Turks leger bombardeert Koerden in Noord-Irak

De Turkse luchtmacht heeft op donderdag 20 mei aanvallen uitgevoerd op guerrilla-eenheden van de Koerdische Arbeiderspartij PKK in het noorden van Irak. Zeker twintig gevechtsvliegtuigen deden mee aan de actie in de regio’s Zap en Hakurk langs de Turkse grens en bombardeerden meer dan vijftig doelen, meldt de particuliere televisiezender NTV.
De aanval was de grootste in meer dan twee jaar. De Verenigde Staten zouden informatie hebben doorgespeeld over een groep opstandelingen die op weg waren naar de Turkse grens, waarna de aanval werd opgestart. Het is nog niet duidelijk hoeveel slachtoffers er gevallen zijn.
De aanval van donderdag was ook een gevolg van twee aanvallen die eerder deze maand werden gepleegd door de PKK vanuit Irak. Zes Turkse soldaten lieten daarbij het leven en er vielen zeven gewonden.
Het Turkse leger wilde de berichten over de luchtaanval niet bevestigen of ontkennen. Omer Celik, een parlementslid van de regerende AK-partij drong er bij de regering van Iraaks Koerdistan op aan maatregelen te treffen om aanvallen van Koerdische rebellen vanaf haar grondgebied te verhinderen.

Zelfbestuur

De PKK begin in 1984 te vechten voor een onafhankelijke, socialistische Koerdische staat in het zuidoosten van Turkije. Volgens Ankara houden 2000 rebellen van de PKK zich schuil in de bergen van Noord-Irak, vanwaar ze makkelijk aanvallen kunnen uitvoeren op het Turkse grondgebied. Ongeveer 40.000 mensen zijn al omgekomen tijdens de gevechten tussen de Turkse regering en de guerrillabeweging.

De luchtaanvallen van het Turkse leger begonnen in oktober 2007 toen rebellen een grenspost in het zuidoosten van Turkije aanvielen waarbij vijftien soldaten omkwamen en twintig gewond raakten.

Internationaal wordt de PKK niet als goed gezelschap beschouwd. De VS en de Europese Unie delen de groep in bij terroristische organisaties. Turkije zou bij de luchtaanvallen zelfs dikwijls hulp krijgen van de Verenigde Staten.

De aanvallen zijn echter nog toegenomen sinds december 2009 toen de Koerdische partij DTP (Partij voor een Democratische Samenleving) werd verboden door het Turkse Grondwettelijke Hof omdat die banden zou hebben met de PKK. De DTP heeft altijd geweigerd zich te distantiëren van de guerrillabeweging.

Verlenging mandaat

In oktober 2009 verliep normaal het mandaat dat het Turkse leger toelaat aanvallen uit te voeren tegen Koerdische rebellenbasissen in Noord-Irak. Maar dat mandaat werd toen met een jaar verlengd door het Turkse parlement.
Die zet kwam er ondanks kritiek van de tegenstanders die beweerden dat het schade zou brengen aan de inspanningen van de regeringen om de rechten van de Koerdische minderheid te verbeteren en een einde te maken aan het 25 jaar durende conflict.

Koerden en onafhankelijkheid

Zowel in Turkije, Iran als in Irak leven relatief grote aantallen Koerden. De regeringen in de drie landen zijn bevreesd voor het Koerdische streven naar onafhankelijkheid. Alleen in Irak genieten de Koerden zelfbeschikking in een eigen gebied.
De Turkse Koerden hopen op de volledige erkenning van hun taal en cultuur. Enkele jaren geleden was het gebruik van de Koerdische taal nog verboden in Turkije. De voorbije jaren ontstonden al enkele radio- en tv-uitzendingen in het Koerdisch, maar de Koerden willen meer. Ze willen onderwijs en bestuur in hun eigen taal.