'IUCN moet steun Shell weigeren'

World Conservation Union is met meer dan 1.000 overheidsorganisaties en niet-gouvernementele organisaties als lid, de oudste en grootste wereldwijde milieucoalitie. De IUCN werkt daarnaast met bijna 11.000 vrijwilligers uit de wetenschappelijke wereld, in meer dan 160 landen.
In een motie die gepresenteerd werd tijdens het IUCN-congres in Barcelona, dat nog tot en met 14 oktober duurt, drongen organisaties als Friends of the Earth International, Pro Natura, het Latin American Centre for Human Rights and Environent (CEDHA) in Argentinië en de Nederlandse Stichting Natuur en Milieu erop aan de overeenkomst met Shell op te zeggen.
De ngo’s stellen dat de activiteiten van multinational Shell grote negatieve sociale en milieugevolgen hebben. Het oliebedrijf heeft “een zeer controversiële reputatie waar het de omgang met bevolkingsgroepen in door Shell geëxploiteerde oliegebieden betreft.”
Ondanks recente pogingen een ‘groener’ imago te krijgen, zeggen natuurbeschermers dat Shell doorgaat met schadelijke activiteiten zoals het affakkelen van gas in Nigeria, vooral in de Nigerdelta, terwijl het bedrijf eerder aankondigde die activiteiten te zullen afbouwen. Bij het affakkelen van gas komen giftige chemicaliën vrij die schadelijk zijn voor de gezondheid van de plaatselijke bevolking. Sommige van die chemicaliën kunnen astma verergeren en chronische bronchitis of leukemie veroorzaken, stellen milieuactivisten.
Reputatieschade
Het IUCN-secretariaat wijst er in een intern stuk op dat het met opzeggen van het contract met Shell “de belangrijkste financiering zou wegvallen”. En als Shell naar de rechter zou stappen vanwege het verbreken van het contract “dan zouden de financiële consequenties voor de IUCN niet te overzien zijn.”
Dennis Hosack, IUCN-programmafunctionaris voor business en biodiversiteit, geeft toe dat Shell een grote milieuvoetafdruk achterlaat. “Wij keuren het beleid van Shell niet goed”, zegt Hosack. “Maar wij geloven dat de IUCN kan helpen deze voetafdruk te verkleinen. Op die manier kunnen de milieustandaarden voor de hele olie-industrie verbeterd worden.”
“Als je alle grote bedrijven op de zwarte lijst zet, verander je ook niets aan hun gedrag op ecologisch gebied”, zegt Anna Kalinowska, lid van het Poolse Nationale Stichting voor Milieubescherming. “Natuurlijk loopt de IUCN het risico op reputatieschade als gevolg van de samenwerking met Shell. Maar het is het waard om dat risico te nemen.”
Het IUCN-contract met Shell is symbolisch voor een breder debat dat gevoerd wordt over de manier waarop ngo’s bedrijven zouden moeten benaderen, inclusief het accepteren van fondsen zonder te vervreemden van hun achterban. De IUCN heeft een soortgelijk partnerschap met Holcim, een van de grootste cementproducenten in de wereld, en met Total, de Franse oliegigant. De groene coalitie werkt aan een overeenkomst met Tio Tinto, een van de grootste mijnbouwbedrijven in de wereld.
Christiane Ehringhaus, een Duitse onderzoeker aan het Centre for International Forestry Research, noemt het “naïef” om te denken dat milieugroeperingen het beleid van grote bedrijven zoals Shell zouden kunnen beïnvloeden. “De meest waarschijnlijke uitkomst is dat we als milieuactivisten onze ziel kwijtraken in het proces.”