Rijken kritischer over internationale instellingen dan armen

Niet-gouvernementele organisaties zoals milieugroepen en mensenrechtenorganisaties kunnen wereldwijd op het meeste sympathie rekenen: 60 procent van de ondervraagden van de BBC-poll beschrijft hun invloed als vooral positief. We houden met z’n allen het minst van multinationals: maar 41 procent vindt hun invloed vooral positief. De studie, die tijdens het laatste kwartaal van 2005 werd uitgevoerd, ondervroeg geen Belgen of Nederlanders.

Vlak na de ngo’s volgen de Verenigde Naties - die met een positieve score bij 59 procent van de mensheid wel zo’n tien procent lager scoren dan bij een vergelijkbare peiling eind 2004. Dat was volgens de uitvoerders van de studie te verwachten. Met alle corruptieonderzoeken en het ontbreken van beduidende doorbraken in Iran of Darfur […] is het verrassend dat de VN-score niet zwaarder is gedaald, zegt Steven Kull, de directeur van het Programme on International Policy Attitudes uit Washington, dat samen met het peilingbureau GlobeScan de studie uitvoerde.

Nieuwsmedia hebben volgens de meerderheid van de respondenten in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Canada en Australië een grotere negatieve dan positieve invloed. In ontwikkelingslanden, waaronder Indonesië en de Democratische Republiek Congo, hebben de mensen dan weer een vrij positief beeld van de media.

IMF en Wereldbank

Voor de deelnemers aan het zesde Wereld Sociaal Forum komt de wereldopinie over de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) mogelijk als een onaangename verrassing. De Latijns-Amerikaanse editie van het forum van de andersglobalisten startte gisteren (24 januari) in Venezuela, een dag voor het Wereld Economisch Forum van bedrijfslui en politieke elites in Zwitserland. De vertegenwoordigers van het middenveld en ngo’s op het WSF zijn ervan overtuigd dat het beleid van beide internationale financiële instellingen in de derde wereld rampzalig is geweest voor de armen.

De meerderheid van de wereldbevolking is daarvan niet zo overtuigd: 55 procent van de respondenten noemt de invloed van de Wereldbank vooral positief - waarmee de instelling maar vijf procentpunten slechter scoort dan de ngo’s. Maar 18 procent vindt de invloed van de Bank vooral negatief. Het IMF scoort iets slechter: 47 procent geeft het een positieve beoordeling, 21 procent een negatieve.

Maar het opvallendst is dat de negatieve opinies vooral kwamen van mensen in de rijke industrielanden: met name de Britten, maar ook de Canadezen, de Fransen, de Australiërs, de inwoners van de VS en die van Zuid-Korea. Twee op drie respondenten uit een aantal van de armste landen ter wereld noemen de invloed van het IMF vooral positief, en drie op vier zeggen hetzelfde van de Wereldbank. Dat geldt ook voor landen die moeilijke relaties hebben gehad met beide instellingen, waaronder Kenia, Tanzania, Ghana, Senegal en Indonesië.

De enige uitzonderingen waren drie middeninkomenslanden: de Argentijnen, Brazilianen en Turken moeten niet zo weten van het IMF. Brazilië zette onlangs nog de ongewone stap om alle openstaande leningen bij het IMF ineens af te lossen om een einde te maken aan de invloed van de instelling over haar macro-economisch beleid. Over de Bank zijn Brazilianen en Turken positiever, alleen bij de Argentijnen kruiste 47 procent vooral negatief aan.

Multinationals

Tussen noord en zuid gaapt een vergelijkbare kloof als het over multinationals gaat. Inwoners van Westerse landen moeten er het minst van hebben, de Italianen, de Australiërs, de Britten, de Finnen en de Fransen op kop. In Zuid-Korea, de Filipijnen, Indonesië, Nigeria en Senegal heeft de meerderheid juist een positief beeld over de invloed van de bedrijfsreuzen. (ADR/PD)