‘Het was te laat om Afrikaanse te worden’

Begin september kreeg Marie Ndiaye in Amsterdam de Europese Literatuurprijs voor haar boek Drie Sterke Vrouwen. In 2009 had ze ook al de prestigieuze Franse Prix Goncourt gewonnen. Portret van een gevierde Franse schrijfster.

Het gebeurt niet vaak dat iemand me compleet verrast. Ik had nochtans mijn voorbereidende werk gedaan. Ik vond dat Marie NDiaye, ondanks haar Frans-Senegalese genenpool, een oer-Franse jeugd had genoten met haar moeder en broer Pap NDiaye. Ik verwachtte dat ze niet de meest toeschietelijke of enthousiaste gesprekspartner zou zijn.

Gewapend met een brede glimlach en subtiel opgebouwde waslijst multicultivragen begaf ik me naar het Ambassadehotel aan de Amsterdamse Herengracht voor het interview. Geen van beide wapens bleek uiteindelijk nodig. Marie NDiaye is geen vlotte prater maar heeft beslist veel te vertellen. Ze is genereus in haar antwoorden en er spreekt een absolute rust en geduld uit de manier waarop ze naar lange vragen luistert. Meermaals kaatst ze in haar antwoorden de bal terug.

Marie NDiaye is 44, ziet er minstens tien jaar jonger uit en schrijft al meer dan dertig jaar. ‘Ik was ongeveer tien jaar toen ik voor eerst een schrijfmachine kreeg. Ik vond het een geweldig ding om op te werken. De letters oogden ruw maar op papier leken ze voor mij al op de pagina’s van een boek.’ Het was toen dat ze voor het eerst duidelijk wist wat ze wilde: schrijven. De keuze legde haar geen windeieren.

Op haar zeventiende publiceerde NDiaye haar eerste boek en werd haar uitzonderlijk schrijftalent erkend. Vandaag heeft ze al meer dan twintig boeken, scenario’s en theaterstukken op haar palmares. Naast de Europese literatuurprijs en de Prix Goncourt sleepte ze ook al prijzen in Duitsland en Italië in de wacht. Erkenning voor haar werk doet haar plezier, maar de prijzen in het ander taalgebied relativeert ze met een automatische bescheidenheid. ‘Het is moeilijk voor mij om het belang van zo’n prijs in Nederland, Duitsland of Italië in te schatten maar het staat buiten kijf dat ik die –ook al gaat het om mijn werk– aan de excellente vertalingen te danken heb.’ Ook de vertalingen zelf kan ze moeilijk beoordelen. Ik verzeker haar dat de Nederlandse vertaling van Drie sterke vrouwen het Franse karakter van haar schrijven ten volle respecteert, de lange trage zinnen die de tijd nemen om alle details van haar personage op de lezer over te brengen. Het lijkt haar plezier te doen.

Verscheurde personages

Marie NDiaye schrijft opmerkelijke verhalen. Haar personages zitten vaak gevangen in de meest verschrikkelijke situaties, zijn zelf wreed, zwak of sterk, en struikelen geregeld over één of ander magisch element, dat de absurditeit en de ongrijpbaarheid van hun situatie in de verf zet. Hoe hartverscheurend sommige van haar verhalen ook zijn, het zijn de personages zelf die met alle aandacht gaan lopen.

‘Ik heb eigenlijk niet veel verhaaltjes te vertellen’, zegt NDiaye daarover, en geeft toe dat ze zich daar als schrijfster soms voor geneert. ‘Ik heb het gevoel dat ik inbeeldingvermogen mis. Als lezer hou ik echt van verhalen, maar als schrijfster uit ik vooral indrukken en inzichten.’ Over hoe mensen aan de rand van de afgrond toch een manier vinden om er terug bovenop te komen. Of hoe er fundamentele misverstanden blijken te bestaan tussen mensen, ondanks het feit dat de meesten met de beste bedoelingen van de wereld in het leven staan.

Van dat gebrek aan inbeeldingsvermogen merk je als lezer niets. In Drie sterke vrouwen spint ze drie verhalen die zich tegen een Afrikaanse achtergrond afspelen. De verzengende hitte, de geuren en de kleuren spatten van de pagina’s, wat de lezer doet vermoeden dat NDiaye het continent intiem kent en er jaren van haar leven heeft doorgebracht. Toch is ze er maar twee keer geweest: 25 jaar geleden in het land van haar vader, Senegal, en vijf jaar geleden in Ghana, toen ze werkte aan het scenario van de film White Material. ‘Ik ken Afrika dus helemaal niet. In Senegal voelde ik me echt in het buitenland. Ik was twintig en het was intussen te laat om Afrikaanse te worden. Dat is op zich niet erg, het is gewoon een feit.’

Waarom koos ze dan voor verhalen in of over Afrika?  ‘Ik wilde verhalen vertellen over mensen die verscheurd zijn tussen twee werelden. Ik had evengoed personages kunnen nemen die tussen Vietnam en Frankrijk in stonden, of tussen Frankrijk en Nieuw-Caledonië. Maar Senegal ken ik toch iets beter, al is het maar via mijn moeders verhalen over periode toen ze zelf in Senegal woonde.’ De rest is het resultaat van wat een schrijver tot een groot schrijver maakt: een mentale constructie op basis van wat ze in Ghana zag, of wat ze zich herinnert van Senegal 25 jaar geleden. ‘Als ik nu nog over Afrika wil schrijven, dan zou ik het niet kunnen zonder er terug naartoe te gaan. Misschien doe ik dat op een dag wel.’

Zwart in Frankrijk

Marie NDiaye voelt zich geen Afrikaanse, daar heeft ze me intussen van overtuigd. Zelf voel ik me minstens meer dan alleen maar Belgische, Vlaamse of Antwerpse. ‘Is het toch niet anders om op te groeien met een donkere huidskleur in Frankrijk?’, kan ik niet nalaten te vragen. Dat vindt ze moeilijk om in te schatten, zegt ze. ‘Mijn broer en ik groeiden op in een erg beschermde omgeving, en we vergaten echt dat we er anders uitzagen. Het was allicht anders geweest als mijn vader erbij was geweest. Dan zouden we voortdurend aan onze Afrikaanse afkomst zijn herinnerd.’ NDiaye is naar eigen zeggen niet echt bezig met haar huidskleur, ‘behalve wanneer mensen me erover aanspreken’.

Haar twee jaar oudere broer Pap NDiaye daarentegen is een bekend historicus en pionier van de Black Studies in Frankrijk. Hij legt zich toe op la condition noire –wat het is om zwart te zijn– in Frankrijk en de VS. NDiaye: ‘Mijn broer is zelf ook maar een keer in Afrika geweest. Wat hem interesseert, is niet zozeer Afrika, maar het “zwart zijn” in Frankrijk. Dat ligt in de lijn van zijn eigen ervaring, die een beetje verschilt van de mijne. Ik denk dat het nog steeds iets gemakkelijker is om een zwarte vrouw te zijn in Frankrijk dan een zwarte man. Mijn broer kleedt zich altijd gedistingeerd en geeft les aan de universiteit. Toen hij vlakbij het Parijse Noordstation woonde, werd hij vaak tegengehouden en ondervraagd door politie.’ Ze vertelt dat een goede vriendin toegaf dat ze echt bang was toen ze ’s avonds op een Parijse trein was gestapt en daar een groepje zwarte jongeren aantrof. ‘Het moet raar zijn om te voelen dat je mensen bang maakt terwijl je niets hebt gedaan of gezegd.’

Sarkozy

Intussen woont Marie NDiaye zelf niet meer in Frankrijk. Nadat ze de Prix Goncourt had gekregen, verhuisde ze met haar man en kinderen naar Berlijn. Ze had zich scherpe uitspraken laten ontvallen over het Frankrijk van Sarkozy die haar niet in dank werden aangenomen. Gevolg was een rel in de Franse publieke opinie over de vrijheid van meningsuiting. Ik vraag haar wat er zo mis is met het Sarkozisme. ‘Ik heb de indruk dat in Frankrijk sinds enkele jaren een soort somberheid en agressiviteit heerst die ik in Duitsland niet zie. Maar dat is misschien omdat ik die samenleving niet zo intiem ken.’

NDiaye stoort zich vooral aan de manier waarop de buitenlanders als een soort bliksemafleider worden gebruikt telkens wanneer er iets misloopt in de politiek. ‘Plots waren de Roma een groot probleem en werden ze hardhandig op treinen naar Roemenië gezet. Die wil om politiek munt te slaan uit de buitenlanders, dat hadden we nooit eerder gezien.’ Voor NDiaye is het Sarkozisme een speciaal soort rechts, dat de tegenstelling tussen rechts en links overstijgt. ‘Het is een zeer hard rechts dat veeleer aanleunt bij extreem rechts dan het klassieke conservatieve rechts.’

Kleurenblind

Marie NDiaye is een vat vol tegenstrijdigheden. Ze is “kleurenblind” wat haar eigen persoon betreft, maar brengt zichzelf moeiteloos in opspraak door het lot van buitenlanders in Frankrijk aan de kaak te stellen. Ze spaart de huidige machthebbers in haar thuisland op geen enkele manier. Niettemin is ze schijnbaar optimistisch over Frankrijk. ‘Het loopt allemaal veel te traag, maar er zijn nu toch meer gekleurde mensen in leidinggevende posities dan voorheen. Dat is simpelweg onvermijdelijk.’

Diezelfde poging tot optimisme duikt ook op in NDiayes werk. In Drie Sterke Vrouwen vult ze bladzijden met de meest duistere kanten van het menselijke bestaan. Maar elk van de drie verhalen eindigt met een flinterdunne happy ending. ‘Dat heb ik het heel bewust gedaan. Om niet telkens achter te blijven met een absolute triestheid, zonder enig sprankeltje hoop. Het is te gemakkelijk om helemaal negatief te zijn, maar het is vooral voor niets nodig’, zegt Ndiaye. ‘In het leven is er altijd nog een beetje hoop, zijn er altijd momenten waarop je nog kan glimlachen.’

De Nederlandse Literatuurprijs bekroont zowel de auteur als de vertaler ‘van de beste Europese roman die in Nederlandse vertaling is verschenen’. De prijs is in 2011 voor de eerste maal toegekend. Initiatiefnemers zijn het Academisch-cultureel Centrum SPUI25, het Nederlands Letterenfonds, weekblad De Groene Amsterdammer en Athenaeum Boekhandel. Meer info op  www.letterenfonds.nl

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.