Honduras lijdt onder corruptie in de bosbouw

Uit overheidsrapporten blijkt dat bossen de belangrijkste natuurlijke rijkdom zijn voor de ontwikkeling van het Centraal-Amerikaanse land. De bossen kunnen zorgen voor meer dan 25 procent van het bruto binnenlands product (bnp), dat na coup van 28 juni vorig jaar en de daaropvolgende crisis, geschat wordt op 9,4 miljard euro.

Momenteel levert de bosbouwsector echter maar 5 procent van het bnp op. De afname van het bosoppervlak in het land heeft vier belangrijke oorzaken: veranderingen in landgebruik, verbruik van brandhout, bosbranden en illegale houtkap, zo blijkt uit een rapport van de onafhankelijke bosbouwunit van de Ombudsman.

Biodiversiteit

Hoewel er weinig gegevens zijn over illegale houthandel, worden naar schatting dagelijks tachtig tot honderd ‘rastras’ (houtcontainers getrokken door trucks) met illegaal hout vervoerd in het land. De illegale activiteiten vinden vooral plaats in de provincie Olancho, in het noordoosten.

Illegale houtkap “verrijkt corrupte individuen en verarmt de gemeenschap”, zegt ombudsman Ramón Custodio. Jaarlijks loopt de Hondurese overheid tussen 4,4 tot 5,9 miljoen euro, en gemeenten ongeveer 1,2 miljoen euro, mis aan belastingen als gevolg van illegale houthandel.

Bosbouwexpert Rigoberto Sandoval zegt dat het volume en de rijke biodiversiteit die de bossen twee decennia geleden hadden “substantieel gereduceerd zijn als gevolg van een gebrek aan duidelijk beleid.”

Vervalste documenten

Het rapport van de Ombudsman wijst erop dat illegale houtkap leidt tot grotere kwetsbaarheid van het milieu en tot sociale conflicten.

Illegale houtkappers houden zich vaak niet aan de technische regels die bedoeld zijn om de bodem te beschermen en kappen meestal meer hout. Ook kappen ze in beschermde gebieden, zoals vlakbij waterbronnen.

Fausto Mejía, hoofd van de bosbouwunit, wijst op fraude bij facturering door de industrie, waarmee belasting ontdoken wordt. Veel bedrijven gebruiken vervalste documenten om de herkomst van het hout te verdoezelen. Daarbij wordt samengewerkt met bosbouwcoöperaties en ambtenaren.