Krijgt Irak een geslepen Koerdische vos als president?

Vijftig jaar zoete broodjes bakken met achtereenvolgens de Iraakse soennieten, de Iraanse sjiieten en de Verenigde Staten lijkt eindelijk iets te hebben opgeleverd voor de Koerdische leider Jalal Talabani. In de diepe herfst van zijn carrière wordt de 72-jarige politicus genoemd als een ernstige kanshebber voor het presidents- of premierschap van Irak.

De eengemaakte Koerdische lijst met Talabani en de zoon van zijn historische politieke rivaal Barzani eindigde volgens de voorlopige – gedeeltelijke – resultaten op de tweede plaats bij de Iraakse verkiezingen van 30 januari. Door hertellingen zal de definitieve verkiezingsuitslag nog enkele dagen op zich laten wachten.

Talabani zou de sjiitische overwinnaars intussen al hebben voorgesteld dat hij president of premier van Irak wordt. Barzani zou dan president worden van Iraaks Koerdistan. Het voorstel zou te nemen of te laten zijn. Als de sjiiten niet akkoord gaan, stappen de Koerden niet in de regering, zo beweren Koerdische bronnen.

De huidige alliantie tussen Talabani’s partij en de Verenigde Staten is tot dusver vruchtbaar gebleken. Maar wie Talabani’s carrière erop naleest, stelt vast dat de politieke wind in Koerdistan in geen tijd helemaal van richting kan veranderen.

De in 1933 uit een prominente Koerdische familie geboren Talabani studeerde rechten in Bagdad vooraleer hij zich actief begon in te zetten in de beweging voor Koerdische autonomie. Hij trad toe tot het politbureau van de Koerdische Democratische Partij (KDP) en begon onderhandelingen met de soennitische Ba’athpartij toen die in 1963 met een staatsgreep aan de macht kwam in Irak.

Toen de gesprekken met de Ba’athpartij moeizaam verliepen, kwam het tot een scheuring binnen de KDP. De stichter van de KDP, Mullah Mustafa Barzani, koos voor de gewapende strijd. Talabani verweet Barzani enggeestig en reactionair te zijn en vormde zijn eigen splintergroep. Talabani sloot zelfs een alliantie met het Iraakse leger tegen Barzani. In 1966 voerde hij met de hulp van dat leger een gewapende aanval uit op zijn oude strijdmakkers van de KDP.

Talabani’s alliantie met de Ba’athpartij duurde niet lang. Hij keerde terug naar de Koerdische nationale beweging en werd de vertegenwoordiger van de KDP in Damascus tot in 1975 een poging tot revolutie van Barzani faalde. Talabani nam opnieuw afstand van de KDP, vormde de nieuwe groep PUK (Patriottische Unie van Koerdistan) en verwierf de controle over het noordoostelijke deel van Koerdistan, langs de grens met Iran.

Toen de Iraakse president Saddam Hoessein in 1980 Iran binnenviel, koos Talabani radicaal de zijde van de Iraanse Ayatollah Khomeini. De strijders van de PUK werden aartsvijanden van het regime in Bagdad. Op het einde van de oorlog nam Saddam Hoessein wraak op de Koerden. In 1988 verdreef hij tienduizenden Koerden uit hun huizen. Minstens 50.000 onder hen werden neergeschoten. Vele andere tienduizenden werden naar kampen in zuidelijk Irak gebracht.

Deze etnische zuivering, die plaatsgreep onder de naam al-Anfal, was vooral gericht op dorpen waar Talabani veel aanhangers telde. Aan de Koerdische gevangenen zeiden Iraakse officieren dat ze gestraft werden omdat ze Jalal Talabani als leider erkenden.

Op 16 maart 1988 viel het Iraakse leger de stad Halabjah aan, dat toen nog onder controle van het Iraanse leger en de PUK was. Saddam Hoessein liet chemische wapens inzetten bij die aanval. Het westen, dat de zijde van Irak had gekozen uit vrees voor een te sterke islamitische staat in de regio, keek de andere richting uit.

Toen Irak in 1990 Koeweit binnenviel veranderden de geopolitieke verhoudingen. Plots werd Saddam Hoessein de grote vijand van het westen en werd de weg vrijgemaakt voor een alliantie tussen Talabani en de Verenigde Staten. Talabani gaf gehoor aan een oproep van de toenmalige Amerikaanse president George Bush en beloofde samen met zijn oude rivalen van de PDK, ondertussen geleid door Mullah Barzani’s zoon Masoud Barzani, in opstand te komen tegen Saddam.

De revolutie mislukte toen Bush zich terugtrok uit Irak, maar uiteindelijk werd een autonome Koerdische regio in het noorden van Irak, beschermd door een Amerikaans-Britse no-fly-zone, opgericht. Het werd het startsein voor nieuwe schermutselingen tussen de PUK en de PDK die tussen 1994 en 1998 werden uitgevochten in een regelrechte burgeroorlog. Beide zijden deden beurtelings een beroep op het Iraakse leger om de andere partij schade toe te brengen.

Toen George W. Bush in 2003 een militaire campagne begon in Irak, vochten PUK-strijders aan de zijde van de Amerikanen. Vandaag is de PUK de sterkste partij in de belangrijke olierijke Koerdische stad Kirkoek. Op 72 jaar lijkt Jalal Talabani eindelijk de rente te kunnen opstrijken van vijftig jaar investeren in de Koerdische zaak en in zijn eigen politieke carrière. Als hij tenminste ondertussen weer niet van politieke koers verandert… (BL/ADR)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.