Meeste Panamezen hebben niets aan uitbreiding Panamakanaal

Honderd jaar na de ingebruikname van het Panamakanaal nadert de utbreiding haar voltooiing. Het 79 kilometer lange kanaal tussen Atlantische en Grote Oceaan krijgt er een derde sluizencomplex bij. Daardoor zullen straks schepen van 400 meter lengte kunnen passeren, ruim 100 meter meer dan de maximumlengte van de twaalfduizend schepen die vandaag door het kanaal varen.

Na de uitbreiding zullen de schepen drie keer zoveel containers kunnen vervoeren. Panama wil dat 15 procent van de internationale maritieme handel door zijn kanaal verloopt, zegt Olmedo García, directeur van het Instituto del Canal y Estudios Internacionales van de Universiteit van Panama.

4,1 miljard euro

De uitbreiding, die in 2007 begon, nu voor 80 procent klaar is en eind volgend jaar helemaal af moet zijn, kost 4,1 miljard euro. Zodra de werken klaar zijn, moet Panama al beginnen denken aan een vierde sluizencomplex, goed voor 9,5 miljard euro.

Het Panamakanaal en het daarmee verbonden logistieke centrum zijn samen goed voor 40 procent van het bruto binnenlands product. De Panamese economie groeit met gemiddeld 7 procent per jaar. Alleen merkt het grootste deel van de bevolking daar weinig van. 37 procent leeft nog steeds in armoede en 17 procent in extreme armoede. Vooral op het platteland is de ongelijkheid groot. Bovendien werken vier op de tien Panamzen in de informele economie.

Niet voor gewone inwoner

Alfredo Herazo (29) woont in Panama-Stad en gaat elke dag met de bus naar Colón, waar hij samen met zijn vader een klein lasatelier heeft. “Het is niet het leven dat ik wil maar ik heb geen andere keus”, zegt hij.

“Net zoals elke Panamees wil ik aan het kanaal of in de vrijhandelszone werken omdat je daar beter verdient. Het kanaal is onze trots. Als ik de kans kreeg, zou ik er lasser worden.”

“De gewone inwoner merkt niets van de winst die het kanaal oplevert. De opbrengst wordt niet verdeeld over de mensen.”

Verwaarloosde stad

Colón ligt aan de toegang tot het kanaal, vlak bij de enorme vrijhandelszone, na Hongkong de grootste in zijn soort ter wereld. Maar het historische centrum van de stad ligt er verwaarloosd bij.

Cesar Santos (32) heeft een fruit- en groentekraam in de markthal. “Ik verdien maar net genoeg, ik blijf arm. Het leven in Colón is niet goed.”

Riolering ontbreekt in de stad. “Als het regent, loopt alles onder”, zegt Santos. “Je kunt dan meer de straat niet meer op, de stad ligt plat.”

De meeste mensen in Colón zijn arm. “De financiële enclaves zouden een deel van hun rijkdom moeten transfereren”, zegt academicus Olmedo García. “De sociale kloof is groot. Het kanaal mag niet alleen de handel, het transport, de vrede in de wereld ten goede komen. Ook de Panamezen moeten er wel bij varen: met de rijkdom moet de sociale kloof gedicht worden.”