Iraakse vluchtelingen tussen uitzichtloosheid en doodsangst
Honderdduizenden Irakezen die het geweld in hun land ontvlucht zijn, kijken in het buitenland aan tegen opsluiting of terugkeer naar de doodbedreigingen thuis.
Ali al-Fadhily . 7 december 2007
Van de vijfentwintig miljoen Irakezen zijn er meer dan twee miljoen uitgeweken naar het buitenland, maar slechts een minderheid heeft ook de officiële status van vluchteling gekregen. De meeste Irakezen in Syrië, Jordanië, Libanon en Egypte verblijven er illegaal en kijken aan tegen opsluiting of deportatie.
“Een Irakees deporteren is zijn doodsvonnis tekenen,” zegt Ali Jassim, een Iraakse journalist die onlangs uitgewezen werd uit Libanon. “De Libanese overheid past de normale migratiewetten toe op de Irakezen, en dus zullen de meesten uitgewezen worden.”
Human Rights Watch stelde begin december in het rapport “Rot hier of sterf daar, sombere opties voor Iraakse vluchtelingen in Libanon” dat de Libanese overheid Irakezen zonder geldig visum arresteert en voor onbepaalde tijd vasthoudt, om ze te dwingen terug te keren naar Irak.
“Mijn broer zit in een Libanese cel,” vertelt Zahra Naji, onderwijzeres in Bagdad. “Hij kan vrijkomen als hij ervoor kiest om naar huis terug te keren, maar dan wordt hij zeker vermoord. De milities komen nog steeds naar ons huis om te kijken of hij er is. Voor de Amerikaanse inval was hij immers lid van de Ba’athpartij.”
Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR leven minstens veertigduizend Iraakse vluchtelingen in Libanon. Klachten over mishandelingen door de Libanese overheid dreven vele vluchtelingen over de grens naar Syrië, maar dat is sinds begin oktober niet meer mogelijk.
De vluchtelingen in Syrië hebben het niet veel beter. Het Wereldvoedselprogramma rapporteerde op 4 december dat Irakezen in Syrië één maaltijd per dag overslaan om hun kinderen te kunnen voeden. Zes op tien Irakezen zegt wegens de hoge voedselprijzen goedkoper en minder goed eten te moeten kopen.
Jordanië herbergt volgens de UNHCR 750.000 vluchtelingen, het merendeel zonder geldig visum. Om een visum te krijgen moeten de vluchtelingen zich laten registreren als bezoeker en 100.000 dollar ophoesten, of een job bij de overheid te pakken krijgen. Heel wat Irakezen worden uitgewezen om allerlei verschillende redenen.
“Jordanië deporteert niet langer Irakezen als ze geen gevaar vormen voor het land,” zegt Omar Ahmed Saleem, een 28-jarige student die onlangs uitgewezen werd. “Maar het minste probleem kan tot uitwijzing leiden. Ik had ruzie met enkele Jordaniërs over een voetbalmatch, en dus besliste de politie dat ik uitgewezen moest worden.”
Hij kan onmogelijk terug naar zijn familie in Bagdad maar verblijft bij kennissen in een ander deel van de stad. “Ik kan niet terugkeren omwille van mijn soennitische voornaam ‘Omar’. Die is zo goed als een doodvonnis in de buurt waar ik woonde.”
Saleem is maar één van de vele binnenlandse vluchtelingen in Irak. Het UNHCR schat dat er naast de meer dan twee miljoen Iraakse vluchtelingen in het buitenland ook binnen Irak zelf nog eens 2,25 miljoen mensen op de vlucht zijn.
“Een Irakees deporteren is zijn doodsvonnis tekenen,” zegt Ali Jassim, een Iraakse journalist die onlangs uitgewezen werd uit Libanon. “De Libanese overheid past de normale migratiewetten toe op de Irakezen, en dus zullen de meesten uitgewezen worden.”
Human Rights Watch stelde begin december in het rapport “Rot hier of sterf daar, sombere opties voor Iraakse vluchtelingen in Libanon” dat de Libanese overheid Irakezen zonder geldig visum arresteert en voor onbepaalde tijd vasthoudt, om ze te dwingen terug te keren naar Irak.
“Mijn broer zit in een Libanese cel,” vertelt Zahra Naji, onderwijzeres in Bagdad. “Hij kan vrijkomen als hij ervoor kiest om naar huis terug te keren, maar dan wordt hij zeker vermoord. De milities komen nog steeds naar ons huis om te kijken of hij er is. Voor de Amerikaanse inval was hij immers lid van de Ba’athpartij.”
Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR leven minstens veertigduizend Iraakse vluchtelingen in Libanon. Klachten over mishandelingen door de Libanese overheid dreven vele vluchtelingen over de grens naar Syrië, maar dat is sinds begin oktober niet meer mogelijk.
De vluchtelingen in Syrië hebben het niet veel beter. Het Wereldvoedselprogramma rapporteerde op 4 december dat Irakezen in Syrië één maaltijd per dag overslaan om hun kinderen te kunnen voeden. Zes op tien Irakezen zegt wegens de hoge voedselprijzen goedkoper en minder goed eten te moeten kopen.
Jordanië herbergt volgens de UNHCR 750.000 vluchtelingen, het merendeel zonder geldig visum. Om een visum te krijgen moeten de vluchtelingen zich laten registreren als bezoeker en 100.000 dollar ophoesten, of een job bij de overheid te pakken krijgen. Heel wat Irakezen worden uitgewezen om allerlei verschillende redenen.
“Jordanië deporteert niet langer Irakezen als ze geen gevaar vormen voor het land,” zegt Omar Ahmed Saleem, een 28-jarige student die onlangs uitgewezen werd. “Maar het minste probleem kan tot uitwijzing leiden. Ik had ruzie met enkele Jordaniërs over een voetbalmatch, en dus besliste de politie dat ik uitgewezen moest worden.”
Hij kan onmogelijk terug naar zijn familie in Bagdad maar verblijft bij kennissen in een ander deel van de stad. “Ik kan niet terugkeren omwille van mijn soennitische voornaam ‘Omar’. Die is zo goed als een doodvonnis in de buurt waar ik woonde.”
Saleem is maar één van de vele binnenlandse vluchtelingen in Irak. Het UNHCR schat dat er naast de meer dan twee miljoen Iraakse vluchtelingen in het buitenland ook binnen Irak zelf nog eens 2,25 miljoen mensen op de vlucht zijn.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2795 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Commentaar
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Opinie
-
Nieuws