Oorlogsslachtoffers keren zich tegen Congolese volk
De Congolese regering laat zijn oorlogsslachtoffers in de steek. Militairen die door de strijd invalide of werkonbekwaam zijn, genieten eens ze het leger verlaten geen opvang of begeleiding. Velen onder hen reageren daarom hun woede af op de Congolese bevolking en komen zo in de criminaliteit terecht.
Vorig jaar ondertekenden de Congolese regering en de rebellenbewegingen in Kivu het verdrag van Ihusi. In dat verdrag staat dat invalide militairen niet mogen aangevallen of gevangen genomen worden. Het verdrag sluit wel gekwetste militairen uit, die zich tegen de bevolking keren om zo te overleven. “Ik heb meegevochten in de oorlog en ben daardoor mijn been verloren.”, klaagt Désiré Monga in een restaurant in het centrum van Goma.
Monga was korporaal in het Congolese regeringsleger (FARDC) en verloor zijn rechterbeen tijdens een gevecht tegen CNDP-rebellen in Kirolirwa. “De gemakkelijkste manier om te overleven is door restaurants en burgers te overvallen. Ik heb mijn leven in gevaar gebracht om de bevolking te beschermen en ben nu zelf invalide. Tijdens mijn opleiding hebben de officieren ons verteld dat het belastingsgeld van de burgers voor ons zou zorgen, mochten we gewond raken. De Congolese bevolking is mij steun verschuldigd.”, zegt hij.
Schaamte en onzekerheid
Omdat ze onder invloed van drank en drugs bedelen, stelen, bedreigingen uiten en overvallen plegen, worden de verstoten invalide militairen bespot en veracht door de Congolese burgers. “Uit angst om in zo’n situatie terecht te komen deserteren veel Congolese militairen”, zegt een kolonel van het FARDC die anoniem wenst te blijven. “Een invalide militair leeft in schaamte en onzekerheid. Zonder oorlogspensioen durven ze niet meer terug naar hun geboortedorp dus vergrijpen ze zich aan crimineel gedrag.”
“De Congolese militaire top negeert de alarmsignalen”, gaat hij verder. “En het niet nakomen van beloftes veroorzaakt enkel represailles tegen de Congolese burgers. Deze kajorités kunnen nog steeds nergens terecht.” Het meerderdeel van de kajorités, genoemd naar het Engelse ‘casualty’, ziet zichzelf niet als kwetsbaar maar eerder als arm. “Sommigen onder hen willen een beroep leren, een kleine zaak beginnen of wil werken op het land.”
Het verdrag van Ihusi staat in voor de bescherming van invalide militairen maar verbiedt ook economische ondersteuning van ex-CNDP rebellen. Volgens getuigenissen voeren, één jaar na het afsluiten van het verdrag, ex-rebellen nog steeds ‘financiële acties’ ten voordele van invalide soldaten. De kajorités houden vrachtwagens tegen en eisen tol. De tolprijzen variëren tussen de vijftig en de vierhonderd euro zeggen getuigen. De ex-rebellen noemen de bijdragen van de chauffeurs hun ‘burgerlijke plicht’ om de kajorités te ondersteunen.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2798 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Analyse
-
Column
-
Interview
-
Nieuws
-
Nieuws