Moslims slachtoffer van Chinese antiterreur

Het exacte aantal is niet bekend, maar vast staat dat vele etnische Oeigoeren, waarvan de meerderheid moslims zijn, de afgelopen drie jaar ter dood werden veroordeeld en geëxecuteerd op beschuldiging van vermeende separatistische of terroristische daden, zo stelt het rapport ‘Uighurs Fleeing Persecution ‘. In werkelijkheid zijn vele van de arrestanten enken en alleen aangehouden omdat ze op vredelievende wijze gebruik maakten van hun recht op vrije meningsuiting of vereniging. Volgens het rapport is de huidige repressie nog steeds een afstraffing van de massale protesten en gewelddadige rellen in de streek in 1990.

Peking oefent ook in toenemende mate druk uit op de regeringen van aangrenzende landen om mensen uit te leveren. Zo werd de activist Shaheer Ali, die in Nepal het statuut kreeg van VN-vluchteling, uitgeleverd en vermoedelijk in maart 2003 ter dood veroordeeld voor separatisme, organisatie en leiding van een terroristische organisatie en illegaal wapenbezit.

Amnesty roept de buurlanden van China en de rest van de wereld op te verzekeren dat Oeigoerse asielzoekers volledige bescherming genieten. De mensenrechtenorganisatie vindt dat er ook meer diplomatieke druk moet komen om de grootschalige mensenrechtenschendingen tegen te gaan die momenteel plaatsvinden in de streek.

Amnesty legt expliciet de link tussen de Chinese mensenrechtenschendingen en de Amerikaanse ‘oorlog tegen de terreur’. Een nieuwe regering heeft de kans gegrepen die de Amerikaanse strijd tegen het terrorisme biedt om mensenrechtenschendingen tegen haar burgers te rechtvaardigen, staat er zwart op wit.

Al in 2002 rapporteerde Human Rights Watch (HRW), die andere internationale mensenrechtenorganisatie, dat diverse landen de Amerikaanse oorlog tegen terreur als excuus gebruikten. Rusland, Oezbekistan, Egypte, Israël, Maleisië, Saudi-Arabië, Zimbabwe en ook China werden toen genoemd.

Het is moeilijk te beoordelen of nog meer regeringen zich vandaag achter terrorisme verschuilen om repressie goed te praten, zegt HRW-advocaat Reed Brody. Zeker is wel dat het fenomeen bijna niet meer weg te denken is. De gevolgen zijn volgens Brody niet alleen dat regeringen opponenten als terroristen brandmerken, maar ook dat de VS hun recht van spreken op vlak van mensenrechten verkwanseld hebben en dat ook andere landen sneller hun mond houden.