Venezolaanse oppositie trekt weer de straat op

De oppositie kondigde aan dat ze morgen vanuit de middenklassewijken van de hoofdstad naar het centrum zal opstappen om te eindigen bij het gebouw van het parket-generaal. Vorige week kondigde procureur-generaal Luisa Ortega aan dat ze iedereen zou vervolgen die “de openbare rust zou verstoren om de instellingen en de regering te destabiliseren. Deze gedragingen passen perfect binnen het delict van burgerlijke rebellie.” Op dat delict staat een celstraf van 12 tot 24 jaar.
”Meer dan honderd politieke leiders en organisaties ondertekenden de oproep tot deze betoging”, zegt Henry Ramos, leider van de sociaaldemocratische Democratische Actie, die samen met burgemeester Antonio Ledezma van Caracas de protestbeweging  leidt. “Als ze het protest gaan criminaliseren, dan zullen ze ons allemaal achter de tralies moeten zetten.”

Protest via Facebook

De Colombiaanse zakenman Juan David Lacouture mobiliseerde ondertussen via de sociale website Facebook 160.000 vrijwilligers om vandaag (vrijdag) in 26 landen te betogen onder het motto “Geen Chávez meer”. Roberto Micheletti, de facto president van Honduras, kondigde al aan dat hij eraan zou deelnemen.
In 2008 organiseerde Lacouture via het internet een reeks betogingen tegen de terreurgroep FARC met als slogan “Geen FARC meer”. Zijn nieuwe kruistocht komt er op een moment wanneer Caracas en Bogotá zeer dicht bij een breuk staan.

Min honderd

Chávez’ Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV) riep haar aanhangers op om aan Venezolaanse ambassades in vijftig landen te betogen voor Chávez en tegen het pact tussen Bogotá en Washington om VS-troepen toe te laten op Colombiaanse militaire bases.
Chávez zegt geen belang te hechten aan de manifestaties tegen hem en evenmin aan de opiniepeilingen die aangeven dat zijn populariteit daalt bij de Venezolanen. “Als het zou kloppen wat ze zeggen, dan zou mijn populariteit min honderd zijn maar toch winnen we elke keer de verkiezingen.”
De polemiek tussen regering en oppositie laaide op als gevolg van de betoging van 22 augustus. Ondanks de vakantie kwamen toen honderdduizend mensen naar Caracas om tegen de nieuwe onderwijswet te protesteren. De manifestatie mocht het centrum van de stad niet in. Toen een deel van de betogers dat toch probeerde, reageerde de politie met traangas en plastickogels. Een manifestant en een politieagent raakten gewond.
Het parket beval de aanhouding van twee medewerkers van Ledezma, die verantwoordelijk werden gesteld voor de verwondingen van de agent. Enkele dagen later, terwijl het parlement een wet besprak die Ledezma de meeste bevoegdheden zou ontnemen, trokken tachtig medewerkers van de burgemeester naar het Hooggerechtshof om de wet aan te vechten. De politie dreef de groep uiteen en pakte elf mensen op.

Criminalisering van het protest

“Sinds 2004 is de criminalisering van het protest geëscaleerd, en zowel de repressie als de juridische maatregelen tegen de betogingen zijn toegenomen”, zegt Marino Alvarado, coördinator van de humanitaire organisatie Provea.
Procureur-generaal Ortega ontkent dat ze het straatprotest criminaliseert. “We vervolgen alleen strafbare feiten, waar ze zich ook voordoen. Als ze bijvoorbeeld op een feest plaatsvinden en we stellen een onderzoek in, dan betekent dit nog niet dat we tegen dat feest zijn.”
Minister van Binnenlandse Zaken Tarek El Aissami zei donderdag dat sommige “oppositiegroepen gelinkt zijn aan geweldfeiten en we waarschuwen hen dat we zullen optreden zoals we altijd gedaan hebben, zonder dat het ons interesseert wat de media zeggen.”