Patenten temperen beloftes van 'blauwe revolutie'

Steeds meer ontwikkelingslanden werpen zich op de veelbelovende sector van de kweekvis. De aquacultuur houdt mooie beloftes in voor de voedselvoorziening en de economische ontwikkeling van het Zuiden. Maar de kweekvis wordt steeds meer het privé-bezit van bedrijven die dezelfde tactiek toepassen als bij de traditionele landbouw: patentering van genen en ‘eigen’ soorten.


Ook ontwikkelingslanden hebben de aquacultuur ontdekt. Ze focussen daarbij in eerste instantie op makkelijk te kweken zoetwatervissen als forel, karper en tilapia. Ook buiten de privé-sector raken steeds meer mensen overtuigd van de voordelen van de ‘blauwe revolutie’ - de overschakeling van de visvangst naar de viskweek. Binnen dertig jaar zal er meer kweekvis op de markt zijn dan wilde vis, verwacht de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN.

Bij milieuorganisaties is de weerstand tegen de aquacultuur nog groot. De sector van de kweekvis heeft zijn slechte naam voornamelijk verdiend bij de ‘garnalenboerderijen’ in Indonesië, die duizenden hectaren mangrovewouden deden verdwijnen. Zalm heeft ook geen te beste reputatie. In plaats van de druk op de visstand te verlichten, voert de kweek van roofvissen als zalm, kabeljauw en platvis de druk juist op, betoogde het Wereldnatuurfonds enkele maanden geleden in een rapport. Een derde van de 96 miljoen ton vis die jaarlijks wordt gevangen, wordt gebruikt voor de productie van visvoer, aldus het WWF.

Genetische manipulaties bij kweekvis doen milieu-organisaties helemaal steigeren omdat ‘genetische contaminatie’ in de zee nog veel moeilijker te voorkomen is dan bij planten. In Chili bijvoorbeeld zorgde de introductie van genetisch gewijzigde ‘superzalm’ door het bedrijf Aqua Bounty Farms voor veel ophef. De genetisch gewijzigde zalmsoort (verrijkt met genen uit een platvissoort) is twee keer zo groot als zijn natuurlijke soortgenoten en plant zich voort bij extreem lage temperaturen - volgens milieugroepen maakt de natuurlijke zalm in de Chileense wateren geen schijn van kans meer als de superzalm ontsnapt.

Bij ontwikkelingsorganisaties is de koudwatervrees minder groot. Regeringen en ngo’s beschouwen de aquacultuur als een goede investeringspost voor meer economische ontwikkeling in arme landen. Eén van de oudste voorbeelden is het GIFT-programma, dat in 1988 werd opgestart in de Filipijnen door het World Fish Centre. Het grootse internationale project ontwikkelde Genetically Improved Farmed Tilapia (GIFT) met een dubbel oogmerk: een betere voedselvoorziening en meer inkomsten voor de lokale bevolking en een overdracht van kennis en technologie.

Er werd wilde tilapia gevangen in rivieren in Egypte, Ghana, Senegal en Kenia en gekruist met Filippijnse varianten. Zes generaties en tien jaar later stond de gekweekte tilapiasoort op punt. De rechten werden in 1998 overgedragen aan een non-profitorganisatie, de GIFT Foundation International Inc (GFII).

Daarna kwam de technologie echter in handen van privé-bedrijven. Nu is het patent op de Filipijnse tilapia in handen van het Noorse bedrijf Genomar ASA, dat in 1999 het onderzoek overnam van de non-profitorganisatie GFII. GenoMar heeft het onderzoek overgenomen van het Worldfish Centrum. Dat mag de tilapia gebruiken in programma’s, maar enkel tot de negende generatie. De soorten die daarna kwamen zijn eigendom van GenoMar. Het Noorse bedrijf zit intussen aan de vijftiende generatie en heeft via gentechnologie tilapia ontwikkeld die zich zelfs in modder voortplant. Wie die soort wil kweken, moet er voor betalen.

Het Worldfish Centre ziet geen probleem. Genomar verbetert de GIFT-vis verder, zegt onderdirecteur Modadugu V Gupta Gupta. “De GIFT-vis is nog steeds een publiek goed. Elke regering die naar de vis vraagt, kan hem krijgen. Maar het is duidelijk dat het Worldfish Centre zich in de luren heeft laten leggen. De GIFT-vis heeft intussen een geduchte concurrent aan de GenoMar-vis. De later ontwikkelde generaties laten zich veel makkelijker kweken. Genomar verkoopt ze nu onder de naam GenoMar Supreme Tilapia op de Filipijnen, in Brazilië en in China.

Het verhaal van de Filipijnse tilapia is exemplarisch voor andere vissoorten. Er is een stijgende trend om de genen van vis en zelfs van vissoorten te patenteren, zegt onderzoekster Anna Rosa Martinez in een onderzoek in opdracht van het Internationaal Collectief voor de Visserij (ICSF), een in Brussel en Chennai gevestigde instelling.

Volgens Martinez slaat het Worldfish Centre de bal volledig mis. De internationale instelling werd opgericht om de natuurlijke visvoorraden te beschermen tegen commerciële exploitatie, zegt Martinez, maar het laat de patentering toe van de technologie waarvan het zelf aan de basis staat. Daarmee legitimeert het de patentering van natuurlijke genenvoorraden.

Het Worldfish Centre volgt de patentregels van de Consultatieve Groep voor Internationaal Landbouwonderzoek (CGIAR), dat 16 internationale onderzoekscentra verenigt. Die koepel zou niet betrokken moeten zijn bij de privatisering van publieke goederen. Visvoorraden moeten vrij toegankelijk zijn voor iedereen, vindt Patrick Mulvany, adviseur van de Intermediate Technology Development Group, een groep die ijvert voor het duurzaam beheer van technologieën.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.