Moordenaars premier Bishop blijven in cel

De drie werden deze week door de hoogste gerechtelijke instantie, het Hof van beroep van Oost-Caribische Staten (OECS) gebrandmerkt als leden van het executiepeloton dat Maurice Bishop tijdens een hevige interne machtsstrijd binnen de Revolutionaire Volksregering (PRG) fusilleerde. Bishop kwam in 1979 als boegbeeld van de New Jewel Movement (NJM) in Grenada aan de macht door het verdrijven van de corrupte regering van Eric Gairy, maar werd in 1983 door extreemlinkse hardliners van de PRG tegen de muur gezet. Verscheidene van zijn medestanders ondergingen hetzelfde lot, hun lichamen werden verbrand.

Volgens een aantal waarnemers was de moord op Bishop een aanleiding voor de Verenigde Staten om op het linkse eiland orde op zaken te stellen. Toenmalig president Ronald Reagan had nog vóór de troebelen op Grenada zijn afkeuren laten blijken over de PRG en omschreef Bishop als een ondemocratisch staatsleider. Bishop had de banden aangehaald met Cuba en de Sovjetunie, flirtte met de Sandinisten in Nicaragua en zorgde voor een nieuwe politieke dynamiek in de regio. Linkse leiders van Jamaica en Guyana maakten eveneens een opening naar het door de VS verketterde Cuba en verwelkomden Grenada hartelijk als lid van de Non-aligned Movement, het verbond van niet-gebonden landen die zich afzetten tegen het (post)kolonialisme. Ook Groot-Brittannië was niet opgezet met het beleid van haar voormalige kolonie. Naburige eilandstaten als Barbados en Dominica schaarden zich achter de Amerikaanse en Britse onvrede.

Op het ogenblik dat de interne machtsstrijd op Grenada losbarstte en Bishop onder huisarrest werd geplaatst - om even later te worden vermoord, bevond Mary Eugenia Charles, de sterke vrouw van buurland Dominica, zich in het Witte Huis. In het gezelschap van Reagan kondigde zij aan dat de landen van de OECS overeengekomen waren samen met Washington een militaire reddingsoperatie te lanceren. Reagan verklaarde dat hij de Amerikaanse studenten die in Grenada studeerden, te hulp moest komen. Aldus geschiedde: 1900 Amerikaanse soldaten en 300 OECS-militairen bezetten het eilandje en stonden borg voor een interregnum onder Amerikaanse supervisie. In 1984 volgden er verkiezingen, het bewind van de PRG kwam ten einde.

De verdachten van het complot tegen Bishop kwamen voor de rechter. Bernard Coard, de tweede sterke man van Grenada en zijn vrouw Phyllis werden samen met 14 anderen ter dood veroordeeld wegens moord, Andy Mitchell, Cosmos Richardson en Vincent Joseph wegens doodslag. In 1991 werd hun straf omgezet in levenslang - zijnde 45 jaar voor Richardson en Joseph, 30 jaar voor Mitchell.

Een advocaat van de verdediging, Keith Scotland, argumenteerde eerder dit jaar dat die straf illegaal was, aangezien de grondwet van Grenada in dergelijke gevallen een termijn van 15 jaar voorschrijft. De rechter van het Nationale hof van beroep had daar in februari oren naar en oordeelde dat de mannen onmiddellijk moesten worden vrijgelaten. Maar het OECS-Hof oordeelde deze week dat de straffen veelvouden zijn van 15, en van kracht blijven.

Het OECS-Hof kan vonnissen vellen in acht staten: Antigua en Barbuda, Dominica, Grenada, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines’ St. Kitts-Nevis, Montserrat en de Britse Maagdeneilanden.

Peter Richards

Xml=2

Ref: ca ip