Corruptie en verboden huwelijk: Pakistaanse ex-premier krijgt 31 jaar cel vlak voor verkiezingen

Een Pakistaanse rechtbank heeft de voormalige premier Imran Khan en zijn echtgenote een gevangenisstraf opgelegd van 7 jaar omdat hun huwelijk onislamitisch en illegaal zou zijn. Enkele dagen voor de verkiezingen kijkt de populaire politicus daardoor aan tegen 31 jaar celstraf.

De rechters oordeelden zaterdag dat Khan en zijn vrouw Bushra Bibi de wachtperiode van drie maanden die de islamitische wetgeving voorschrijft om te hertrouwen, niet gerespecteerd hebben.

De voormalige cricketster en Bibi gaven elkaar het jawoord in januari 2018. Haar ex-man beweert dat de scheidingspapieren pas werden ondertekend in november 2017. De gewezen First Lady van Pakistan is echter stellig dat ze in augustus van dat jaar gescheiden zijn.

Zowel Khan als zijn vrouw ontkennen dat ze de wet overtraden. De beschuldigingen zijn volgens hen ‘ongegrond’ en ‘politiek gemotiveerd’, in de aanloop naar de parlementaire verkiezingen op 8 februari.

‘Al deze zaken hebben geen wettelijke basis; ze maken deel uit van een politiek circus dat al 22 maanden aan de gang is’, zegt de voormalige premier in een reactie op X. ‘De overhaaste manier waarop al deze zaken worden afgesloten, heeft maar één doel: de kiezers, vooral de jongeren, demoraliseren.’

150 rechtszaken

Deze veroordeling volgt namelijk op twee vonnissen die vorige week werden uitgesproken in andere rechtszaken tegen Khan. Woensdag kregen hij en zijn vrouw veertien jaar celstraf wegens corruptie tijdens zijn ambtstermijn, een dag eerder werd Khan veroordeeld tot tien jaar gevangenis voor het onthullen van staatsgeheimen.

Sinds Khan in april 2022 door het parlement uit zijn functie als premier werd gezet, regende het beschuldigingen tegen zijn persoon, gaande van corruptie tot terrorisme. Khan zelf zegt dat er zo’n 150 rechtszaken zijn opgestart tegen hem.

Critici van de huidige regering zeggen dat hij afgezet werd omdat hij uit de gratie was gevallen van de legertop, een machtige politieke speler in Pakistan. De rechtszaken zouden dan dienen om een comeback van hem of zijn PTI-partij te verhinderen

Woelige stembusgang

Het politieke speelveld in Pakistan is zeer gepolariseerd sinds de afzetting van Kahn. De voormalige sportvedette - nog steeds zeer populair - uitte sindsdien meermaals kritiek op de regering en het leger.

Zijn arrestatie afgelopen mei veroorzaakte een golf van protest onder zijn aanhangers in het hele land, wat niet zelden uitmondde in geweld. Daarop volgde harde repressie door de autoriteiten in Islamabad. Honderden lokale PTI-leiders werden gedwongen om af te treden, overheidsmedewerkers die banden hadden met de partij werden ontslagen.

De partij moest ook haar verkiezingssymbool - een cricketbat - opgeven. Dat is een serieuze opdoffer in een land waar bijna zes op de tien inwoners analfabeet is. PTI-kandidaten moeten noodgedwongen opkomen als onafhankelijken om op kieslijsten te geraken.

Ondanks deze barrières geniet de PTI nog steeds brede steun onder de bevolking in het hele land, volgens de meeste peilingen. Waarnemers vrezen dan ook opnieuw voor geweld, indien de verkiezingen komende donderdag niet eerlijk verlopen in de ogen van Khans achterban.