Haal eens een Servische vluchteling in huis

Na het vergelijken van de statistieken en na wat onderzoek zijn we ervan overtuigd dat beide partijen er wel bij zullen varen”, zegt Vladimir Pesic van het Servische ministerie voor Bevolking. Nog deze maand zullen in de gemeente Bac in de noordelijke Servische provincie Vojvodina de eerste ceremonies plaatsvinden die vluchtelingen en ouderen linken.

Volgens de volkstelling van 2002 is bijna 28 procent van de 7,5 miljoen Serviërs ouders dan 65. De meeste oudjes kunnen het werk op het land zelf niet langer bolwerken en leven in zo goed als leeggelopen dorpen. De jeugd trok naar de steden of naar het buitenland.

Tegelijl leven nog steeds zo’n 12.000 etnische Serviërs in vervallen bouwbarakken, legerkampen of provinciale sporthallen. In veel gevallen verblijven ze daar al tien jaar, sinds ze na het uiteenvallen van Joegoslavië wegvluchtten uit wat later Kroatië en Bosnië werd. Vele lotgenoten kregen hulp van familie of migreerden naar het buitenland, maar alleenstaande ouders met kinderen die in de centra geboren werden en veel weduwen en wezen bleven achter, zegt Gordana Logar van het onderzoeksagentschap Strategische Marketing in Belgrado. Ze zijn ten einde raad. De meesten hadden gehoopt op overheidssteun, maar die is niet gekomen.

Veel vluchtelingen lieten al weten dat ze graag willen werken bij oudere Servische boeren die hulp nodig hebben. Ze zijn zelf vaak afkomstig van boerenfamilies. Omgekeerd wees een bevraging bij 600 oudere gezinnen in Servische dorpen uit dat één op vijf bereid zou zijn etnische Serviërs in huis te halen.

Het lijkt niet veel, maar het is een stap in de goede richting, zegt Logar. Beeld je in hoeveel alleenstaande moeders en weduwen hun kinderen zullen kunnen grootbrengen in een normale omgeving, en niet in de onmenselijke omstandigheden van de opvangcentra, waar soms zelf stromend water ontbreekt. (ADR/PD)