Overzeese gebieden willen relatie met EU herdefiniëren

Meade (57) zegt te willen werken aan “een beter begrip in Europa van de behoeften van de overzeese gebieden.” In het Caraïbische gebied behoren Anguilla, Aruba, de Maagdeneilanden, de Kaaimaneilanden, Montserrat, de Nederlandse Antillen en de Turks- en Caicoseilanden tot de OCTA. In de Indische Oceaan gaat het om Mayotte en in de Grote Oceaan om Nieuw-Caledonië, Pitcairn, Frans-Polynesië, Wallis en Futuna. De Falklandeilanden, Groenland, Saint Pierre en Miquelon en Sint Helena zijn ook lid. De gebieden hebben grondwettelijke banden met Nederland, Frankrijk, Engeland of Denemarken en de inwoners zijn EU-burgers, maar de gebieden zelf behoren niet tot het Europese grondgebied.

Elk jaar wordt er een bijeenkomst gehouden met vertegenwoordigers van de overzeese gebieden en de Europese Commissie. De bijeenkomst van dit jaar vond begin maart plaats in Nieuw-Caledonië, een Frans gebied in de zuidwestelijke Grote Oceaan.

De OCTA werd in 2002 opgericht om de visies van de overzeese gebieden op elkaar af te stemmen. De leiders van de gebieden hebben nu hun ideeën samengebracht om de Europese Unie te inspireren bij het formuleren van een nieuw handelsregime (Overseas Association Decision - OAD). De bestaande OAD, die de gebieden vrije markttoegang geeft in de EU om zo bij te dragen aan economische en sociale welvaart in de gebieden, loopt in 2013 af.
 
Groot-Brittannië heeft al aangegeven dat de opvolger van de OAD flexibel genoeg moet zijn om zowel tegemoet te komen aan de behoeften van de grotere en meer welvarende gebieden, als aan die van de meer kwetsbare gebieden die in de komende jaren vermoedelijk nog veel ontwikkelingshulp nodig hebben.

Meer werk

Meade zegt zijn voorzitterschap niet alleen te zien “als een serieuze verantwoordelijkheid, maar ook als een kans om de diverse agenda’s van de overzeese gebieden te steunen.”

“Het is duidelijk een spannende tijd om voorzitter van de OCTA te zijn. We hebben te maken met de gevolgen van langdurige wereldwijde economische en financiële neergang, dalende niveaus van besteedbare inkomens en toenemende uitdagingen op het gebied van oorlogen en natuurrampen en het beroep dat zij doen op onze schaarse bronnen.”
 
De regeringsleider van Montserrat zegt dat de doelen die de EU voor 2020 wil bereiken, ook de basis verschaffen voor “hoop in de gebieden, als we volledig kunnen profiteren van die agenda.” Meade verwijst onder meer naar het Europese doel om 75 procent van de 20 tot 64-jarigen aan het werk te krijgen, 3 procent van het Europese bruto binnenlandse product (bbp) te investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met 20 procent ten opzichte van het niveau in 1990.

De EU  wil ook 20 procent van de energie uit hernieuwbare bronnen halen, 20 procent besparen op energieverbruik, de schooluitval beperken tot maximaal 10 procent en ervoor zorgen dat tenminste 40 procent van de 30 tot 34-jarigen een hogere opleiding heeft afgerond. Verder heeft de EU als doelstelling om 20 miljoen mensen minder het risico op armoede of uitsluiting te laten lopen.

Meade, een groot voorstander van een herdefiniëring van de relatie met de EU, hoopt dat de OCTA-landen aan het einde van zijn voorzitterschap er vooral beter voor staan als het gaat om de handelskansen met Europa. “Wat we in feite willen is een nadruk op handel in plaats van op hulp”, zegt hij.