VS voert ontwikkelingshulp aan Pakistan op

Om in aanmerking te komen voor het volledige hulpbedrag, moet Pakistan “redelijke vooruitgang” maken bij het terugdringen van de corruptie, de democratisering van het politieke bestel en het verbeteren van gezondheidszorg en onderwijs, vooral voor vrouwen en meisjes.
Pakistan werd ook gul bedeeld onder de regering van de vorige Amerikaanse president, George W. Bush, maar slechts een fractie van die geldstroom bestond uit niet-militaire hulp. De verhoging van de ontwikkelingssteun die het Amerikaanse parlement vorige week goedkeurde, zal allicht helpen het geschonden imago van de VS in Pakistan wat te herstellen. Volgens een recente opiniepeiling zijn vier op de vijf Pakistani gekant tegen de samenwerking tussen de VS en Pakistan in de strijd tegen het terrorisme.

Offensief in Zuid-Waziristan

De beslissing over de verhoging van de Amerikaanse hulp komt er op een moment dat het Pakistaanse leger zich lijkt op te maken voor een groot offensief in Zuid-Waziristan. Dat aan Afghanistan grenzende gebied is het belangrijkste bastion van de Pakistaanse taliban en van Al-Qaida. De VS dringt er bij de Pakistaanse regering al lang op aan haar gezag te doen gelden in het gebied.
Het Pakistaanse leger heeft de islamistische rebellen eerder dit jaar al zware nederlagen toegediend in Bajaur, Mohmand en de Swatvallei, andere regio’s die helemaal in de greep waren geraakt van de Pakistaanse taliban. Misschien is de tijd nu rijp voor een offensief in het strategisch nog belangrijker Zuid-Waziristan. Het Pakistaanse leger zou kunnen profiteren van de dood van de Pakistaanse talibanleider Baitullah Mehsud en de machtsstrijd tussen de overige leiders die zich er nu zou afspelen.
Van hun kant lijkt de VS meer en meer succes te boeken met zijn gerichte aanvallen tegen leiders van Al-Qaida en de taliban in Pakistan. Maar de islamistische rebellen blijven gevaarlijk. Dat bleek maandag nog uit een zelfmoordaanslag op het hoofdkwartier van het Wereldvoedselprogramma in Islamabad waarbij minstens vijf hulpverleners omkwamen. Vorige week werden bij bomaanslagen in het noordwesten van Pakistan ook al zestien mensen gedood.
Het Pakistaanse leger en de Amerikaanse inlichtingendiensten werden zondag ook in verlegenheid gebracht door een interview dat vijf Pakistaanse journalisten in Zuid-Waziristan hadden met Hakimullah Mehsud, de vermoedelijke opvolger van talibanleider Baitullah Meshud. De Amerikanen hadden eerder gezegd dat 
Hakimullah gedood was bij interne schermutselingen na de dood van Baitullah Mehsud.
“We zijn helemaal voorbereid op het offensief”, vertelde Hakimullah Mehsud zondag, “en we zullen dat bewijzen als de operatie van start gaat”.

Hand overspeeld

Ondanks dat zelfvertrouwen bij de taliban heeft de VS nu een beter oog in de situatie in Pakistan dan de voorbije winter. Toen waren de taliban met hun machtsontplooiing in Bajaur tot minder dan 100 kilometer van Islamabad genaderd. De vrees was dat de Pakistaanse regering onder leiding van de toenemend impopulaire president Asif Zardari zou bezwijken onder de toenemende druk. Nu gaat de Amerikaanse regering ervan uit dat de Pakistaanse taliban hun hand overspeeld hebben. Bovendien is het Pakistaanse leger nu veel meer doordrongen van het gevaar dat van de islamisten uitgaat. Dat werkt dan weer de samenwerking met de Amerikaanse troepen en inlichtingendiensten in de regio in de hand.
De samenwerking tussen Pakistaanse en Amerikaanse troepen ligt wel nog altijd heel gevoelig in Pakistan. In een in juli en augustus uitgevoerde opiniepeiling bij vijfduizend Pakistani bleken vier op de vijf ondervraagden tegen samenwerking tussen de VS en Pakistan in “de oorlog tegen de terreur” te zijn. Amper iets minder respondenten keurt de Amerikaanse aanvallen met onbemande vliegtuigjes tegen doelwitten in Pakistan goed. Anderzijds beschouwt bijna 90 procent van de ondervraagden de aanwezigheid van de taliban en Al-Qaida in Pakistan als “een ernstig probleem”. Bij een gelijkaardige peiling vorig jaar dacht maar iets meer dan 50 procent van de steekproef er zo over.