'Papierfabriek' VN buigt zich over ontbossing

Ondanks recente ontwikkelingen op gebied van e-mail en videoconferenties, zijn de VN een van de grootste ‘papierfabrieken’ ter wereld, erkende Shashí Tharoor, algemeen ondersecretaris voor openbare informatie van de Verenigde Naties tijdens het VN-Forum voor Bossen. Dat wordt nog tot en met vrijdag gehouden in New York.

Voor de productie van VN-documenten worden honderdduizenden bomen omgehakt. Alle rapporten, verslagen en andere teksten die de VN uitgeven, worden vertaald in zes talen, zei Tharoor ter verklaring. Zevenhonderd miljoen pagina’s lijkt veel, maar de hoeveelheid papier die de Verenigde Naties jaarlijks verbruiken, is ongeveer gelijk aan de hoeveelheid die de New York Times nodig heeft voor één zondageditie.

Nobelprijswinnares Wangari Maathai zei tijdens de bijeenkomst dat een groot deel van de natuurlijke bossen in haar geboorteland Kenia de afgelopen vijftig jaar verdwenen is om ruimte te maken voor landbouwactiviteiten en plantages voor de hout- en papierindustrie.

Maathai, die ook assistent-minister voor Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen is in Kenia, zei dat de meeste mensen zich niet realiseren hoe belangrijk bossen zijn voor hun leefomgeving. In Kenia is volgens haar weinig de afgelopen jaren weinig gedaan om de bossen te beschermen.

Volgens secretaris-generaal Kofi Annan van de VN verbetert het beschermingsbeleid op nationaal niveau, maar blijft de ontbossing tegelijkertijd nog steeds op een alarmerend niveau doorgaan. In de jaren negentig verdween jaarlijks gemiddeld 14,6 miljoen hectare bos. Daarvan werd jaarlijks 5,2 miljoen hectare hersteld door nieuwe aanplant en natuurlijke expansie.

Ongeveer 1,6 miljard mensen zijn in meer of mindere mate van bos afhankelijk voor hun levensonderhoud. Driehonderdvijftig miljoen mensen die in de buurt van bossen wonen, halen hun inkomen helemaal uit het bos. Daarnaast biedt de bosbouwindustrie werk aan zo’n honderd miljoen mensen.

Victoria Tauli-Corpuz, voorzitter van het Permanente VN-Forum voor Inheemse Zaken, zei het bemoedigend te vinden dat de VN werken aan internationale richtlijnen waarin de positie van de inheemse volken gerespecteerd wordt. De VN willen inheemse volken betrekken bij de beleidsvorming, gebruik maken van hun kennis. De organisatie wil ook bosbeheer door lokale gemeenschappen bevorderen.

David Kaimowitz, algemeen directeur van het Centrum voor Internationaal Bosbeheer in Indonesië, wees erop dat Azië meer dan 60 procent van de wereldwijde bossen heeft. Die zijn vooral te vinden in China, India, Japan, Thailand, Indonesië en Maleisië. Veel van de armste gezinnen in Azië zijn erg afhankelijk van de bossen voor brandhout, geneeskrachtige planten, veevoer en andere basisbehoeften. Ook in China en Vietnam zijn het vooral de armste inwoners die in de buurt van bossen wonen. (JS/PD)