Ontwikkelingslanden willen bindende afspraken in Lima

Op de klimaattop in Lima sturen ontwikkelingslanden aan op een bindend verdrag over CO2-reductie, dat over een jaar getekend moet worden Parijs. Ze hopen ook dat rijke landen concrete toezeggingen zullen doen over de financiering van de strijd tegen de klimaatverandering.

  • Helena Christensen/Oxfam (CC BY-NC-ND 2.0) Helena Christensen/Oxfam (CC BY-NC-ND 2.0)

Tijdens de twaalf dagen durende klimaattop, die gisteren is begonnen in de Peruaanse hoofdstad,  proberen afgevaardigden van 195 landen en vertegenwoordigers van burgerorganisaties overeenstemming te bereiken over de hoofdpunten van een nieuw klimaatverdrag.

“Lima moet een tekst produceren die de basis legt voor het akkoord in 2015”, zegt Enrique Maurtua, internationaal beleidsadviseur van de Latijns-Amerikaanse tak van Climate Action Network (CAN). “Dat verdrag wordt volgend jaar getekend, maar de basisonderdelen ervan moeten nu bekend zijn, zoals welke bijdragen de verschillende landen zullen leveren. Deze bijdragen moeten billijk zijn en gebaseerd op indicatoren als historische behoeften, aanpassing of de toekomstige behoeften van de landen.”

Zeespiegel

Over het uitgangspunt van de twintigste sessie van de Conferentie van de Partijen (COP20) van de VN-Raamwerkconventie inzake Klimaatverandering (UNFCCC) bestaat steeds minder discussie: het huidige tempo van leven en model van ontwikkeling veroorzaakt een hoge uitstoot van broeikasgassen die opwarming van de aarde leiden.

Hoe die klimaatverandering te verminderen en wat te doen aan de schade die al wordt veroorzaakt, zijn twee van de belangrijkste vragen in de komende dagen. Maurtua benadrukt dat de geplande nationaal bepaalde bijdragen (INDC’s) “robuust genoeg moeten zijn om de route naar vermindering van de opwarming om te buigen van 4 tot 6 graden Celsius – de huidige route – naar maximaal 2 graden.”

Bij het huidige consumptiepatroon zal de planeet in 2100, vergeleken met de jaren voor het industriële tijdperk waarin de uitstoot opliep, 4 graden warmer zijn. Dat zou een dramatische stijging van de zeespiegel tot gevolg hebben en drastische veranderingen in de productiviteit van de landbouw, de omvang van gletsjers en de biodiversiteit. Landen in het Zuiden, die het minst bijdragen aan de uitstoot, krijgen daarbij de hardste klappen te verwerken.

Fossiele brandstoffen

Volgens wetenschappers kan een ernstige klimaatverandering alleen voorkomen worden door de temperatuurstijging te beperkten tot maximaal 2 graden. Beperking van de uitstoot van broeikasgassen is de route daarheen. Dat is alleen mogelijk als het verbruik van fossiele brandstoffen wordt verminderd ten bate van hernieuwbare energie, en als mensen een hun levensstijl aanpassen.

In 2020 zal een nieuw verdrag het Kyoto-protocol, dat in 1997 werd getekend en sinds 2005 in werking is, vervangen. Dat verdrag moet getekend worden op COP21, de conferentie die in december volgend jaar wordt gehouden in Parijs. Het conceptvoorstel “moet het einde van het tijdperk van fossiele brandstoffen tegen 2050 markeren en de transitie naar 100 procent hernieuwbare energie versnellen”, zegt Martin Kaiser, hoofd internationale klimaatpolitiek van Greenpeace. Dan gaat het niet om kernenergie, die volgens de activist te duur, te centralistisch en te gevaarlijk is.

Regeringen en burgerorganisaties uit ontwikkelingslanden in het Zuiden zijn het erover eens dat er mechanismen moeten komen die aanpassing aan de klimaatverandering mogelijk maken. Sommige gevolgen van de klimaatverandering zijn onherstelbaar. “Aanpassing is erg belangrijk”, zegt Maurua. “Even belangrijk als vermindering van de effecten van de klimaatverandering. We moeten ons al aanpassen, maar hoe langer vermindering van de klimaatverandering wordt uitgesteld, hoe meer we ons moeten aanpassen.”

Klimaatmarsen

In een rapport dat aan de vooravond van de klimaatconferentie werd gepubliceerd, wijst ontwikkelingsorganisatie Oxfam erop dat zowel aanpassing als vermindering van klimaateffecten een kostbare zaak zijn. Alleen al in de landen ten zuiden van de Sahara in Afrika, is volgens Oxfam jaarlijks 62 miljard dollar nodig voor aanpassing.

Tasneem Essop, hoofd strategie en belangenbehartiging van het Wereldnatuurfonds (WWF), zegt dat onder meer overeenstemming bereikt moet worden over een mechanisme om bijdragen van landen te beoordelen, zowel op het gebied van ambitie als emissie. Burgerorganisaties voelen zich in Lima gesterkt door de massale demonstraties in de afgelopen maanden, zegt Essop. In diverse wereldsteden werden tegelijkertijd klimaatmarsen gehouden.

Ze zegt ook dat de recente beloften door de Europese Unie, China en de Verenigde Staten om de uitstoot terug te dringen, bemoedigend zijn. Landen houden zich echter niet altijd aan hun beloften en ze betwijfelt of er voor 2020 maatregelen zijn genomen die het huidige ontwikkelingsmodel “uitdagen.”

Ook Maurua constateert een gebrek aan inzet, vooral als het gaat om financiering. “Diverse landen hebben in totaal 9,3 miljard dollar beloofd. Maar we zouden al toezeggingen voor 10 tot 15 miljard moeten hebben. Dat betekent dat er nog een lange weg te gaan is. De route naar de 100 miljard tegen 2020, moet nu in Lima worden bepaald”, zegt hij.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.