Wilde Saddam Bush senior echt laten vermoorden?

Beraamde Saddam Hoessein echt plannen om de voormalige Amerikaanse president George H.W. Bush in 1993 te vermoorden? Nu de beschuldigingen over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak en over de banden tussen het Iraakse regime en al-Qaeda geen steek houden, verdient ook die hypothese in de VS aan nader onderzoek te worden onderworpen.


Bush junior, de huidige Amerikaanse president, vernoemde het moordcomplot tegen zijn vader tijdens een campagnetoespraak in september 2002, in een opsomming van een hele reeks redenen waarom Irak en Saddam Hoessein gevaarlijk bleven voor de VS. De Iraakse geheime dienst zou van plan geweest zijn Bush senior te vermoorden tijdens diens triomfantelijke bezoek aan Koeweit in april 1993, 25 maanden nadat de VS en hun bondgenoten het Iraakse leger er tijdens de eerste Golfoorlog hadden verdreven en drie maanden nadat Bush senior in het Witte Huis was afgelost door Bill Clinton.

Zonder de naam van zijn vader te noemen, bracht de huidige Amerikaanse president het complot ook ter sprake in de redevoering die hij in september 2002 hield voor de Algemene Vergadering van de VN. Bush riep de Veiligheidsraad die dag op een strenge resolutie goed te keuren waarin geëist werd dat Irak alle vermeende programma’s in verband met massavernietigingswapens zou stopzetten.

De moordplannen van Saddam tegen Bush senior werden nooit officieel als een argument gebruikt voor de invasie van Irak in maart 2003, maar waarnemers als Maureen Dowd van de ‘New York Times’ speculeerden wel dat wraakgevoelens of de onbewuste wens om beter te doen dan zijn vader meespeelden in de beslissing van de huidige Amerikaanse president om Irak binnen te vallen.

Het vermeende complot leidde tot de berechting en veroordeling van 11 Irakezen en drie Koeweiti’s die in verband met de zaak in Koeweit werden gearresteerd. Bill Clinton bleek voldoende overtuigd door de rapporten die het FBI en de CIA hem over het complot leverden om in juni 1993 een raketaanval goed te keuren tegen de gebouwen van de Iraakse geheime dienst.

Maar de zaak rook altijd een beetje, en die scepsis is alleen maar sterker geworden in het licht van de resultaten van het recente onderzoek van de Iraq Survey Group (ISG). Die groep van experts boog zich 15 maanden lang over de Iraakse programma’s voor massavernietigingswapens, om vast te stellen dat ze allemaal werden stopgezet in 1991, kort na het einde van de eerste Golfoorlog.

Het 960 bladzijden dikke rapport van de ISG, dat bekend staat als het Duelfer-rapport, behandelt het vermeende moordcomplot niet, maar levert wel elementen in verband met de chronologie van de feiten en de manier van denken van Saddam Hoessein die twijfels doen rijzen aan de these van een moordcomplot tegen Bush senior.

Volgens het rapport was Saddam ervan overtuigd dat de CIA overal mannetjes had in zijn regime en dus op de hoogte was van alle belangrijke operaties van zijn geheime diensten. Een aanslag op Bush senior zou dus zijn neergekomen op een zelfmoordactie. Bovendien onderzocht Saddam vanaf 1991 herhaaldelijk de mogelijkheid om weer als bondgenoot te worden beschouwd door de VS. Daarmee vallen moordplannen helemaal niet te rijmen. Volgens het Duelfer-rapport kon Saddam niet begrijpen dat de regeringen van Bush senior en Clinton geen interesse toonden voor zijn avances. En ten slotte geeft het rapport aan dat Sadam er op uit was de VN-sancties tegen zijn land zo snel mogelijk te doen opheffen. Ook dat had hij wel kunnen vergeten na een aanslag op de voormalige Amerikaanse president.

Ook de amateuristische uitvoering van de plannen en de resultaten van de ondervraging van de gearresteerden in de zaak, werpen vragen op. De groep die betrokken was bij de voorbereiding van de aanslag, bestond uit een tiental whiskysmokkelaars uit het zuiden van Irak, de 33-jarige eigenaar van een koffiehuis in Basra waar die smokkelaars elkaar ontmoetten, een 36-jarige verpleger Raad Abdel-Amir al-Assadi uit Najaf en de leider van de groep, Wali Abdelhadi Ghazali. Ondanks zijn jeugdige leeftijd bekende al-Assadi tijdens de eerste ondervragingen door de Koeweitse autoriteiten dat hij een kolonel was van de Iraakse geheime dienst, de Mukhabarat. Alleen Ghazali, die aanvankelijk verklaarde dat hij benaderd was door de Mukhabarat die hem wagens en explosieven ter beschikking had gesteld, zou geweten hebben dat Bush het doelwit was van de geplande aanslag. Zowel Ghazali als Assadi trokken hun verklaringen in tijdens het proces – ze verklaarden dat ze de bekentenissen hadden afgelegd na herhaaldelijk geslagen te zijn.

De stelling van Amerikaanse onderzoekers dat de bommen die bij de arrestanten werden gevonden gelijkenissen vertoonden met explosieven die in 1991 in Irak werden geproduceerd, werd in 1993 tegengesproken door Seymour Hersh, een onderzoeksjournalist van de New Yorker.

Toch zijn er Amerikaanse experts die blijven geloven in het moordcomplot. Larry Johnson, een expert terrorismebestrijding van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, zegt dat hij nog altijd geen twijfels heeft. Volgens hem speelde de gekrenkte “persoonlijk eer” van Saddam een grote rol in de zaak. (PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.