Uruguay graaft naar vuil verleden

Uruguay is deze week begonnen met het opgraven van stoffelijke resten van slachtoffers van de militaire dictatuur. Sinds het aantreden van de linkse regering van president Tabaré Vázquez verstrekt het leger voor het eerst informatie over mensenrechtenschendingen.

María Claudia García de Gelman was negentien en zwanger toen ze samen met haar man, een linkse activist, in 1979 werd ontvoerd in Argentinië. Hij werd vermoord nadat zij naar Uruguay was gebracht. Daar werd ze in een clandestien martelcentrum vastgehouden, totdat de baby geboren werd. Daarna is nooit meer iets van haar gehoord. De baby werd opgenomen in het gezin van een Uruguayaanse politieagent.

Tijdens de militaire dictatuur in Argentinië (1976 - 1983) verdwenen tussen 10.000 en 30.000 mensen. De zaak van García heeft echter internationaal aandacht gekregen vanwege de fanatieke campagne die haar schoonvader, de bekende Argentijnse dichter Juan Gelman, voert.

Gelman vond in 2000, na een intensieve speurtocht, zijn kleindochter Macarena terug. Deze week, precies twintig jaar na het herstel van de democratie in Uruguay, begonnen opgravingen bij een legerkazerne bij de hoofdstad Montevideo, waar de stoffelijke resten van haar moeder, María Claudia García zouden liggen.

Gelmans schoondochter werd naar Uruguay ontvoerd tijdens Operatie Condor, een door de Verenigde Staten gesteund plan van de militaire regeringen in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay om linkse tegenstanders op te sporen en de mond te snoeren.

In tegenstelling tot Argentinië liet Uruguay slachtoffers niet systematisch ‘verdwijnen’. Tegenstanders werden soms jarenlang gevangen gehouden. Ongeveer 200 linkse Uruguayanen ‘verdwenen’, waarvan de meeste in Argentinië. Pas na het aantreden van de nieuwe, linkse coalitie Breed Front in Uruguay in maart van dit jaar, werd een begin gemaakt met het verstrekken van informatie over de slachtoffers.

Hoewel de speurtocht naar de stoffelijke resten van García vanuit mensenrechtenoogpunt gezien kan worden als een doorbraak, is het onwaarschijnlijk dat haar ontvoerders en moordenaars vervolgd zullen worden. Aanklager Ricardo Moller heeft deze week opnieuw om uitstel van de zaak gevraagd. Ook in 2003 verleende rechter Gustavo Mirabal, die de zaak in behandeling heeft, Moller al uitstel.

Volgens Moller kan de zaak niet heropend worden omdat de regering van Jorge Batlle (2000 - 2005) heeft besloten dat García’s verdwijning onder de Uruguayaanse amnestiewet valt. Onder die wet kunnen militairen die beschuldigd worden van mensenrechtenschendingen tijdens de dictatuur niet vervolgd worden.

José Luis González, advocaat van de familie Gelman, zegt weinig meer te kunnen doen dan afwachten welk besluit de rechter neemt. Als Mirabal de aanbeveling van Moller volgt, dan houdt het op, zegt hij. De enige weg die dan nog open is, is een zaak via een internationaal orgaan, zoals de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten.

González zegt er echter vertrouwen in te hebben dat de rechter de zaak niet sluit en dat oud-militairen en politieofficieren zullen worden opgeroepen om te getuigen. In dat geval zal de aanklager waarschijnlijk in beroep gaan, wat kan leiden tot een zaak voor het hooggerechtshof. Een proces dat jaren kan gaan duren, zegt González.

Het onderzoek naar García heeft de aandacht wat afgeleid van een andere voor Uruguay belangrijke zaak, die van de moord op de twee Uruguayaanse wetgevers Zelmar Michelini en Héctor Gutiérrez Ruiz en twee politieke activisten in Buenos Aires in 1976.

De Uruguayaanse president Vázquez zei bij zijn inauguratie in maart dat zowel de zaak van García als die van de moord op de Uruguayaanse politici en activisten niet onder de amnestiewet vallen. Zijn rechtse voorgangers Batlle, Julio María Sanguinetti en Luis Alberto Lacalle, stelden allemaal dat de zaken wel onder die wet vielen.

Het lichaam van Marcelo Gelman, de man van García, werd in de jaren tachtig in Buenos Aires gevonden. Marcelo’s vader Juan Gelman ontdekte na eigen onderzoek dat de baby van García aan een politieofficier werd gegeven die nauwe banden onderhield met oud-president Sanguinetti. De president weigerde tijdens zijn tweede termijn in te gaan op het verzoek van Gelman om de zaak te onderzoeken.

Sanguinetti’s opvolger Batlle stelde een Vredescommissie in, die de identiteit en woonplaats van Macarena bevestigde. De onafhankelijke commissie maakte na onderzoek bekend dat 26 van de 200 verdwenen Uruguayanen zijn doodgemarteld in militaire kazernes. Over het lot van de anderen ontstaat wellicht meer duidelijkheid door de opgravingen.

Mensenrechtenactivisten zijn blij met de ontwikkelingen in Uruguay. Ik hoop dat het leger eindelijk toegeeft dat er misdaden zijn begaan tijdens de dictatuur, zegt advocaat Guillermo Payssé van mensenrechtengroepering SERPAJ. Het minste wat het leger kan doen is excuses aanbieden aan het Uruguayaanse volk. (JS/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.