Landen Latijns-Amerika werken niet samen rond klimaatwijziging

Omdat de klimaattop in Durban (28 november tot 9 december) waarschijnlijk geen bindende akkoorden oplevert, ontstaat een kleine mogelijkheid dat Latijns-Amerikaanse landen nauwer gaan samenwerken om zich te wapenen tegen de gevolgen van de klimaatwijziging.

Midden-Amerika heeft al een stap gezet. In augustus zetten tien landen, de meeste uit Midden-Amerika, het Intergouvernementele Samenwerkingprogramma voor Klimaatwijziging Prica-Ado op. Het zijn Belize, Colombia, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama en de Dominicaanse Republiek.
In 2012 zal Prica-Ado een diagnose stellen van de problemen in Midden-Amerika om nadien eenheden op te zetten die maatregelen uitwerken.

Droogtes en orkanen

Maar de weg is nog lang. “De instellingen zijn nog onvoldoende geëvolueerd om de uitdaging van de adaptatie of van de vermindering van de risico’s en kwetsbaarheid aan te gaan”, zegt econoom Nelson Cuéllar van het Salvadoraanse Onderzoeksprogramma voor Ontwikkeling en Milieu (Prisma). “We hebben in de regio de gewoonte om het thema sectoraal aan te pakken, en de klimaatwijziging kan men niet op die manier aanpakken.”

Midden-Amerika is zeer kwetsbaar voor hevige droogtes en vernietigende orkanen. Het VN-klimaatpanel noemt Centraal-Amerika, Mexico en het noordoosten van Brazilië bij de regio’s die deze eeuw nog ergere droogtes kunnen meemaken. En met grote waarschijnlijkheid zullen de orkaanwinden die zich elk jaar vormen in de Caraïbische Zee en de Golf van Mexico, in snelheid toenemen.

Zuid-Amerika

Zuid-Amerika beschikt helemaal nog niet over een regionaal samenwerkingsverband om het hoofd te bieden aan de klimaatwijziging. Nochtans hebben ze ook daar al af te rekenen met het probleem, zoals de stortregens in Colombia en Venezuela, het versnelde afsmelten van de gletsjers in het Andesgebied en de ontbossing in het Amazonegebied.

“Het individualisme domineert”, zegt Morrow Gaines, expert klimaatonderhandelingen van de Braziliaanse niet-gouvernementele organisatie Vitae Civilis.

Maureen Santos, expert internationale onderhandelingen van de Federatie van Organen voor Sociale en Onderwijshulp, pleit voor de oprichting van een fonds voor adaptatieprojecten in het kader van de Unasur, de Unie van Zuid-Amerikaanse Staten, en voor een speciale milieuvergadering van de Mercosur. Door in de Mercosur (met onder meer Argentinië en Brazilië) en Unsasur de discussie op gang te brengen, zou men tot een regionaal klimaatplan kunnen komen, zegt ze.

Voor Gaines is de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben (Cepal) het meest geschikte forum over adaptatie te praten, omdat deze VN-instelling dit thema al behandeld heeft.