"Honger uitroeien is geen utopie" (FAO)

De honger uitroeien is geen utopie, zegt de Argentijnse econoom Raúl Benítez. Zowel Rio+20 als de recente G20-top stemden hem hoopvol. Benítez is sinds kort directeur Latijns-Amerika van de VN-voedsel- en landbouworganisatie FAO.

De markt mag niet de enige regulator van de voedselprijzen zijn, zegt Raúl Benítez in een gesprek met persagentschap IPS. “De markt is een instrument van de economie, een zeer sterk, krachtig en nuttig instrument waar we gebruik van kunnen maken. Maar we mogen niet verwachten dat het alle problemen oplost. Wat we vragen, is dat de marktwerking gepaard gaat met een sterk optreden van de staat die ons toelaat om de scheeftrekkingen of de integratieproblemen die de markt zelf veroorzaakt, te corrigeren. De tegenstelling tussen staat of markt is een valse tegenstelling.”

Groenere landbouw

Als gevolg van de klimaatwijziging moeten we naar “een groenere landbouw, in die zin dat we voorzichtiger te werk moeten gaan bij de productie”, zegt hij. “Men kan efficiënter zijn op ecologisch vlak. Thema’s zoals zaaien zonder grondbewerking en het gebruik van biomassa om energie op te wekken zijn belangrijk.”

Ook het watergebruik moet efficiënter. “Gelukkig hebben we veel initiatieven in de regio, waar men op een veel intelligentere manier gebruik maakt van deze hulpbron.”

Mijlpaal voor G20

Over de resultaten van Rio+20, de pas afgelopen VN-duurzaamheidstop in Rio de Janeiro, is Benítez tevreden. Ook de G20-top kort voordien, in Mexico, biedt perspectieven. “Voor het eerst werd de FAO uitgenodigd. En de verklaring daar was in termen van voedselzekerheid zeker belangrijk. Ik denk dat het een mijlpaal was in de agenda van deze groep landen.”

De honger helemaal de wereld uit helpen acht Benítez mogelijk. “Wij zien het niet als een utopie maar als een doelstelling die haalbaar is. We hebben nu het engagement van iedereen nodig, want makkelijk zal het niet zijn. Technisch gezien produceert de wereld meer voedsel dan we nodig hebben, door verspilling gaat al tot 30 procent of meer verloren.”