De Congolese puinhoop van De Standaard

Ooit hoop ik ‘Mijn ideale artikel over Congo’ te lezen in een goed verspreide en veelgelezen Vlaamse publicatie. Wat houdt zo’n artikel in? Is dat zoals als een goed boek, onmogelijk te definiëren maar makkelijk te herkennen van zodra je begint te lezen? Welneen.
  • John Vandaele Net als in Congo (foto), kent ook het wegennet in Mozambique een extreem wisselende kwaliteit. John Vandaele
Ziehier wat ‘Mijn ideale artikel over de Democratische Republiek Congo’ zou doen:
  • het maakt een duidelijk onderscheid tussen een coloniale extractie-economie en de brede socio-economische ontwikkeling van een regio
  • het mijdt vergelijkingen tussen landen met als doel een zwart schaap te identificeren
  • het vergelijkt op basis van verklarende factoren, degelijk onderbouwd
  • het stelt eerst de vraag naar onze eigen actuele directe betrokkenheid en verantwoordelijkheid
  • het stelt eerst de vraag naar de actuele betrokkenheid en verantwoordelijkheid van internationale organisaties waarvan wij deel uitmaken
  • het zoekt eerst oplossingen die beginnen waar wij het meeste invloed kunnen uitoefenen: in eigen land
  • het blijft zeker niet blind voor de verantwoordelijkheid van de lokale autoriteiten maar maakt hier geen punt van zolang onze eigen belangen niet duidelijk in kaart zijn gebracht

Is dit exorbitant als verwachting ten aanzien van een Congoartikel?
Wanneer een krant -die zichzelf toonaangevend noemt en tot nieuwssite van het jaar is uitgeroepen- een redacteur uitzendt voor zes weken, met steun de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek, wat mag ik dan verwachten? Ik beperk mij hier tot wat het slotstuk lijkt: “Ook naar Afrikaanse normen is Congo een puinhoop”.

Cacao vergelijken met diamant


Ik verwacht dat men een landbouwactiviteit als de cacao-teelt in Ghana niet rechtstreeks vergelijkt met een extractie-goed zoals diamant, die vergelijking houdt geen steek in socio-economische termen.

De diamant in Botswana is dan nog eens een geval apart omdat de diamant erg diep zit, wat het voor de lokale overheid makkelijker maakte om de exploitatie te controleren via termijncontracten met buitenlandse firma’s; dit is nog geen garantie voor een spreiding van de inkomsten over een brede laag van de bevolking, maar dat is wél fundamenteel verschillend van een gebied waar door zogenaamde Artisanal and Small-Scale Mining gewonnen wordt zoals Oost-Congo.

Vrede in Mozambique


Ik verwacht ook dat de Mozambikaanse vrede wordt gesitueerd in zijn context. De ‘interne’ oorlog daar werd rechtstreeks gestimuleerd/gefinancierd door de blanke minderheidsregimes van buurlanden Rhodesia/RSA en door de koude oorlog; vrede werd mogelijk én houdbaar doordat die externe aanvoer/druk afnam: 2 jaar na de val van de Berlijnse muur en 2 jaar voor het einde van het apartheidsregime in RSA; bodemrijkdommen speelden geen hoofdrol.

Overgroeide treinsporen


Ik verwacht ook dat de essentie van de koloniale extractie-economie geen geweld wordt aangedaan.  Overgroeide treinsporen in Congo als symbool van “een omgekeerde ontwikkelingscurve”?
Die treinroute had als doel om de bodemrijkdommen van het land zo goedkoop mogelijk te extraheren voor een maximale winst van de aandeelhouders, niet om Congo te helpen groeien. De extractie ging bijvoorbeeld ten koste van de landbouw (de broodnodige lokale voedselproduktie) en onderwijs stond in functie van het leveren van volgzame werkkracht. Protest werd met geweld onderdrukt.
Op het moment van de onafhankelijkheid was het potentiëel nut van die treininfrastructuur dan ook beperkt, en nog beperkter was de interne capaciteit om er gebruik van te maken, ze te onderhouden. Ik verwacht dat een redacteur die over Congo schrijft, dit niet doet zonder Frans Buelens’ standaardwerk “Congo 1885-1960. Een financieel-economische geschiedenis” uitgelezen te hebben.

Belgen in Oost-Congo


Ik verwacht dat vooraleer de vinger naar de Congolese authoriteiten te wijzen voor wat er in Oost-Congo gebeurt, de redacteur de rol van de Belgische ondernemingen aankaart als grootste opkopers van cassiterite en wolframite, en als tweede grootste buitenlandse opkoper van coltan (2007 en in de eerste drie kwartalen van 2008).
Dat de vraag wordt gesteld wat België/Vlaanderen doet om de activiteiten van haar ondernemingen in conflictgebieden transparant en zuiver te houden. De vraag in hoeverre wij mogelijk de onstabiliteit en de illegale ontginning rechtstreeks in de hand werken, en zo het wapenge(we)ld en de verkrachtingen?

IJskast of niet?


Ik verwacht ook een betere titel. Ik woon sinds 18 maanden in Mozambique, wat betekent dat ik hier nog maar net aan de oppervlakte begin, maar ik zie niet goed hoe mensen hier fundamenteel andere (lagere?) normen zouden hebben dan in België. Niet als het gaat om vrede, huisvesting, voedsel, een activiteit die inkomen genereert, gezondheidszorg.
Een Mozambikaans koppel dat een kind verliest door malaria vindt dit net zo min ‘normaal’ als een Belgisch koppel dat een kind verliest door een verkeersongeval, dat is het verschil tussen een percentage en wat mensen als ‘normaal’ zien. Dat de gemiddelde Belg een ijskast heeft en de gemiddelde Mozambikaan niet, lijkt me irrelevant voor een analyse van een complex aanhoudend conflict met internationale spelers, waardevolle mineralen en overbevolkte buren.

Wegennet is een ramp


En tot slot verwacht ik, na 6 weken in drie landen, geen genante misser als “De wegen in de hoofdstad, maar ook in het binnenland, zijn prima aangelegd”. Een online reisgids voor Mozambique zal je geheel terecht voor het tegendeel waarschuwen. De staat van het wegennetwerk -6.000 geasfalteerde kilometers van extreem wisselende kwaliteit in een land dat 2.500km lang is- wordt steevast genoemd als obstakel voor economische groei, dat heb je op 5 minuten gegoogled.

Slechtnieuwsshow


Het artikel ‘Ook naar Afrikaanse normen is Congo een puinhoop’ is naar mijn mening ondermaats onderbouwd. De basistoon waarbij we de schuld elders leggen vooraleer we nog maar op onze eigen economische betrokkenheid wijzen is niet uniek, het is de toon van b.v. het populaire ‘The State Of Africa’ van Martin Meredith. Dat boek leest als een welgedocumenteerde slechtnieuwsshow die evenwel beter ‘Blame it on their leaders’ had geheten.
Maar is het echt onze prioritaire taak om elders de les te gaan spellen, c.q. om het ‘Congolees probleem’ op te lossen? Indien we oprecht willen helpen, zouden we er niet beter aan doen om éérst in eigen huis te kijken, en te handelen?

Evaluatie van koloniaal verleden


Vooraleer we daar aan toe komen, moeten we wellicht door een correcte evaluatie van ons koloniale verleden.
Waarom vind ik niets terug over de economische logica van de kolonisatie in het dossier ‘Congo 50 jaar Onafhankelijk’ van De Standaard Online? Dat zou een solide -historisch wetenschappelijke- basis geven om de beschamende dooddoeners te ontkrachten, zoals burggraaf Etienne Davignon die in datzelfde dossier mag debiteren: “In de Belgische kolonisering van Congo zitten goede en slechte elementen. (…) Je kunt niet aan deze generatie vragen om zich te verontschuldigen voor beslissingen van zestig of zeventig jaar geleden.”
En waarom niet?
Peter Mertens, 44, Belg in Maputo

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.