Schuldverlichting voor Mali

Het West-Afrikaanse is het achtste land dat het eindpunt bereikt van het
HIPC, een programma van de Wereldbank dat kwijtschelding geeft aan ‘s
werelds armste schuldenaars, in ruil voor economische hervormingen.
Zesentwintig landen doen daar sinds 1996 aan mee, maar enkel Bolivia,
Burkina Faso, Mauritanië, Mozambique, Tanzania en Uganda raakten tot dusver
uit de ‘wachtkamer’ van HIPC. Ook Mali bereikte het eindpunt van de
procedure na enkele jaren van economische hervormingen.

Het geld dat nu vrijkomt (over een periode van 5 tot 10 jaar) zal besteed
worden aan een programma voor armoedebestrijding dat door de Wereldbank en
het Internationaal Muntfonds werd uitgewerkt. Deze schuldverlichting zal,
samen met de brede economische hervormingen die de regering doorvoerde,
bijdragen tot een duurzame groei en armoedereductie in de toekomst, zegt
David Craig, de Mali-coördinator van de Wereldbank.

Een té optimistische voorstelling van zaken, vindt het Afrikaanse Forum en
Netwerk voor Schuld en Ontwikkeling (AFRODAD). De ngo benadrukt dat Mali nog
steeds een onbetaalbare schuld torst aan onder meer de Club van Parijs, die
19 industrielanden telt. De hervormingen van het IMF en de Wereldbank hebben
van Mali de tweede grootste katoenexporteur van Afrika gemaakt en ook de
goudproductie is opgekrikt. Maar van de mooie exportcijfers is op
sociaal-economisch weinig te merken. Het West-Afrikaanse land staat 153ste
op de 162 landen tellende Ontwikkelingsindex van UNDP. Het land geeft nu
ongeveer 3,1 procent van zijn bruto nationaal product uit aan de afbetaling
van zijn schulden, terwijl gezondheidszorg en onderwijs samen slechts 2,2
procent krijgen.