Wereldbank blijft in olie-industrie en mijnbouw

Vorig jaar december verscheen de Extractive Industries Review, een onafhankelijke studie die de Wereldbank zelf had uitbesteed om haar rol in de financiering van mijnbouw-, olie- en gasindustrie te herbekijken. De conclusies waren alles behalve mals: de Bank moest haar financiering van de drie industrietakken tegen 2008 stopzetten en het vrijgekomen geld gebruiken voor de financiering van hernieuwbare energiebronnen. Het team onder leiding van Amil Salim, een voormalig Indonesisch Milieuminister, stelde dat de internationale kredietinstelling met de leningen geen bijdrage leverde aan haar zelfverklaarde missie van armoedebestrijding.

Critici van de Wereldbank juichten, maar de instelling zelf onthaalde het rapport eerder lauw. Een officiële beslissing bleef maandenlang uit. In april riepen internationale investeringsbanken - die dit soort leningen opstrijken - de Bank op om de aanbevelingen niet te volgen.

De Bank kwam nu met het - voorlopige - officiële antwoord dat ze de aanbeveling tot stopzetting van de financiering niet volgt. Ze zegt dat ze nu dertig dagen wacht op de reacties voor het definitieve antwoord er komt. Als reden voor het verderzetten van de financiering haalt ze aan dat olie-, gas- en mijnbouwindustrie de belangrijkste elementen zijn om ontwikkelingslanden de Millenniumdoelstellingen van de te laten halen. Heel onlangs publiceerde de Bank nog een studie die stelde dat een eenzijdige fixatie op die door de VN-lidstaten onderschreven minimumdoelen duurzame ontwikkeling in het gedrag brengt.

De Bank doet wel een serie beloftes. Zo zegt ze dat de toekomstige investeringen in dit soort industrietakken selectiever zullen zijn, met meer aandacht voor de noden van arme mensen en een sterkere nadruk op goed beleid en de promotie van duurzame ontwikkeling. In het voorlopig voorstel zegt ze dat ze het aandeel van de investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie jaarlijks gemiddeld met minstens twintig procent wil doen stijgen, en dat binnen de vijf jaar. Ze zegt ook dat transparantie een nieuwe voorwaarde zal zijn voor nieuwe investeringen in de controversiële industrieën. Er zou meer openheid komen over inkomsten en de inhoud van de contracten. Daarmee antwoordt de Bank op de kritiek dat de inkomsten van deze industrieën vaak misbruikt worden en tot grootschalige corruptie leiden in ontwikkelingslanden.

Mooie woorden, maar heel weinig echte engagementen, vindt Steve Kretzman van het Institute for Policy Studies uit Washington. Ook Oxfam International vindt het antwoord van de Bank op de studie erg teleurstellend en vindt dat het ernstige vragen oproept over de mogelijkheid dat de internationale kredietinstelling ooit zichzelf zal hervormen. Ze hebben ook weinig hoop dat de Bank nog van idee zal veranderen tijdens de dertig dagen voor het antwoord echt officieel wordt. (ADR/MM)