Komt er een duurzaamheidsbelasting in India?

Het niet aflatende elan in verband met hernieuwbare energie in India maakt de gespannen politieke situatie tussen India en Pakistan er niet minder voelbaar om, zeker niet in regeringskringen in de hoofdstad New Delhi. Sinds de bomaanslag op het Indiase federale parlement en het broeiende conflict tussen fundamentalistische hindoes en moslims zijn de veiligheidsmaatregelen bij ieder ministerie andermaal verscherpt. Op elke straathoek staan tegenwoordig soldaten met geladen machinepistolen. Ook voor het in 1992 opgerichte ministerie voor Niet-Conventionele Energiebronnen (Ministry of Non-Conventional Energy Sources, kortweg MNES). Sinds 1999 leidt minister Shri M. Kannappan het MNES in de regering van BJP-premier Atal Behari Vajpayee. Een interview.
Onder het MNES valt ook het Indian Renewable Energy Development Agency (IREDA), dat zowat 150 medewerkers telt. Het IREDA is één van de schaarse Indiase staatsinstellingen die gemotiveerd en efficiënt werkt. Dankzij professionele promotie en deskundig advies heeft het IREDA er in grote mate mee voor gezorgd dat nieuwe energiebronnen over heel het land niet meer weg te cijferen zijn. De 64-jarige Shri M. Kannappan is landbouweconoom en komt uit de zuidelijke deelstaat Tamil Nadu. Hij behoort tot de regionale partij MDMK. Zijn politieke loopbaan begon hij als studentenleider in de jaren vijftig.

Hoe kwam India er tien jaar geleden toe, als tot dusver enige land ter wereld, een volwaardig ministerie voor Hernieuwbare Energie op te richten?

Shri M. Kannappan: India heeft een groot tekort aan eigen fossiele brandstoffen zoals steenkool en aardolie. Ons land geeft massa’s harde deviezen uit om die te importeren. Die netelige toestand en de toenemende problemen met fossiele brandstoffen dwongen de Indiase politiek al in een vroeg stadium tot het besef dat de hefboom voor de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen besloten ligt in onze geweldige natuurlijke rijkdommen. Om de vele mogelijkheden tot gebruik van de eindeloze en hernieuwbare energie van de natuur gecoördineerd aan te pakken, riep de toenmalige regering dit ministerie in het leven. De visie van toen blijkt nu absoluut de juiste te zijn. Vooral wanneer als we zien welke enorme draagwijdte de hernieuwbare energie nog zal hebben voor onze toekomstige energiebehoeften.

Welke doelstelling heeft India voor ogen bij de uitbouw van eco-energie tijdens de komende tien jaar?

De energiebehoeften van onze bevolking en industrie groeien voortdurend. We gaan ervan uit dat India tot 2012 alleen al qua elektriciteit een capaciteit van 100.000 megawatt (MW) nodig heeft. Tien procent daarvan willen we dekken met niet-eindige bronnen.

Een ambitieus plan, maar lukt het ook in de praktijk?

Mijn ministerie heeft aan alle deelstaten richtlijnen gestuurd om de bouw van ecocentrales te steunen. De feedback uit de deelstaten, van constructeurs en investeerders, heeft ons moed gegeven op deze weg voort te gaan. Het reeds geïnstalleerde vermogen bedraagt momenteel zowat 3.400 MW uit niet-eindige energiebronnen, maar het potentieel is veel groter. In enkele deelstaten zijn er echter moeilijkheden wegens de voortdurende hervormingen in de energiesector en de oprichting van een regulerende overheidsinstantie voor elektriciteit.

Wat betekent dat concreet?

Een beslissende factor is dat de overheidsinstanties voor energie niet verplicht zijn groene stroom in hun elektriciteitsnet op te nemen. En uit vrije wil kopen ze dergelijke stroom niet tegen een wat hoger tarief. Om tot een snellere aanwending van hernieuwbare energie te komen, heeft ons ministerie een richtlijn voorbereid. Daarin staan voor de sector visies op lange en middellange termijn beschreven. Bovendien somt de nieuwe, bijna afgewerkte elektriciteitswet opties op waarmee de uitbouw van eco-energie moet worden versneld. Het gaat dan bijvoorbeeld om een wettelijk voorgeschreven minimum aandeel van zowat tien procent niet-eindige energie in het stroomnet, dat tegen het vastgelegde minimumtarief moet worden gekocht bij de netexploitanten.

In het verleden heeft India aan investeerders fiscale voordelen toegekend voor de uitbouw van bijvoorbeeld windenergie. Is ook nu een financiële ondersteuning voorzien voor uw plannen?

De reeds genoemde richtlijn voorziet in een nationaal fonds voor hernieuwbare energie. Om dat te spijzen, zijn heffingen voorzien in de vorm van een ‘duurzaamheidsbelasting’ op het gebruik van fossiele brandstoffen. We gebruiken het fonds om de hogere prijs voor groene energie te compenseren. De details hierover werken we pas uit na de goedkeuring van de richtlijn.

India behoort nu al tot de top-tien van landen met het hoogste windenergiegebruik ter wereld. Hoe hoog is het windpotentieel nog voor de verdere uitbouw?

Een recent onderzoek heeft dat potentieel op ongeveer 45.000 MW geraamd. Het huidige technische potentieel voor uitbreiding in gebieden met veel wind bedraagt ongeveer 13.000 MW. Mochten we dat vermogen kunnen realiseren, zou dat in het licht van de huidige 1.500 MW een geweldige sprong voorwaarts zijn. Dat heeft voor ons prioriteit op mogelijke offshoreprojecten (nvdr: het bouwen van zogenaamde windparken op kunstmatige eilandjes voor de kust), die we zeker niet uitsluiten. We hebben bij het centrum voor windtechnologie een gedetailleerd onderzoek naar de rendabiliteit van offshoreprojecten besteld. Het resultaat zal bepalen of er eventueel een proefproject komt.

Naast wind heeft India ook veel water. Welke rol speelt waterkracht in uw verdere energieplannen?

Kleine waterkrachtprojecten, tot 25 MW, leveren op dit moment samen ongeveer 1.423 MW en daar moet de volgende jaren nog 800 MW bijkomen. Waterkracht neemt in de totale Indiase elektriciteitsproductie ongeveer 25 procent voor haar rekening. Dat aandeel moet nog toenemen om ook de piekbehoeften te kunnen dekken.

Rekent u daarbij ook op omstreden stuwdamprojecten zoals op de Narmada in het centrum van het land, waarbij dan wel één miljoen boeren en oorspronkelijke bewoners hun gronden moeten verlaten?

Hydro-elektrische projecten zoals in de Narmadavallei zijn belangrijk voor de ontwikkeling van onze energiesector. Desondanks moeten we daarbij zorgvuldig rekening houden met milieuaspecten en met de noden van de bevolking.

En hoe staat het met de energie uit biomassa?

Op het vlak van kleine biomassavergassingsinstallaties hebben de Indiase constructeurs van ons land een wereldleider gemaakt. Met een vermogen tot 500 kilowatt worden de installaties in India zelf gebouwd. De constructeurs wisten met succes te voldoen aan de tests. Hun installaties vinden niet alleen exportmogelijkheden naar Azië en Zuid-Amerika, maar ook naar Europa en de VS. Vooral alleenstaande boerderijen halen voordeel uit dat project. In het elektrificatieprogramma voor afgelegen dorpen zal vergassing van biomassa een beslissende rol spelen. De regering wil tegen 2012 ongeveer 18.000 dorpen van elektriciteit voorzien.

Welke rol speelt biomassa over het algemeen in uw expansieplannen voor hernieuwbare energie?

Het programma voor warmtekrachtkoppeling in suikerfabrieken dat mijn ministerie begeleidt, is het grootste ter wereld. Heel nuttig natuurlijk, want India is wereldwijd de grootste rietsuikerproducent. Daarnaast promoten we energiewinning uit productieoverschotten. Momenteel worden dergelijke biomassacentrales geïnstalleerd met een totaal vermogen van 390 MW en voor nog eens 360 MW zijn de procedures reeds opgestart. Ondertussen lopen initiatieven om het biomassapotentieel over heel het land in te schatten. De resultaten zullen als basis dienen voor een biomassa-atlas.

Hoe ziet u de samenwerking tussen Indiase en Duitse ondernemingen bij het gebruik van niet-eindige energie?

Die samenwerking met Duitsland is voor ons van groot belang. Vroeger reeds heeft India van Duitsland een stevige zet gekregen om zijn potentieel aan hernieuwbare energie te benutten. Er zijn al ettelijke joint ventures. Wij willen dat aantal nog fors opvoeren, vooral op het vlak van de fotovoltaïsche elektriciteit, de zonnewarmte en de windenergie.

Vertaling: Jan Heyvaert

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.