Geen reden tot wanhoop

Dit artikel bevat de tekst van een toespraak op het Vierde Afrikaanse Forum voor Ontwikkeling, georganiseerd in oktober 2004 in Ethiopië. Zeven jaar geleden sprak de Zuid-Afrikaanse president Thabo Mbeki voor het eerst over de noodzaak van een renaissance voor Afrika. Drie jaar geleden werd het Nieuw Economisch Partnerschap voor Ontwikkeling in Afrika (NEPAD, New Economic Partnership for African Development) gelanceerd. Een renaissance betekent een wedergeboorte, een nieuw begin, een hernieuwde inzet en nieuwe waarden voor Afrika.
NEPAD is een gids om die renaissance te vertalen in een proces van versnelde ontwikkeling, gebaseerd op verbintenissen tussen de regeringen en hun bevolking aan de ene kant en Afrika en zijn buitenlandse partners aan de andere kant. Wij zetten ons op het continent in om de dynamiek en het enthousiasme op te wekken die nodig zijn om de renaissance van start te laten gaan. Wij vechten voor een vernieuwend systeem van peer review, waarbij de vooruitgang die elk land maakt, wordt bewaakt en aangemoedigd door andere landen.
Het is duidelijk dat goed bestuur door een verantwoordelijke staat een essentiële voorwaarde is om de doelstellingen van NEPAD te bereiken. Het bestuur van een land kan in enge zin gedefinieerd worden als het uitoefenen van politieke macht om de zaken van het land te beheren. De klemtoon ligt dan op de soevereiniteit van de staat en de maatregelen die nodig zijn voor een efficiënt en effectief proces van natievorming. Een bredere definitie van bestuur heeft twee dimensies: een politieke, verwijzend naar de inzet van de staat om het welzijn van zijn burgers te verhogen, en een technische dimensie, verbonden met de vraagstukken van doelmatigheid in publiek bestuur.
In de breedste en meest aangewezen definitie gaat goed bestuur nog verder dan de begrippen van het beheer van de staat en het welzijn van de bevolking. Het omvat het proces van het aanwijzen van leiders, het verwerven van legitimiteit, het realiseren van doorzichtigheid en verantwoording over het politiek en financieel beleid, participatie en  opbouw van instellingen. Interactie tussen de publieke en particuliere sector over de uitoefening van politieke macht is een belangrijk kenmerk van goed bestuur. Dat is ook een voorwaarde voor de opbouw van een goed werkende staat en de realisatie van de Millenniumdoelstellingen voor Ontwikkeling met betrekking tot armoedebestrijding, toegang tot onderwijs en gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Leiderschap


In het verleden is de kwaliteit van de leiders doorslaggevend geweest voor de snelheid van het emancipatieproces in Afrika. De leiders gaven het volk hoop en een visie op de toekomst, zij dwongen respect af bij de bevolking, zij motiveerden de bevolking en kanaliseerden haar energie in de richting van duidelijke doelstellingen. Zij werden door iedereen als eerlijk en verantwoordelijk gezien. Deze kwaliteiten beantwoorden aan de eisen die in het algemeen aan leiders gesteld worden.
Zij moeten mensen kunnen motiveren en dynamiek en verandering in de maatschappij op gang brengen en onderhouden. Deze kwaliteiten maken de echte leiders, samen met de waarden en normen die zij in hun leven opgenomen hebben. De Afrikaanse geschiedenis heeft de kenmerken van onze leiders gevormd. Verschillende factoren hebben bijgedragen tot wat nu de schaarste aan goed leiderschap in Afrika genoemd wordt: onze eigen traditie van autoritaire chefs, de gecentraliseerde administratieve systemen van de koloniale heersers en de vervanging van populistische leiders door militaire regimes.
In Institution Building in Africa levert Brautigan de volgende commentaar op de institutionele factoren die hebben geleid tot de crisis in het leiderschap in Afrika: «De leiders en hun aanhang zitten allebei gevangen in een web van politieke patronage en de huidige maatschappij biedt daarvoor weinig tegengewicht. Zolang de leiders hun beslissingen niet baseren op zorgvuldige analyse maar op willekeur en zolang de traditionele etnische banden
zwaarder doorwegen dan rationele wettelijke normen, zal er aan de top weinig vraag zijn naar analytisch vermogen, technische kennis en goed bestuur van de administraties.»

Legitimiteit


De legitimiteit van de Afrikaanse regeringen blijft in de moderne staten een belangrijke kwestie. Dat komt voor een groot deel door de vervalsing van verkiezingen en de neiging van leiders om geen beperking te aanvaarden in de tijd van hun mandaat. Zij houden aan de macht om de verrijking van een kleine kring rondom hen te laten voortduren en om bepaalde groepen te kunnen bevoordelen.
Maar het vraagstuk van de legitimiteit gaat nog verder dan electorale fraude en de weigering om een beperking van het mandaat te aanvaarden. Wij moeten hier ook de rol en het statuut van traditionele leiders en oude structuren en normen van het gewoonterecht durven bekritiseren. In de traditionele samenleving was erfelijk leiderschap aanvaard en dat vormde een voldoende basis voor de legitimiteit van de leiders in de ogen van de onderdanen. Maar in de moderne staat is zoiets in tegenspraak met het principe van de verkozen leider.
De traditionele praktijk van seksuele verminking van de vrouw mag in de ogen van het volk legitiem zijn, voor de regering is ze onwettig. Het naast elkaar bestaan van monogamie en polygamie kan leiden tot spanningen tussen moderne en traditionele normen. Hier is moedig leiderschap nodig, omdat legitimiteit en steun van de bevolking moeten verzoend worden met de bescherming van de rechten van de slachtoffers.

Doorzichtigheid en verantwoording


Doorzichtigheid en het afl eggen van verantwoording zijn fundamentele kenmerken van goed bestuur. Onze regeringen en andere verantwoordelijken falen vaak op dit gebied. Daar zijn vele redenen voor. Doorzichtigheid van bestuur vereist dat het publiek kennis heeft van het politiek besluitvormingsproces en dat de leiders bereid zijn te luisteren naar de reacties van de burgers in verband met de effecten van het beleid.
Er is in Afrika een groeiende vraag naar goed bestuur. De burgers willen maatregelen die de democratie en de ontwikkeling bevorderen, doorzichtige en controleerbare mechanismen voor het opstellen en uitvoeren van de budgetten, een bekwame en goed werkende administratie met behoorlijk betaalde ambtenaren, ethische codes voor de bestrijding van corruptie en onafhankelijke controles op de besteding van overheidsgeld. Deze verwachtingen zijn gericht op alle takken van het bestuur, dus zowel op de uitvoerende als de wetgevende en de rechterlijke macht.
De burgers verwachten dat er aan de goedkeuring van een wet een publiek debat voorafgaat en dat de gekozen vertegenwoordigers contact houden met hun kiezers. Het juridisch systeem moet de burgers de bescherming van de wet waarborgen en het eigendom van de bedrijven legitimeren. De rechterlijke beslissingen moeten worden genomen in overeenstemming met de grondwet en de wetten en ze moeten openbaar zijn.

Participatie


Participatie behoort tot het wezen van de democratie, het politieke stelsel dat de burgers een stem geeft in alle beslissingen die hun leven beïnvloeden. De vrije keuze om verenigingen op te richten of er lid van te worden, de vrijheid van godsdienst en van economische activiteit zijn onlosmakelijk verbonden met de democratie.
De participatieve democratie laat de burgers deelnemen aan het bestuur via door hen gekozen vertegenwoordigers, aan wie zij de bevoegdheid geven om in hun naam te stemmen. Er is ook steeds meer vraag naar subsidiariteit of decentralisatie, een andere vorm van participatie. De gedecentraliseerde bestuurssystemen die na de onafhankelijkheid werden ingevoerd moeten we in deze zin hervormen.
Een gedecentraliseerd systeem van besluitvorming, waarin meer mensen betrokken zijn bij de toewijzing van overheidsmiddelen en de levering van publieke diensten, gaat samen met de overdracht van beslissingsbevoegdheid en middelen van het centrum naar de periferie. Er is geen democratie mogelijk zonder de duidelijke toewijzing van exclusieve bevoegdheden en de overeenkomstige verantwoordelijkheden aan elk niveau van besluitvorming. Subsidiariteit is onmisbaar in een goed werkende staat.

Betrouwbaarheid en voorspelbaarheid


Andere sleutelelementen voor een goed bestuur zijn betrouwbaarheid en voorspelbaarheid in het beheer van de staat. Ze zijn onmisbaar voor het aantrekken van privé-kapitaal. In het verleden werd de betrouwbaarheid van het bestuur gewaarborgd door terug te vallen op traditionele gebruiken.
In een moderne samenleving, waarin nieuwe technologieën de wereld veranderen en de globalisering in de hand werken, wordt betrouwbaarheid verworven wanneer het beleid tegelijk stabiliteit en aanpassing aan veranderende omstandigheden kan verzekeren. Betrouwbaarheid en voorspelbaarheid versterken elkaar en zijn voor de privé-sector veel belangrijker dan belastingvrijstelling of investeringssubsidies.

Vorming van mensen en versterking van de instellingen


Vorming en het versterken van de instellingen, zowel in de publieke als in de particuliere sector, zijn noodzakelijk om de dynamiek van het ontwikkelingsproces te behouden. Hiervoor moet de ambtenarij hervormd worden volgens de principes van een meritocratie, waarbij de sociale status bepaald wordt prestaties en capaciteiten. Ook de rol van de staat moet herdacht worden.
De staat moet zich concentreren op de essentiële functies van bescherming van de territoriale eenheid van het land, de veiligheid van de burgers en het aanbieden van sociale en economische diensten die zonder overheidstussenkomst niet beschikbaar zouden zijn. Het opbouwen en versterken van de instellingen is een proces van lange duur en vereist diversiteit op alle niveaus van het bestuur.
Het vergt investeringen op lange termijn, die enkel rendabel zijn wanneer voldaan is aan een aantal voorwaarden: een vreedzame samenleving zonder veel conflicten, een goed onderwijssysteem, mogelijkheden tot voortgezette vorming en een verantwoord beloningssysteem voor de ambtenaren. Een stabiel beleid wekt creativiteit en ondernemingszin op. En een goed bestuurde staat heeft niet enkel aandacht voor de opbouw van zijn instellingen en de vorming van zijn personeel, maar ook voor het behoud daarvan door de dagelijkse praktijk van goed bestuur.

Partnerschap


Goed bestuur en een effectieve staat vereisen een partnerschap tussen de drie steunpilaren van een maatschappij: de overheid en haar administratie, de privé-sector en de civiele  maatschappij. Tot de privé-sector rekenen we zowel de formele economie van industriële bedrijven, vervoerders en fi nanciële instellingen, als de informele sector van ambachtslieden, marktverkopers en straathandelaren. Een bloeiende privé-sector is essentieel voor de ontwikkeling, maar is helaas meestal afwezig in Afrika.
Goed bestuur en stabiele markten voor de inzet van arbeid en kapitaal zijn nodig om de privé-sector aan te trekken. De civiele maatschappij is de derde zuil van het partnerschap. Die burgersamenleving kan de fundamentele oorzaken van corruptie aan de kaak stellen en een tegengewicht vormen voor gevestigde belangen die sociale verandering in de weg staan. Een sterke ambtenarij, die diepgeworteld is in de samenleving en haar rechten en plichten kent, is van groot belang voor het functioneren van de checks and balances die in een democratie nodig zijn voor de controle op de scheiding der machten.

Besluit: een bekwame en effectieve staat


De opbouw van goed bestuurde en effectieve staten stelt de Afrikaanse landen voor een zware uitdaging. Ze zitten midden een proces van economische en politieke hervormingen en ze ondergaan daarvan zowel de positieve als de negatieve effecten. De voordelen van een evenwichtig economisch beleid zijn overduidelijk, zoals blijkt uit de resultaten in Mauritius en Botswana. Van de 53 lidstaten van de Afrikaanse Unie hebben er nu 23 het mechanisme van de Peer Review aanvaard. Deze vrijwillige zelfevaluatie van het algemeen beleid en de economische politiek is een duidelijk voorbeeld van de veranderende mentaliteit.
De nieuwe politieke orde zal zeker problemen met zich mee brengen. Verzet van gevestigde belangen verzwakt de democratische instellingen en leidt soms tot pogingen om opnieuw de gecentraliseerde besluitvorming en ‘cliëntelistische’ beleidsmaatregelen in te voeren.
We moeten de bereikte vooruitgang veiligstellen en consolideren en in alle Afrikaanse landen de krachten versterken die de nieuwe orde van verantwoording en doorzichtigheid, eerbied voor de rechtsorde en de mensenrechten willen verdedigen. We moeten politieke systemen opbouwen die de regelmatige en vreedzame overdracht van de macht mogelijk maken.
We moeten de vrouwen een grotere rol laten spelen in de nationale ontwikkeling en de jongeren voorbereiden op het nemen van verantwoordelijkheid. Onze regeringen moeten zich sterker inzetten voor de ontwikkeling en de burgers in de gelegenheid stellen met hun creativiteit en ondernemingszin bij te dragen tot de ontwikkeling van het land. We hebben internationale partners nodig die ons niet langer betuttelen, maar die ons hulp willen geven voor de democratisering en de sociale en economische ontwikkeling. Dat alles hebben we nodig voor het welslagen van NEPAD en daarover gaat het uiteindelijk in de Afrikaanse renaissance.
Ellen Johnson Sirleaf is kandidaat bij de komende presidentsverkiezingen in Liberia. Zij was al enkele keren minister en ook enkele jaren voorzitter van de Investeringsbank van Liberia. In 1980 ontsnapte ze samen met drie andere ministers ternauwernood aan het bloedbad na de militaire staatsgreep. Ze werd daarna nog verschillende keren gevangengezet omwille van haar politieke activiteiten.
Ellen Johnson Sirleaf vertegenwoordigde Liberia in het bestuur van het Internationaal Monetair Fonds en van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Gedurende vijf jaar was ze directeur van het regionaal bureau voor Afrika van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). In 1997 was ze kandidaat bij de presidentsverkiezingen en haalde ze het tweede hoogste aantal stemmen van de dertien kandidaten.
Tot maart 2005 was zij voorzitster van de Commissie voor Bestuurlijke Hervorming in Liberia. Ze nam ontslag om deel te kunnen nemen aan de campagne voor de presidentsverkiezingen in oktober.  Ellen Johnson Sirleaf is de oprichtster van Measuagoon, een niet-gouvernementele organisatie met ontwikkelingsprojecten in heel Liberia. In deze organisatie is zij nog altijd actief. Ze was ook lid van een groep van zeven personen die in 1999 in opdracht van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid een rapport schreef over de genocide in Rwanda.
Ze zetelt in het bestuur van de International Crisis Group en van de Nelson Mandela Stichting. Ze was ten slotte de eerste voorzitter van de raad van bestuur van het Open Society Institute voor West-Afrika, een nietgouvernementele organisatie die vooral steun krijgt van de Amerikaanse financier George Soros en activiteiten heeft op het gebied van mensenrechten, persvrijheid, democratie en goed overheidsbestuur.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.