Offensief tegen Atjeh is ook propagandaslag

Om publieke steun te verwerven voor haar militair offensief in Atjeh probeert de Indonesische regering gebruik te maken van nationalistische propaganda en mediacensuur. Jakarta tracht nu ook met ‘ingebedde’ journalisten en doet een beroep op het ‘patriottisme’ van de Indonesische pers, maar dat belet niet dat sommige media deze keer bericht uitbrengen over wat er in Atjeh zoal misloopt. Toch is een evenwichtige berichtgeving nog vaker de uitzondering dan de regel.



In de Indonesische provincie Atjeh in het noorden van het eiland Sumatra sluimert al 27 jaar een opstandige rebellenbeweging, de Bevrijdingsbeweging voor Atjeh of de GAM. Toen vredesgesprekken met de GAM in mei nog maar eens op niets uitliepen, heeft de regering in Jakarta de staat van beleg afgekondigd in Atjeh. Sinds het begin van het offensief op 19 mei zou de regering naar eigen zeggen al meer dan 150 rebellen hebben gedood, maar de GAM ontkent dat. Deze week zouden volgens het leger ook ten minste zeven Indonesische soldaten zijn omgekomen in een treffen met de GAM.

De regering heeft op 19 mei niet alleen een militair offensief gelanceerd maar ook een ware propagandaoorlog. Journalisten krijgen te horen dat nationalisme en censuur aan de orde van de dag zijn. Of zoals minister voor Communicatie en Informatie Syamsul Marif het stelde: Indonesische journalisten moeten zich bekommeren om de belangen van het land. Het Indonesische leger gebruikt nu een nieuwe mediastrategie, die het heeft overgenomen uit de oorlog in Irak onder leiding van de VS. De journalisten worden nu ‘ingebed’ in de strijdkrachten. Maar ook al is de methode verschillend van de vorige keer, ook nu heeft het leger de bedoeling de journalisten in te peperen dat patriottisme betekent steun verlenen aan het standpunt van de regering en het offensief tegen Atjeh.

Kort voor 19 mei kregen ongeveer vijftig Indonesische journalisten die de oorlog in Atjeh zouden gaan verslaan, een opleiding in overlevingstactiek. Sindsdien mogen zij de militaire eenheden volgen tijdens hun operaties, militaire uniformen dragen en militair materiaal gebruiken. Lokale en internationale mediagroepen hebben al kritiek geuit op deze poging van het leger om de berichtgeving in de media te manipuleren. Deze manipulatie hebben de militairen geleerd van wat de Amerikaanse regering heeft gedaan in Irak, zegt Solahuddin, algemeen secretaris van de Alliantie van Onafhankelijke Journalisten uit Jakarta.

In mei deelde de commandant van de oorlog in Atjeh, majoor-generaal Endang Suwarya, de journalisten openlijk mee dat ze vrij waren om te berichten over de acties van de veiligheidstroepen, maar niet over de GAM. We willen een eind maken aan de berichtgeving van de woordvoerder van de GAM, omdat die de feiten omdraait, aldus de bevelhebber.

Journalisten klagen dat het moeilijker is om informatie te verzamelen over het brutale optreden van het leger tegen burgers in Atjeh. Lokale bronnen zijn bang om te spreken omdat zij zowel door het leger als door de GAM zijn bedreigd. Ook journalisten blijken niet immuun voor deze dreigementen. Sommigen vrezen zelfs voor hun leven en dat van hun gezin. Eerder deze maand zijn twee journalisten uit Atjeh die werkten voor een internationaal tijdschrift de provincie uitgezet nadat zij al verschillende keren waren bedreigd. Een journalist uit Atjeh die werkt voor het onafhankelijke dagblad ‘Tempo’ werd ondervraagd door de militairen. Zij willen de bronnen kennen die hij heeft gebruikt voor een artikel over de moord op dorpelingen, onder wie een kind van 13 jaar, door regeringssoldaten.

Journalist Moch Faried Cahyono, die in 1999 voor het magazine ‘Tempo’ werkte toen de Indonesische repressie in Oost-Timor haar hoogtepunt bereikte, stelt dat de huidige tactiek van het leger tegenover de media niet zoveel verschilt van de methodes tijdens de strijd om Oost-Timor. In 1991 zei Suharto dat hij hoopte dat de Indonesische media geen berichten zouden brengen over Oost-Timor, behalve wanneer zij informatie ontvingen van regeringsbronnen. Maar de politieke omgeving in Indonesië is nu wel helemaal anders. Ten tijde van Suharto en tijdens het grootste deel van de bezetting van Oost-Timor werden journalisten gewoon het zwijgen opgelegd, maar nu zijn zij vrij om kritiek uit te oefenen op de staat. Het leger kan de media nu niet meer in de hand houden, meent Cahyono. Een hoofdartikel op 30 mei in het Engelstalige dagblad ‘Jakarta Post’ riep het Indonesische leger op om te denken aan wat er in Oost-Timor is gebeurd. Wanneer het leger - letterlijk of figuurlijk - begint te schieten op journalisten, begint het de propagandaoorlog te verliezen. Uit onze ervaringen in Oost-Timor van enkele jaren geleden, weten we hoe duur dat kan uitvallen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.