"Ontbossing veroorzaakt dodelijke overstromingen in Bolivia"

Bij overstromingen in het Boliviaanse Amazonegebied kwamen dit jaar al zestig mensen om. Milieuorganisaties en ook de Boliviaanse overheid wijzen twee Braziliaanse waterkrachtcentrales met de vinger.

“Daar zit geen logica in”, zegt agronoom en bosingenieur Marc Dourojeanni, emeritus professor aan de Nationale Landbouwuniversiteit van Lima. Als de centrales en stuwmeren de oorzaken zouden zijn, dan zouden de Brazilianen veel meer dan de Bolivianen de gevolgen moeten voelen.

Plaats maken voor landbouw

Hij noemt de ontbossing in de Boliviaanse en Peruaanse Andes als de belangrijkste oorzaak.

De overstromingen doen zich voor in het Madera-bekken. De Madera is de belangrijkste zijrivier van de Amazone. Ze ontvangt water van vier grote rivieren en hun vele bijrivieren, vooral in Bolivia.

Drie van die grote rivieren, de Beni, Mamoré en Madre de Dios, ontspringen hoog in de Andes. “Die hellingen stonden duizend jaar geleden vol bossen, vandaag zijn ze kaalgeplukt”, zegt Dourojeanni. Men heeft die bossen afgebrand om plaats te maken voor de landbouw.

Water niet opgehouden

De gevolgen laten zich raden. Bij regen houden de hellingen het water niet meer op. Het water stroomt naar de vlaktes, waar het tot overstromingen leidt.

Dourojeanni, die in de jaren negentig verantwoordelijk was voor de milieuafdeling van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, zegt dat de ontbossing in de Boliviaanse en Peruaanse Andes tussen 500 en 3800 meter hoogte enorm is. Toch komt ze niet voor in de officiële statistieken.

Volgens een studie van het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Science staat Bolivia tussen de twaalf landen met de hoogste ontbossingsgraad ter wereld. In de periode van 2000 tot 2012 verloor het 29.867 vierkante kilometer bos.