drukte het in ‘Time Magazine’ van vorige week zo uit: uit pure noodzaak moet de mensheid in de 21ste eeuw de ‘us versus them’ tegenstelling overstijgen, anders dreigt een apocalyptisch scenario voor de planeet. De Dalai Lama heeft dat goed begrepen. Weinigen willen er nog een brandhaard bij in de wereld, en niemand zit te wachten op nog een rondje ‘etnic cleansing’ van Han-Chinezen uit Lhasa of van Tibetanen in Gansu of Sichuan province.
Sachs is een optimist. Hij woont duidelijk niet in dit land.

[Kristof Decoster is politiek socioloog. Na 5 jaar in Azië (reizen + werk in China) is hij sinds kort aan de slag op het Tropisch Instituut, afdeling Volksgezondheid.]

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.