Tsunamislachtoffers vinden wonen in tenten geen probleem

Op tweede kerstdag in 2004 verdwenen de beroemde zandmijnen van Manalkadhu onder een berg van huizen en mensen die meegesleurd waren door de gigantische vloedgolven. De meeste families in dit gehucht, dat leeft van de visvangst en de verkoop van bouwzand, moeten het vandaag nog steeds doen met de voorlopige accommodatie die is opgetrokken door de VN.

Maar klachten daarover hoor je niet. De enige vrees zijn mogelijke nieuwe vijandigheden tussen de regering en de Tamil Tijger-rebellen in het gebied.

Op huizen kunnen we wachten, maar de oorlog maakt aan alles een einde, zegt de 66-jarige visser Anthonypillai Joseph.

De strijdende partijen vechten sinds twee decennia een bloedige burgeroorlog uit die al 65.000 slachtoffers maakte. De Tamil-minderheid streeft naar een onafhankelijke staat in het noorden en oosten van het eiland. In het noordelijke district Jaffna sloegen al 100.000 van de 600.000 mensen op de vlucht.

Sinds 2002 heerst er een wapenstilstand, de langste sinds het begin van het conflict. In de twee maanden voor de eerste vredesgesprekken van januari in Genève, was er echter een opflakkering van het geweld. 120 mensen kwamen daarbij om, onder wie 80 regeringssoldaten.

Terwijl de oorlog hun levens al meer dan twee decennia in de greep houdt, bracht de tsunami in een vingerknip een enorme catastrofe teweeg. Geen wonder dat deze mensen zich gedeprimeerd en gefrustreerd voelen, stelt een rapport van het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) dat deze week aan de Sri Lankaanse president Mahinda Rajapakse werd overhandigd. Het rapport, dat met behulp van enkele Sri Lankaanse organisaties werd samengesteld, bevat de neerslag van gesprekken in 1.100 dorpen over de 13 door de tsunami getroffen districten.

Meer dan 60 procent van de te herstellen infrastructuur na de tsunami bevindt zich in het noorden en oosten van het land, net daar waar het merendeel van de gevechten plaatsvinden. Omdat het geweld de laatste tijd toenam, zagen de hulporganisaties zich verplicht hun heropbouwwerk op een lager pitje te zetten. Gezien de etnische aard van het conflict verwijten de Tamils in het noorden en het oosten van het land dat ze door de overheid gediscrimineerd worden in de hulpbedeling.

Het recente geweld bracht een enorme exodus op gang. 16.000 mensen ontvluchten het noordoosten voor de relatieve veiligheid van de door Tamils gecontroleerde gebieden.

Manalkadhu staat wel nog onder controle van het regeringsleger. Maar omdat het zo dicht bij Tamil-gebied ligt, vrezen de soldaten dat de Tamils het dorp wel eens via het strand zouden kunnen bestormen. De laatste twee maanden zijn de veiligheidsvoorzieningen rond het dorp dan ook opgedreven.

Maar het kampleven heeft zo zijn typische problemen. Volgens het rapport is er een dringende nood aan permanente behuizing. De mensen leven in hete en oncomfortabele omstandigheden. Ze lijden meer dan vroeger aan verkoudheden en sinusitis. Ze vrezen ook dat de daken en muren de tropische regens niet zullen doorstaan.

We hebben geen privacy, noch binnen, noch buiten het huis. We moeten publieke toiletten gebruiken en 12 families moeten het met 1 kraan stellen, zegt de 18-jarige Rita Anisha. In haar eenkamerhut leven 6 kinderen en 4 volwassenen.